ECLI:NL:RBGEL:2014:1088

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 februari 2014
Publicatiedatum
19 februari 2014
Zaaknummer
05/720423-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere inbraken en heling

Op 19 februari 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man, die werd beschuldigd van een reeks inbraken, pogingen daartoe en heling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorlopige hechtenis. De verdachte moet ook schadevergoeding betalen aan een van de slachtoffers. De zaak omvatte meerdere feiten, waaronder woninginbraken in Berg en Dal, Nijmegen en Grave, waarbij de verdachte samen met medeverdachten handelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van braak en heeft de bewijsvoering, waaronder DNA-sporen en getuigenverklaringen, in overweging genomen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele tenlastegelegde feiten, maar achtte de overige feiten bewezen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die eerder al was veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. De rechtbank benadrukte de impact van de gepleegde feiten op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720423-13
Datum zitting : 05 februari 2014
Datum uitspraak : 19 februari 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum 1]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord.
Raadsman : mr. M. Kaemingk, advocaat te Nijmegen.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt de volgende feiten verweten:
Woninginbraak,
Poging woninginbraak
Heling van een auto
Woninginbraak, en als dat niet kan worden bewezen, heling van een laptop
Woninginbraak
Diefstal van een auto door middel van een valse sleutel, en als dat niet kan worden bewezen, heling van een auto
Poging woninginbraak
Diefstal uit een woning door middel van een valse sleutel
Woninginbraak
Bedrijfsinbraak, en als dat niet kan worden bewezen, heling van een Nespresso koffiezetapparaat
Diefstal uit een garage, en als dat niet kan worden bewezen, heling van een motor.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 05 februari 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M. Kaemingk, advocaat te Nijmegen.
De heer [benadeelde 1] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend.
De officier van justitie heeft de veroordeling van verdachte voor alle feiten geëist.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [2]
3.1
Vrijspraak ten aanzien van het onder feit 11 tenlastegelegde
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit een woning gelegen aan de [adres 2] te Nijmegen dan wel de heling van de Yamaha motor. Om die reden moet verdachte vrij worden gesproken van dit feit.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het feit ontkend en de verdediging is dan ook van mening dat op basis van de bewijsmiddelen in het dossier zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is – met de verdediging en de officier van justitie – van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte feit 11 heeft begaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
3.2
Bewezenverklaring
Ten aanzien van de onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank als volgt:
Ten aanzien van de modus operandi
In de tenlastegelegde feiten 1, 2 en 4, is sprake van een gelijksoortige modus operandi. Deze woninginbraken komen een aantal essentiële punten met elkaar overeen. Telkens wordt op de zelfde wijze ingebroken dan wel gepoogd in te breken in de woningen. Er wordt een gat in het kozijn van een raam geboord van ongeveer 20 millimeter breed.
De gaten zijn door de forensisch onderzoekers bemonsterd en onderzocht op DNA-sporen. Bij de feiten 1 en 2 is er sprake van een positieve DNA-match met medeverdachte[medeverdachte 1]. Daar komt bij dat verdachte en medeverdachte[medeverdachte 1] ten aanzien van feit 2 op heterdaad worden aangehouden door de politie en dat medeverdachte[medeverdachte 1] bij de politie een bekennende verklaring heeft afgelegd. De modus operandi kan bij genoemde zaken als schakelbewijs worden gebruikt [3] . Dit schakelbewijs kan als steunbewijs dienen indien de betrokkenheid van verdachte voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal [4] .
Ten aanzien van feit 1
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de woninginbraak. De verdediging is van mening dat uit het dossier niet althans onvoldoende blijkt dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft weg genomen Ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte[medeverdachte 1] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Tevens zijn er van verdachte geen (DNA)-sporen aangetroffen op het plaats delict. Dat de telefoon van verdachte een mast in de directe omgeving van het plaats delict heeft aangestraald en dat er op de telefoon van verdachte een foto is gevonden waarop een witte IPad mini, een zwarte IPhone en een zwarte IPad zouden staan, maakt het niet anders.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op de telefoon van verdachte is een foto aangetroffen waarop een witte Apple IPad Mini, een zwarte Apple IPhone en een zwarte Apple IPad naast elkaar liggen. Dezelfde apparatuur in dezelfde kleurencombinatie is uit de woning gelegen aan de [adres 3] te Berg en Dal van aangever[medeverdachte 1] zijn gestolen. De foto is gemaakt op 14 april 2013, de dag waarop woninginbraak heeft plaatsgevonden. Aangever[medeverdachte 1] herkent de goederen op de foto uit de telefoon van verdachte als de bij hem weggegnomen goederen. Verdachte heeft bekend dat hij die foto heeft gemaakt om de goederen te verkopen. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat wanneer de goederen gestolen tijdens een inbraak kort na de inbraak bij een verdachte worden aangetroffen, het aantreffen van de goederen voor het bewijs van diefstal kan worden gebruikt, tenzij hiervoor een alternatief scenario aannemelijk wordt gemaakt. Daarnaast zijn er DNA-sporen van medeverdachte[medeverdachte 1] aangetroffen in de woning van aangever en hebben de telefoons van zowel[medeverdachte 1] als verdachte de zendmast in de buurt van de woning aan de [adres 3] te Berg en op het tijdstip van de woninginbraak aangestraald. Daar komt nog bij de wijze waarop de woning is binnengedrongen, de modus operandi.
De voornoemde bewijsmiddelen in onderling samenhang en tijdsverband bezien met hetgeen hiervoor is overwogen vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte[medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan de woninginbraken. De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook bewezen dat
hij op 14 april 2013 te Berg en Dal, gemeente Groesbeek, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen
-een (1) IPhone, type 4s 16G, merk Apple, kleur zwart en
-een (1) IPad, merk Apple, type 3G 32 mb (in zwarte map) en
-een (1) IPad, merk Apple, type Mini, kleur wit en
-een (1) IPod, merk Apple, type Nano en
-een (1) koptelefoon, merk OMX 50 VC Street en
-een (1) geluidskaart, Harman Kardon, type Go and Play en
-een (1) lederen jas, kleur crème en
-een (1) Mountain Backpack en
-een portemonnee, merk Perotti, kleur bruin en
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak (zaak 1);
Feit 2
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot woninginbraak. De verdediging is van mening dat uit het dossier niet althans onvoldoende blijkt dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft geprobeerd weg te nemen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte[medeverdachte 1] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Ook zijn er van verdachte geen (DNA)-sporen aangetroffen op het plaats delict. Voor zijn aanwezigheid daar wordt aangevoerd dat verdachte heeft verklaard dat hij bij ‘een meid’ is geweest en de opgegeven signalementen van de vluchtende inbrekers dusdanig algemeen zijn, dat daar geen waarde aan toegekend kan worden.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Aangever [benadeelde 2] heeft aangifte gedaan van poging inbraak in zijn woning aan De [adres 4] te Elst door twee personen. Niet veel later worden verdachte en medeverdachte[medeverdachte 1] in de buurt van de woning van aangever aangehouden. Verdachte wordt liggend onder een struik in een tuin aangetroffen. Hij draagt dan slechts één schoen. De andere schoen wordt aangetroffen op de vermoedelijke vluchtroute [5] . Het signalement dat door aangever [benadeelde 2] wordt gegeven komt overeen met het signalement van verdachte en medeverdachte[medeverdachte 1]. Medeverdachte[medeverdachte 1] heeft bij de politie een bekennende verklaring afgelegd, inhoudende dat hij samen met verdachte gepoogd heeft in te breken in deze woning. Hierbij is dezelfde werkwijze gebruikt als bij andere door verdachte en[medeverdachte 1] gepleegde inbraken. Ook zijn er DNA-sporen van medeverdachte[medeverdachte 1] aangetroffen in de boorgaten.
Verdachte heeft verklaard dat hij bij een meid was in Elst, maar hij heeft deze verklaring niet onderbouwd.
Gezien de hiervoor genoemde bewijsmiddelen en de plaats waarop verdachte is aangetroffen vindt de rechtbank deze verklaring niet aannemelijk.
De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging.
Conclusie:
De rechtbank vindt bewezen dat
hij op 18 april 2013 te Elst, gemeente Overbetuwe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan De [adres 4]) weg te nemen enig geldbedrag en/of enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 2], en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geldbedrag en/of goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededader een gat heeft geboord in een raam met een slangenboor en een uitzetijzer heeft afgebroken en met een schroevendraaier het raam heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 3);
Feit 3
Dit feit heeft verdachte bekend.
Conclusie:
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte:
hij in de periode van 27 april 2013 tot en met 1 mei 2013 te Alphen, gemeente West Maas en Waal, in elk geval in Nederland, een auto, merk BMW, type 5er Reihe; 525i, kleur grijs, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist, dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof (zaak 4);
Feit 4
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de woninginbraak. De verdediging is van mening dat uit het dossier niet althans onvoldoende blijkt dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft weg genomen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte[medeverdachte 1] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Ook zijn er van verdachte geen (DNA)-sporen aangetroffen op het plaats delict. Tenslotte is de verdediging van mening dat de omstandigheid dat er tussen de telefoons van verdachte en medeverdachte[medeverdachte 1] op 17 en 18 maart 2013 verschillende keren contact is geweest, dat niet anders maakt.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Op 18 maart 2013 wordt er door aangever[benadeelde 3] aangifte gedaan van een woninginbraak waar onder andere twee mobiele telefoons te weten Samsung Galaxy’s en een laptop zijn meegenomen. Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat de goederen, een Samsung Galaxy en een laptop, bij een huiszoeking in de woning van verdachte zijn aangetroffen. Deze goederen zouden van de partner van verdachte, [partner verdachte] zijn. [partner verdachte] verklaart dat zij de laptop al twee jaar heeft. Op de computer werden echter gegevens en foto’s aangetroffen welke direct in verband gebracht konden worden met aangever en zijn familie. Het imeinummer van de gestolen witte mobiele telefoon (Samsung Galaxy) is gekoppeld aan het mobiele telefoonnummer van [partner verdachte]. Hieruit maakt de rechtbank op dat het gaat om de laptop en de Samsung Galaxy die uit de woning van aangever zijn gestolen. Daarnaast is er ook bij medeverdachte[medeverdachte 1] een Samsung Galaxy aangetroffen. Het imeinummer van de gestolen telefoon correspondeert met het mobiele telefoonnummer van[medeverdachte 1]. Ook deze telefoon is afkomstig uit de woning van aangever. Daar komt nog bij dat met behulp van het boren van gaten in het kozijn van het keukenraam van de woning toegang tot de woning is verkregen.
De voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen hiervoor overwogen vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte[medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan woninginbraak. De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte:
hij op of omstreeks 18 maart 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit woning (gelegen aan de [adres 5]) heeft weggenomen
-een portefeuille en
-meerdere kentekenbewijzen (te weten [kenteken 1]) en
-een paspoort en
-een of meerdere lidmaatschapspasjes
-een of meer bidprentjes en
-een laptop merk Toshiba, (met oplader) en
-een laptop merk HP (met oplader) en
-een mobiele telefoon, merk Samsung, type Galaxy, kleur zwart en
-een mobiele telefoon, merk Samsung, type Galaxy Adventure, kleur wit en
-een mobiele telefoon, merk Blackberry en
-een ING bankpas en
-een school(kluis)pas en
-een ID-bewijs
toebehorende aan[benadeelde 3], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak (zaak 7);
Ten aanzien van de onder 5 t/m 9 tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank als volgt:
De betrouwbaarheid van de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 2]
De verdediging is van mening dat de verklaringen die door de medeverdachte [medeverdachte 2] bij de politie zijn afgelegd onbetrouwbaar zijn. Daarnaast zou medeverdachte [medeverdachte 2] de schuld in de schoenen van verdachte proberen te schuiven.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 2]. Zijn verklaringen zijn gedetailleerd en worden ondersteund door overige bewijsmiddelen in het dossier. Met name als het gaat om de feiten 5 en 6, in welke zaken [medeverdachte 2] een gedetailleerde verklaring heeft afgelegd die wordt ondersteund door de bakengegevens van de Audi A3 van verdachte en het aantreffen van het kentekenbewijs van de Toyota in de woning van verdachte. Bovendien heeft [medeverdachte 2] zichzelf in zijn verklaringen niet gespaard en zijn eigen rol niet geminimaliseerd. De rechtbank gebruikt de verklaringen van [medeverdachte 2] dan ook tot het bewijs.
Ten aanzien van de feiten 5 t/m 9
In de onder 5 tot en met 9 tenlastegelegde feiten is in veel gevallen sprake van veelvuldig telefonisch contact tussen verdachte en [medeverdachte 2] voorafgaand aan de woninginbraak. Dit blijkt niet alleen uit de tapgegevens van de mobiele telefoon van verdachte, maar dit wordt ook ondersteund door de verklaring van [medeverdachte 2]. De rechtbank ziet dit als een aanwijzing dat verdachte de inbraken samen met [medeverdachte 2] heeft gepleegd. Deze aanwijzing wordt in voldoende mate ondersteund door de overige bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de feiten 5 en 6
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de woninginbraak. De verdediging is van mening dat uit het dossier niet althans onvoldoende blijkt dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft weggenomen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 2] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Dat de auto van de partner van verdachte, [partner verdachte], in de omgeving van de [adres 6] en op de [adres 7] heeft stilgestaan, maakt dat niet anders. Er is onvoldoende bewijs om aan te nemen dat het verdachte is geweest die de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. Daarnaast is de verklaring van [medeverdachte 2] ongeloofwaardig en tegenstrijdig.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Door[benadeelde 4] en [benadeelde 5] wordt aangifte gedaan van inbraak in een woning gelegen aan de [adres 6] te Grave. Er zijn niet alleen verschillende goederen meegenomen maar ook de autosleutels van een Toyota. Dezelfde nacht is deze auto in de directe omgeving van de woning gestolen Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft een zeer gedetailleerde verklaring afgelegd over de woninginbraak en de diefstal van de Toyota. De verklaring van [medeverdachte 2] wordt ondersteund door de bakengegevens van de Audi A3 van de partner van verdachte en het aantreffen van het kentekenbewijs van de Toyota in de woning van verdachte. De voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen hiervoor overwogen vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte [medeverdachte 2] schuldig heeft gemaakt aan woninginbraak en de diefstal van een auto. De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte:
Feit 5:
hij op of omstreeks 03 november 2013 te Grave tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 6]) heeft weggenomen
-een (1) portemonnee met inhoud (te weten onder andere een museum jaarkaart en een ns-kaart en euro 150,-)
-een (1) portemonnee met inhoud(te weten euro 150,-) en
-een (1) LED tv, merk Samsung en
-een (1) notebook, merk Acer, type Aspire en
-een fotocamera, merk Sony HX 9vb en
-een IPod, merk Apple en
-een laptop, merk Asus, type S56 CA en
-een of meerdere (aangepaste)zonnebrillen en
-gereedschap en
-een paraplu en
-een kussen en
-een rijbewijs en
-sleutels van een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak; (zaak 8)
Feit 6
hij op 03 november 2013 te Grave tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening nabij een woning (gelegen aan de [adres 6]) heeft weggenomen
-een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])) en
-een kentekenbewijs van een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])
toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel (zaak 8);
Ten aanzien van feit 7
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot woninginbraak. De verdediging is van mening dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] ongeloofwaardig is en dat er op basis van deze verklaring alleen niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen. Daarnaast blijkt uit het dossier niet althans onvoldoende dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft geprobeerd weg te nemen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 2] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Ook zijn er van verdachte geen (DNA)-sporen aangetroffen op het plaats delict.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Door aangeefster [benadeelde 6] wordt er aangifte gedaan van een poging woninginbraak in de woning gelegen aan de [adres 8] te Nijmegen. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft daarover een gedetailleerde verklaring afgelegd die wordt ondersteund door de aangifte. Daarnaast heeft medeverdachte [medeverdachte 2], terwijl hij met de politie langs verschillende woningen reedt, de woning van aangever aangewezen als zijnde de woning waar hij samen met verdachte gepoogd heeft in te breken.
De voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen hiervoor overwogen vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte[medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan woninginbraak. De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte:
hij op 17 oktober 2013 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 8]) weg te nemen geld en/of enig(e) goed(eren) van hun gading, toebehorende aan [benadeelde 6], en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van braak, met een mededader, een ruit in de voordeur heeft ingeslagen en een gat heeft geboord ter hoogte van het slot van de voordeur, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 9);
Ten aanzien van feit 8
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal uit de woning door middel van een valse sleutel. Op het plaats delict zijn geen (DNA)-sporen van verdachte aangetroffen. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] is ongeloofwaardig en dat er op basis van deze verklaring alleen kan er niet tot een bewezenverklaring worden gekomen. Daarnaast blijkt uit het dossier niet althans onvoldoende dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft geprobeerd weg te nemen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 2] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Ook zijn er van verdachte geen (DNA)-sporen aangetroffen op de plaatsen delict.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Door aangever [benadeelde 7] wordt er aangifte gedaan van een diefstal uit een woning gelegen aan de [adres 9] te Nijmegen. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft daarover een gedetailleerde verklaring afgelegd die wordt ondersteund door de aangifte. [medeverdachte 2] verklaart onder meer de diefstal uit de woning te hebben gepleegd met verdachte. Daarnaast heeft medeverdachte [medeverdachte 2], terwijl hij met de politie langs verschillende woningen reedt, de woning van aangever aangewezen als zijnde de woning van waaruit hij samen met verdachte goederen heeft gestolen.
De voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen hiervoor overwogen vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte[medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan een diefstal uit een woning door middel van een valse sleutel. De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte:
hij op 23 september 2013 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, (gelegen aan de [adres 9]) heeft weggenomen
-een (1) televisie, merk Sony, type 42 inch, kleur zwart en
-een (1) laptop, merk HP, kleur zwart en
-een (1) IPod, merk Apple, type 64G, kleur zwart(inclusief oordopjes) en
-een (1) IPod, merk Apple, type 16G, kleur zwart(inclusief oordopjes) en
-een (1) tablet, merk Cherry Mobility, kleur zwart (inclusief toetsenbord en hoes)
toebehorende aan[benadeelde 7], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutel (zaak 10);
Ten aanzien van feit 9
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de woninginbraak. Op het plaats delict zijn geen (DNA)-sporen van verdachte aangetroffen. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] is ongeloofwaardig. Alleen op basis van deze verklaring alleen kan er niet tot een bewezenverklaring worden gekomen. Daarnaast blijkt uit het dossier niet althans onvoldoende dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit de woningen heeft weggenomen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 2] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Ook zijn er van verdachte geen (DNA)-sporen aangetroffen op het plaats delict.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
In het dossier bevinden zich een aangifte en de gedetailleerde verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2]. Ook is medeverdachte samen met de politie langs de woning gereden en heeft hij de woning aangewezen als zijnde de woning waar hij samen met verdachte heeft ingebroken. De rechtbank vindt, gelet op de voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte 2] heeft ingebroken in de woning gelegen aan de [adres 10] in Nijmegen. De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte:
hij op 23 augustus 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 10]) heeft weggenomen
-een notebook, merk Acer, kleur zwart en/of
-een of meerdere computerspelletjes (voor Nintendo) en/of
-een portemonnee en/of
-een bankpas en/of
-een IPad, merk Apple, type 4
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 8], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming (zaak 11);
Ten aanzien van feit 10
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de bedrijfsinbraak. De verdediging is van mening dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] is ongeloofwaardig en dat er op basis van deze verklaring alleen niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen. Daarnaast blijkt uit het dossier niet althans onvoldoende dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening goederen uit het bedrijf heeft weggenomen, ook is er geen sprake van bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 2] en heeft verdachte geen uitvoeringshandelingen ter zake van diefstal verricht. Het enkele feit dat de getuige [getuige] de naam van verdachte heeft genoemd omdat verdachte zou hebben gevraagd of [getuige] in Nijmegen of in Groesbeek zou slapen en hoeveel Nespressocupjes kosten is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Dat geldt ook voor de aangetroffen voetafdruk. Uit niets blijkt dat die daadwerkelijk afkomstig is van verdachte. Ten aanzien van het subsidiaire feit heeft de verdediging aangevoerd dat dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte wist, althans behoorde te weten dat de koffiemachine van diefstal afkomstig was.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Uit de aangifte blijkt dat de inbraak in het bedrijfspand heeft plaatsgevonden op 9 september 2013 en dat er een Krups koffiemachine met Krups koffie is meegenomen.
Uit onderzoek van de telefoon van verdachte blijkt dat er op deze telefoon een foto aangetroffen is van een Krups Nespresso apparaat en een doos met Nespressocups. Deze foto is gedateerd van 14 september 2013. Deze foto is enkele dagen na de inbraak gemaakt. Ook blijkt uit het onderzoek van de telefoon van verdachte dat hij met zijn schoonmoeder contact heeft gehad over de verkoop van deze koffiemachine. Dit wordt ook bevestigd door de verklaring van [schoonmoeder van verdachte], de schoonmoeder van verdachte. Zij verklaart ook dat ze de koffiemachine en de cups daadwerkelijk van verdachte heeft overgenomen voor een bedrag van € 120,-. In een proces-verbaal van bevindingen is opgenomen dat de Krups koffiemachine die op de foto uit de telefoon van verdachte overeenkomt met het door aangever als gestolen opgegeven exemplaar. Aangever herkent de koffiemachine en de cups als de goederen die zijn gestolen. Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij het Nespresso-apparaat en de daarbij behorende cups heeft gekocht van een jongen die bij de Multatuliplaats woont. Deze jongen had het koffiezetapparaat geruild tegen 4 pakketjes drugs. Ook verklaart hij dat hij het vermoeden had dat het “geen zuivere koffie was” aangezien deze goederen naast twee in lakens gewikkelde tv’s stond.
De rechtbank vindt dat op basis van de aangehaalde bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de inbraak in het bedrijfspand aan de [adres 11] te Nijmegen. Om die reden zal verdachte van de inbraak worden vrijgesproken. De rechtbank vindt dat wel kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling en dat verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de Nespresso-koffiemachine en de koffiecups die hij voorhanden had, door een misdrijf is verkregen.
De rechtbank verwerpt dan ook de hierboven genoemde verweren van de verdediging. De verweren worden weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Conclusie:
De rechtbank acht dan ook het subsidiaire feit bewezen dat verdachte:
hij in 19 oktober 2013 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, een Nespresso-koffiemachine, merk Krups, type XN7101, kleur zwart en een doos met (diverse smaken) (Nespresso) koffiecups voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde koffiemachine en doos met koffiecups redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaak 12);
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1 primair, 4 primair en 5:
telkens
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Ten aanzien van de feiten 2 en 7:
telkens
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Ten aanzien van feit 3:
Opzetheling
Ten aanzien van de feit 6 primair
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Ten aanzien van feit 8:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutel.
Ten aanzien van de feit 9 primair:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
Ten aanzien van feit 10 subsidiair:
Schuldheling
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie eist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging vindt dat verdachte van de feiten, met uitzondering van feit 3, moet worden vrijgesproken en vindt daarom een forse gevangenisstraf niet op zijn plaats. Gelet op de verantwoordelijkheden van verdachte ten opzichte van zijn werk en gezin lijkt voortduring van de hechtenis negatieve gevolgen te hebben. De verdediging is van mening dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest passend is en kan eventueel aangevuld worden met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en/of een onvoorwaardelijke straf in de vorm van een werkstraf. Verdachte is bereid om de daaraan verbonden algemene en bijzondere voorwaarden na te komen.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 16 januari 2014 en een reclasseringsrapport betreffende verdachte, gedateerd 7 november 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
De verdachte heeft zich in een korte periode schuldig gemaakt aan een grote reeks gekwalificeerde diefstallen, pogingen daartoe en heling, waardoor schade en overlast voor de benadeelden is veroorzaakt. Feiten als deze, vooral gepleegd tijdens de nachtelijke uren, zorgen voor onrust in de maatschappij en tasten het gevoel van veiligheid van de getroffenen aan op de plaats waar dat gevoel het meest geborgen behoort te zijn.
Daarbij laat de rechtbank ten nadele van verdachte wegen dat onderhavige vervolging tegen verdachte allesbehalve de eerste vervolging van verdachte is. Ook is het niet de eerste keer dat verdachte wegens diefstallen wordt veroordeeld. In ieder geval stelt de rechtbank vast dat eerdere veroordelingen niet het bedoelde corrigerende effect hebben gehad.
De rechtbank kan zich gezien het voorgaande de strafeis van de officier van justitie voorstellen. Bij de bepaling van de duur van de onvoorwaardelijke vrijheidsstraf neemt de rechtbank evenwel de LOVS-oriëntatiepunten als uitgangspunt.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met minder dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met een aanzienlijk voorwaardelijk deel van na te melden duur. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een bedrag van € 479,40 voor de IPhone 4s 16 GB en € 668,70 voor de IPad 3g 32 GB, ten aanzien van feit 1. Het totale bedrag van de vordering bedraagt € 1.148,10
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
in haar geheel toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f
van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot die bedragen, bij gebreke van betaling en
verhaal te vervangen door respectievelijk 22 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat, gelet op hetgeen hij ten aanzien van feit 1 heeft betoogd, niet toewijsbaar is omdat verdachte de in de vordering genoemde goederen niet heeft weggenomen. Mocht het feit wel worden bewezen dan wordt door de verdediging verzocht de vordering van de benadeelde partij[medeverdachte 1] af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht de vordering - nu het onder 1 tenlastegelegde in zijn geheel bewezen is verklaard en de vordering voldoende is onderbouwd - toewijsbaar. Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partijen, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14, 24c, 27, 36f, 57, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder 10 primair en 11 tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 10 (tien) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht in geval van de tenuitvoerlegging van de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
De beslissing over de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte 1] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde 1], te betalen € 1.148,10 (duizendeuro honderdachtenveertig euro en tieneurocent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte 1] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], te betalen € 1.148,10 (duizendeuro honderdachtenveertig euro en tieneurocent), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 22 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Aldus gewezen door:
mr. R.M. Maanicus (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. J.J.H. van Laethem, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 februari 2014.
Bijlage I
Aan verdachte is, na toegestane wijziging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 april 2013 te Berg en Dal, gemeente Groesbeek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen
-een (1) I-phone, type 4s 16G, merk Apple, kleur zwart en/of
-een (1) I-pad, merk Apple, type 3G 32 mb (in zwarte map) en/of
-een (1) I-pad, merk Apple, type Mini, kleur wit en/of
-een (1) I-pod, merk Apple, type Nano en/of
-een (1) koptelefoon, merk OMX 50 VC Street en/of
-een (1) geluidskaart, Harman Kardon, type Go and Play en/of
-een (1) lederen jas, kleur creme en/of
-een (1) Mountain Backpack en/of
-een portemonnee, merk Perotti, kleur bruin en/of
-een spijkerbroek, merk Diesel en/of
-een kinderjas, kleur zwart en/of
-een damesportemonnee en/of
-een of meer pinpas(sen) en/of
-een damestas en/of
-autosleutels
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming(zaak 1);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 april 2013 te Nijmegen, in elk geval in Nederland,
-een I-phone, mark Apple, kleur zwart en/of
-een I-pad, merk Apple, kleur zwart en/of
-een I-pad, merk Apple, type mini, kleur wit
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vernoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaak 1);
2.
hij op of omstreeks 18 april 2013 te Elst, gemeente Overbetuwe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan De [adres 4]) weg te nemen enig geldbedrag en/of enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geldbedrag en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een gat heeft geboord in een raam met een slangenboor en/of een uitzetijzer heeft afgebroken en/of met een schroevendraaier het raam heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 3);
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 1 mei 2013 te Alphen, gemeente West Maas en Waal, in elk geval in Nederland, een auto, merk BMW, type 5er Reihe; 525i, kleur grijs, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaak 4);
4.
hij op of omstreeks 18 maart 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit woning (gelegen aan de [adres 5]) heeft
weggenomen
-een portefeuille en/of
-meerdere kentekenbewijzen (te weten [kenteken 1]) en/of
-een paspoort en/of
-een of meerdere lidmaatschapspasjes
-een of meer bidprentjes en/of
-een laptop merk Toshiba, (met oplader) en/of
-een laptop merk HP (met oplader) en/of
-een mobiele telefoon, merk Samsung, type Galaxy, kleur zwart en/of
-een mobiele telefoon, merk Samsung, type Galaxy Adventure, kleur wit en/of
-een mobiele telefoon, merk Blackberry en/of
-een ING bankpas en/of
-een school(kluis)pas en/of
-een ID-bewijs
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (zaak 7);
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 05 november 2013 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, een Laptop, merk Toshiba, type L750D, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde Laptop wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaak 7);
5.
hij op of omstreeks 03 november 2013 te Grave tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 6]) heeft
weggenomen
-een (1) portemonnnee met inhoud (te weten onder andere een museum jaarkaart en/of een ns kaart en/of euro 150,-)
-een (1) portemonnee met inhoud(te weten euro 150,-) en/of
-een (1) LED tv, merk Samsung en/of
-een (1) notebook, merk Acer, type Aspire en/of
-een fotocamera, merk Sony HX 9vb en/of
-een I-pod, merk Apple en/of
-een laptop, merk Asus, type S56 CA en/of
-een of meerdere (aangepaste)zonnebrillen en/of
-gereedschap en/of
-een paraplu en/of
-een kussen
-een rijbewijs en/of
-sleutels van een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of door middel van een valse sleutel;(zaak 8)
6.
hij op of omstreeks 03 november 2013 te Grave tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening nabij een woning (gelegen aan de [adres 6]) heeft weggenomen
-een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])) en/of
-een kentekenbewijs van een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (zaak 8);
althans, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 05 november 2013 te Nijmegen, in elk geval in Nederland,
-een kentekenbewijs van een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd kentekenbewijs wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof (zaak 8);
7.
hij op of omstreeks 17 oktober 2013 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 8]) weg te nemen geld en/of enig(e) goed(eren) van zijn/hun gading, in ell geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een ruit in de voordeur heeft verbroken/ingeslagen en/of een gat heeft geboord ter hoogte van het slot van de voordeur, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (zaak 9);
8.
hij op of omstreeks 23 september 2013 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, (gelegen aan de [adres 9]) heeft
weggenomen
-een (1) televisie, merk Sony, type 42 inch, kleur zwart en/of
-een (1) laptop, merk HP, kleur zwart en/of
-een (1) I-pod, merk Apple, type 64G, kleur zwart(inclusief oordopjes) en/of
-een (1) I-pod, merk Apple, type 16G, kleur zwart(inclusief oordopjes) en/of
-een (1) tablet, merk Cherry Mobility, kleur zwart (inclusief toetsenbord en hoes)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of valse sleutel (zaak 10);
9.
hij op of omstreeks 23 augustus 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 10]) heeft
weggenomen
-een notebook, merk Acer, kleur zwart en/of
-een of meerdere computerspelletjes (voor Nintendo) en/of
-een portemonnee en/of
-een bankpas en/of
-een I-pad, merk Apple, type 4
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (zaak 11);
10.
hij in of omstreeks de periode van 8 september 2013 tot en met 9 september 2013, in de gemeente Nijmegen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gevestigd aan de [adres 11]) heeft weggenomen:
- een of meer (flatscreen) televisie('s) en/of
- een of meer laptop(s) en/of
- een of meer PC-scherm(en) en/of
- een TomTom (navigatie-systeem) en/of
- een of meer HD recorders, merk LG en/of
- een of meer LCD-scherm(en) en/of
- een schakelpaneel (merk Extron) en/of
- een Ipad (merk Apple) en/of
- een of meer (zogenaamde) Galaxy Tab(s) en/of
- een kluis (met inhoud te weten een printer, merk HP, type Laserjet 400 color en/of een of mer tonercasettes en/of een hoeveelheid postzegels en/of VVE bonnen) en/of
- een laptoptas (met inhoud),
- een of meerdere bankpassen en/of
- een (Nespresso)koffiemachine, merk Krups en/of
- een boos/box met een hoeveelheid (Nespresso) koffiecups en/of
- een stofzuiger en/of
- autopapieren
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (zaak 12);
althans, indien het vorenstaande onder 10 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks 19 oktober 2013 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, een Nespresso-koffiemachine, merk Krups, type XN7101, kleur zwart en/of een doos met (diverse smaken) (Nespresso) koffiecups heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde koffiemachine en/of doos met koffiecups wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaak 12);
11.
hij in of omstreeks de periode van 18 augustus 2013 tot en met 20 augustus 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
parkeergarage nabij een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen
-een motor, merk Yamaha, type FZ8, (gekentekend [kenteken 3])
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (zaak 13);
althans, indien het vorenstaande onder 11 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 augustus 2013 tot en met 27 augustus 2013 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
-een motor, merk Yamaha, type FZ8, (gekentekend [kenteken 3]) heeft/hebben
verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde motor(fiets) wist(en) dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaak 13).
Bijlage II
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, Eenheid Vermogenscriminaliteit Woning Inbraken Team, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 08BORRA, dossiernummer 2013116091, gesloten op 18 december 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
Feit 1
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1], p. 237 en 238:
Ik wil aangifte doen van inbraak in mijn woning, [adres 3] te Berg en Dal, gemeente Groesbeek gepleegd op 14 april 2013 tussen 01:00 uur en 08:30 uur. (…) Vanmorgen ben ik naar de IPad van mijn zoon gaan zoeken en kwam ik tot de conclusie dat ik meer spullen miste. Ik mis ook mijn IPhone, portemonnee met rijbewijs van zowel die van mijn vrouw als die van mij. (…) Ik zag aan de voorzijde van mijn woning houtkrullen op de grond liggen. (…) Ik zag daar een gat in zitten van ongeveer 2 centimeter doorsnee. (…)
De bijlage weggenomen goederen, p. 239 en 240:
IPhone, type 4s 16 gb, zwart;
IPad, type 3g 32 geldboete, zwart, in een zwarte map;
Apple IPad, Mini, wit;
Apple IPod Nano;
Koptelefoon, merk OMX50VC Street;
Geluidskaart, Harman Kardon Go And Play;
Lederen jas, kleur Crème;
Tas, Mountain Backpack;
Portemonnee, merk Perotti, bruin; (…)
Een e-mail van aangever [benadeelde 1], 241 en 242:
Later teruggevonden in het pad achter het huis:
Spijkerboek Diesel;
Zwarte kinderjas;
Damesportemonnee (zonder het geld);
De pinpassen;
Damestas;
Sleutels auto. (…)
Het proces-verbaal sporenonderzoek, p. 243:
Op 14 april 2013, werd door mij, verbalisant, in verband met een diefstal in/uit woning gelegen aan de [adres 3] te Berg en Dal, een forensisch onderzoek naar sporen verricht. (…) In de voorgevel van de woning bevond zich een erker welke deel uit maakte van het woongedeelte. In de erker bevond zich een uitzetraam. Door de dader werd onder in het raamkozijn van dit raam een gat geboord. Dit gat bevond zich op een hoogte van ongeveer 113 cm en had een diameter van ongeveer 20 mm. Het uitzetraam werd met behulp van een raamboom zonder slot afgesloten. Door het geboorde gat werd door de dader een voorwerp gestoken waarmee hij van buitenaf de raamboom kon bedienen. Middels inklimming door het geopende raam had de dader toegang tot de woning verkregen. (…) Door mij, verbalisant, werden de daarvoor in aanmerking komende plaatsen en/of goederen op de aanwezigheid van sporen onderzocht. Hierbij trof ik de volgende al dan niet bruikbare sporen aan:
Spoornummer 13400;
Door de bewoners werd in de woonkamer op de vloer naast een houten meubel, welke zich onder de televisie bevond, een sigarettenpeuk aangetroffen. (…) Genoemde sigarettenpeuk werd voor vervolgonderzoek veiliggesteld en voorzien van SIN AAFW9468NL.
Spoornummer 133401;
Op genoemd raam werd aan de buitenzijde van dit raam het kozijn rondom het geboorde gat op de eventuele aanwezigheid van biologisch celmateriaal (speeksel) bemonsterd. Deze bemonstering werd voorzien van SIN AABA6079NL. (…)
Rapport Resultaten DNA onderzoek Nederlands Forensisch Instituut, p. 248 en 249:
Identiteitszegel spoor delicttype plaats delict DNA (….) matches met Databank persoon
opname
AAFW9468NL#01 Peuk Inbraak Berg en Dal ja (….) 1
Gem. Groesbeek
Bijlage
(….)
Omschrijving onderzoeksmateriaal een peuk
DNA-identiteitszegel AAFW9468NL#01
Delict Inbraak
(….)
Soort DNA-profiel ` enkelvoudig DNA-profiel
Matchkans DNA-profiel kleiner dan één op één miljard
Datum opname DNA-databank 04 juni 2013
(….)
Omschrijving onderzoeksmateriaal een referentiemonster wangslijmvlies van
[medeverdachte 1] (geboren op 17 augustus 1982)
(….)
Het proces-verbaal bevindingen analyse verkeersgegevens Berg en Dal, p. 268 t/m 271:
Uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] de gebruiker is van het telefoonnummer [x]. (…) Uit onderzoek is ook gebleken dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van de telefoonnummers [x]. (…)
Analyse
[verdachte]
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [x] en in gebruik bij [verdachte] blijkt onder andere dat:
- Het telefoonnummer [x] op 14-04-2013 tussen 01:01:43 uur en 03:26:25 uur de cell id’s aanstraalt die dekking bieden op en in de omgeving van de [adres 3] te Berg en Dal.
(…)
Dennis[medeverdachte 1]
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [x] en in gebruik bij [medeverdachte 1] blijkt onder andere dat:
- Het telefoonnummer [x] op 14-04-2013 tussen 01:01:43 uur en 03:26:25 uur de cell id’s aanstraalt die dekking bieden op en in de omgeving van de [adres 3] te Berg en Dal.
(…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 252 en 253:
Op zondag 14 april 2013 werd er ingebroken in een woning gelegen aan de [adres 12]te Berg en Dal. (…)Uit de uitgelezen bestanden van het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] is, onder andere, liet volgende berichtenverkeer te lezen:
-Op 14-04-2013 om 11:18:37 uur wordt er vanaf het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “[naam]” verstuurd naar het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:18:45 uur wordt er vanaf het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Ben je op” verstuurd naar het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:25:53 uur wordt er op het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Ja allang” ontvangen vanaf het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:26:09 uur wordt er op het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Hoezo” ontvangen vanaf het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:26:43 uur wordt er vanaf het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Kijk eens voor me” verstuurd naar liet mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:26:46 uur wordt er vanaf het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] een bestand verstuurd naar het mobiele telefoonnummer [x]. Het bestand is volgens de gegevens een zogeheten jpg bestand welke uit de eigen library van het mobiele telefoontoestel afkomstig is, vermoedelijk een foto. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:27:53 uur wordt er op het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Wat kosten ze” ontvangen vanaf het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:30:55 uur wordt er vanaf liet mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst ‘600 voor alen drie” verstuurd naar het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:33:43 uur wordt er op het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “En 200 voor 1 of wat” ontvangen vanaf het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 11:57:42 uur wordt er vanaf het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Nee[naam2]?s in een” verstuurd naar het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
-Op 14-04-2013 om 15:43:37 uur wordt er op het mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] de tekst “Ja hoeveel moet kosten” ontvangen vanaf het mobiele telefoonnummer [x]. Dit bericht wordt via het programma WhatsApp verstuurd.
(…) Zoals hierboven beschreven is er op 14 april 2103 vanaf het mobiele telefoontoestel
van verdachte [verdachte] een foto, middels het programma WhatsApp, een foto bestand
verzonden naar het mobiele telefoonnummer [x]. In de bestanden van het
uitgelezen mobiele telefoontoestel van verdachte [verdachte] is er een foto te zien waarop een witte Apple IPad Mini, een zwarte Apple IPhone en een zwarte Apple IPad naast elkaar liggen. Deze foto is gemaakt op 14-04-2013 om 11:26:35 uur. Deze foto is opgeslagen als een zogeheten Jpeg bestand. (…) Op dinsdag 5 november 2013 werd er een doorzoeking verricht in de woning van verdachte [verdachte]. Ik, verbalisant, zag dat het keukenblad in de woning, van verdachte [verdachte], een kunststof blad betrof met een lichtkleurig steen patroon. Tevens zag ik, verbalisant, dat de wand van de woonkamer, naast de keuken donkerkleurig, zwart was. Ik herken op de genoemde foto, de foto met Apple apparatuur, het keukenblad en de muur als zijnde het keukenblad en muur van de woning van verdachte [verdachte]. Hierdoor is het zeer aannemelijk om te stellen dat de genoemde foto, de foto met Apple apparatuur, genomen is in de woning van verdachte [verdachte], en dat de goederen op de foto, middels het programma WhatsApp, via zijn mobiele
telefoontoestel te koop aangeboden worden. (…)
Het proces-verbaal van aangever [benadeelde 1], p. 255
“0: Verbalisant toont aangever een foto. Op de foto staan drie verschillende goederen afgebeeld. Een kopie van de getoonde foto wordt bij dit proces verbaal gevoegd en maakt onderdeel uit van dit proces verbaal.
V: Wat ziet u op de foto staan?
A: Die witte ziet eruit als de mini IPad van mijn zoon. Mijn IPhone en mijn IPad waren verder weg. Het was de eerste uitvoering van de IPad. De eerste uitvoering was ook dikker als de latere uitvoeringen van de IPad. Op de foto lijkt de rand ook wat dikker en je ziet geen puntje aan de bovenzijde van de IPad. De eerste uitvoering van de IPad had ook geen camera. Ik denk daarom dat de IPad op de foto de eerste uitvoering van de IPad is. Gezien de combinatie denk ik dat het mijn mini IPad, IPhone 4S en IPad zijn die bij de woninginbraak zijn weggenomen. (…)
Verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 5 februari 2014:
(…) ‘Ik heb de foto van pagina 254 via WhatsApp verstuurd met de bedoeling om de spullen te verkopen.’ (…)
Feit 2
Het proces-verbaal van aangifte van[benadeelde 2], p. 360 en 361:
Ik woon samen met mijn man en kinderen op De [adres 4] te Elst. (…) Op 18 april 2013 werd ik wakker door een geluid. Ik keek uit het raam van mijn slaapkamer. Ik zag dat er een man (persoon 1) in mijn achtertuin liep. (…) Ik zag dat hij richting De [adres 4] liep. (…) Ik zag dat de man richting een andere man (persoon 2) liep. (…) De afstand tussen mij en de genoemde personen was ongeveer 10 a 15 meter. Ik zag dat deze mannen richting De [adres 4] liepen. (…) Nadat we het gordijn omhoog hadden gedaan, zagen wij dat het raam was opengebroken. Ik zag dat het uitzetboom van het raam was afgebroken. Tevens zag ik dat er een afdruk van een schroevendraaier in het hout van het raam en het kozijn zat. Hierop zag ik aan de buitenzijde dat met een gat heeft geboord in hout van het raam. Ik kan de mannen als volgt beschrijven:
*Persoon 1 (persoon niet in het gezicht gezien)
-man
-blank of licht getint
-slank postuur
-donker, sluik haar
-geen lang haar, maar ook niet erg kort haar
-ongeveer 1.80m lang (schatting)
-donker jack (dikke/volle jas met vulling) zwart of donkerblauw
-geen merk of logo
-donkere broek, de broek zat niet strak om het lichaam.
*persoon 2 (persoon niet in het gezicht gezien)
-man
-blank of licht getint
-donker haar (korter dan persoon 1)
-ongeveer 10cm kleiner dan persoon 1
-normaal postuur
-donker jack (dikke/volle jas met vulling)
(…)
Het proces-verbaal sporenonderzoek, p. 372 en 372:
Op 18 april 2013 werd door mij verbalisant als forensisch onderzoeker op verzoek van Politie Gelderland-Midden een forensische onderzoek naar sporen verricht in verband met een vermoedelijke poging tot gekwalificeerde diefstal in/uit woning. (…) Het onderzoek is verricht in een woning te [adres 4], [adres 4] Elst Gld, binnen de gemeente Overbetuwe. (…) aan de linkerzijde van de vrijstaande woning heeft men in het uitzetraam ter hoogte van het uitzetijzer met een slangenboor een gat met een diameter van 20 mm geboord. (…) De volgende sporen/stukken van overtuiging werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
(…) Biologisch spoor
(…) SIN: AAFX9730NL
(…) Soort: Speeksel
Wijze veiligstellen: Wattenstaafje
(…) Plaats veiligstellen: Rond boorgat uitzetraam linkerzijde woning.
(…)
Rapport Resultaten DNA onderzoek Nederlands Forensisch Instituut, p. 445 en 447:
Bijlage
(….)
Omschrijving onderzoeksmateriaal een bemonstering
DNA-identiteitszegel AAFX9730NL#01
Delict Inbraak
(….)
Soort DNA-profiel ` enkelvoudig DNA-profiel
Matchkans DNA-profiel kleiner dan één op één miljard
Datum opname DNA-databank 11 juni 2013
(….)
Omschrijving onderzoeksmateriaal een referentiemonster wangslijmvlies van
[medeverdachte 1] (geboren op 17 augustus 1982)
(…)
Het proces-verbaal van verhoor verdachte[medeverdachte 1], p. 479:
(…) Op 17 april 2013 te Elst, zijn wij niet binnen geweest. Het was mislukt. (…) Hij ([verdachte]) ging volgens mij een raam openbreken, met een schroevendraaier. Hij maakte herrie en toen zei ik nog dat iemand ons zag. Toen zijn we genokt en zagen we politie.
Het proces-verbaal van aanhouding van [verdachte], p. 464 en 465:
(…) Wij, verbalisanten hoorden dat verschillende eenheden van de centralist van de politiekamer de opdracht kregen om te gaan naar de [adres 4] te Elst waar men zojuist geprobeerd had in te breken. Ik hoorde dat de centralist de volgende informatie doorgaf:
  • Twee mannen hebben zojuist het keukenraam van de zojuist genoemde woning open gebroken;
  • Beiden mannen zijn weggelopen in de richting van het Gulf tankstation aan de Lange Dreef;
  • Zij waren gekleed in donkere jassen en een donkere broek;
Enkele ogenblikken later hoorden wij, verbalisanten, dat een collega van eenheid 21.09, die later bleek te zijn [verbalisant 5], zei “een krantenjongen vertelde mij net dat een (1) man hard wegrende over De [adres 4] te Elst. Deze man had donkere kleding aan.” Enkele ogenblikken later hoorde ik dat een collega van eenheid 21.09 zei: “Ik zie nu een man met donkere kleding wegrennen over het fietspad van De [adres 4]”. (…) Omstreeks 05.15 uur zagen wij dat een man met een donkere jas, die later bleek te zijn verdachte [verdachte], lag onder een struik in de tuin van perceel [adres 13] te Elst. Wij, verbalisanten zagen dat hij zijn donkerblauwe jas van het merk Nickelson verstopt had onder een andere struik. (…)
Feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 12] namens zichzelf en de benadeelde [benadeelde 13], p. 511 t/m 513;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 februari 2014.
Feit 4
Het proces-verbaal van aangifte van[benadeelde 3], p. 781 en 782:
Op 18 maart 2013 werd er ingebroken in de woning [adres 5] te Nijmegen. Men heeft twee gaten geboord in het kozijn van het keukenraam. Het zijn behoorlijke grote gaten van zeker een anderhalve centimeter in doorsnee. Het gat is niet geheel doorboord. Het tweede gat is wel geheel doorgeboord. Het keukenraam gaf vervolgens toegang tot de woonkeuken dat tegen de originele woning is aangebouwd. (…) De navolgende goederen werden ontvreemd:
- Portefeuille van mij, met daarin:
- Kentekenbewijzen van de auto [kenteken 3].
- Paspoort
- Lidmaatschap pasjes
- Bidprentjes
  • 2 Laptop computers incl. de opladers, Toshiba en HP.
  • 3 x GSM, incl. 1 oplader:
- Samsung Galaxy IMEI [x]
- Samsung Galaxy Adventur IMEI [x]
- Blackberry
- Portemonnee zoon met daarin:
- Bankpas ING [x]
- Schoolpas/kluispas
- ID bewijs
Het proces-verbaal bevindingen onderzoek historische verkeersgegevens Imei-nummer [x], p. 792 en 793:
Aanleiding onderzoek.
Op 18 maart 2013 werd door[benadeelde 3], wonende [adres 5] Nijmegen, [adres 5], aangifte gedaan van gekwalificeerde diefstal uit zijn woning. (…) Uit de woning is o.a. een mobiele telefoon, merk Samsung Galaxy zwart, voorzien van het Imei-nummer [x] met daarin de simkaart met telefoonnummer [x] weggenomen. (…)
Analyse verkeersgegevens Imei-nummer.
Op 27 mei 2013 heb ik de ontvangen verkeersgegevens onderzocht. (…) Aan de hand van die verkeersgegevens stelde ik vast, dat:
  • Vanaf 18 maart 2013 te 17:10:49 uur tot en met 28 april 2013 te 22:42:06 uur een andere simkaart, voorzien van het telefoonnummer [x] in dit ontvreemde telefoontoestel is geplaatst.
  • Dit een zogenaamde naamloze Prepaid simkaart betreft (waaraan geen tenaamstelling is gekoppeld.)
  • Met deze toestel-/simkaart combinatie in de vermelde periode 263 belcontacten hebben plaats gehad, terwijl deze combinatie zich tijdens die belcontacten voornamelijk bevond onder zendmastlocaties in de gemeente Nijmegen.
(…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p 46:
(…) Ik heb Dennis ook naar zijn telefoonnummer gevraagd. Dit kreeg ik vervolgens van hem. Hij gaf mij het volgende mobiele telefoonnummer op: [x]. (…)
Het proces-verbaal bevindingen onderzoek historische verkeersgegevens Imei-nummer [x], p. 796 en 797:
Aanleiding onderzoek.
Op 18 maart 2013 werd door[benadeelde 3], wonende [adres 5] Nijmegen, [adres 5], aangifte gedaan van gekwalificeerde diefstal uit zijn woning. (…) Uit de woning is o.a. een mobiele telefoon, merk Samsung Galaxy, kleur wit, voorzien van het Imei-nummer [x] met daarin de simkaart met telefoonnummer[x] weggenomen.
(…)
Analyse verkeersgegevens Imei-nummer.
Op 27 mei 2013 heb ik de ontvangen verkeersgegevens onderzocht. (…) Aan de hand van die verkeersgegevens stelde ik vast, dat:
  • Vanaf 22 maart 2013 te 18:42:06 uur tot en met 28 april 2013 te 22:38:29 uur een andere simkaart, voorzien van het telefoonnummer [x], in het ontvreemde telefoontoestel is geplaatst.
  • Er met die toestel-/simkaart combinatie in de vermelde periode 1731 belcontacten hebben plaatsgevonden. Een selectie van deze lijst met belcontacten van dit telefoonnummer gaat eveneens als bijlage hierbij.
  • Dit telefoonnummer blijkens aanwezige CIOT-/NAW gegevens in gebruik is bij ene persoon, genaamd: [partner verdachte], wonend te Nijmegen, [adres 1].
Om de exacte persoonsgegevens van deze persoon te verifiëren heb ik de Gemeentelijke Basis Administratie geraadpleegd. Uit dit systeem bleek, dat de juiste personalia van deze persoon luiden: [partner verdachte], geboren te [geboortedatum 2], sedert 16 maart 2011 ingeschreven op het adres [adres 1] te Nijmegen. Op dit adres staat eveneens ingeschreven: [verdachte], geboren te [geboortedatum 3]. (…)
Het proces-verbaal van bevindingen, 819:
In het 08BORRA onderzoek is er een Toshiba Laptop in beslag genomen. De inbeslagname heeft plaatsgevonden tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte [verdachte] aan de [adres 1] in Nijmegen op 5 november 2013. Door de digitale recherche van Oost Nederland is in het forensische opsporingscentrum te Elst een image gemaakt van de harde schijf van de Toshiba laptop. Van deze handeling is een proces-verbaal opgemaakt door een digitaal rechercheur. Hieruit is gebleken dat de vorige gebruiker van deze laptop een persoon genaamd [benadeelde 3] zou zijn. Ook kwam het adres van [adres 14] in Nijmegen meerdere malen voor. Ik heb onderzoek gedaan naar voornoemd adres. Op het adres zit een muntenhandel gevestigd. Ik heb telefonisch contact opgenomen met dit bedrijf. Ik kreeg [benadeelde 3] aan de telefoon. Hij vertelde mij dat hij op de [adres 5] woont. (…) Hij verklaarde aan mij dat hij op 18 maart 2013 aangifte had gedaan van diefstal uit zijn woning aan de [adres 5] in Nijmegen (…) Hij verklaarde aan mij dat daar onder meer laptops en telefoons waren gestolen. Op mijn vraag of het een Toshiba laptop was antwoordde[benadeelde 3] ja.
Het proces-verbaal onderzoek aan gegevensdrager(s), p. 813 en 814:
(…) De navolgende goederen zijn door mij onderzocht: 1 Laptop Toshiba L75D.
(…) Door mij werden gegevens aangetroffen in de unallocated clusters, (door het besturingssysteem (nog) niet toegewezen, dan wel vrijgemaakte delen van de harde schijf) van de computer. Deze gegevens konden duiden op een vorige gebruiker c.q. eigenaar van de gegevensdrager. Zo kwam de naam [benadeelde 3], [benadeelde 14], [benadeelde 15], evenals het adres: van [adres 14], [adres 14] te Nijmegen. Zo was er vroeger op het besturingssysteem een user aangemaakt genaamd: EIGENAAR. Deze user is tot en met 17 maart 2013 op de computer aanwezig geweest, maar inmiddels is deze user niet meer aanwezig op de laptop. De huidige default USER is sinds 20 maart 2013 actief. (…)
Feiten 5 en 6
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] mede namens [benadeelde 5], p. 865 en 866:
Ik doe aangifte van woninginbraak. Ik woon samen met mijn man, [benadeelde 5], in huis, [adres 6] te Grave. (…) Op 3 november 2013 werd ik gebeld door de buurvrouw. (…) Ik hoorde de buurvrouw zeggen: “[benadeelde 4], je tuindeur staat open en de auto is weg’. Ik liep met de telefoon naar beneden en zag meteen de kelderdeur open staan. Ik zag verder dat ze via het raam in de kelder binnen waren gekomen. Ik zag namelijk dat de flessen wasmiddel aan de kant waren getrapt en dat de slang van de droger los was afgekoppeld, daar waren ze op gaan staan. Verder zag ik dat de tuindeur open stond en dat ik spullen miste. De auto, zwarte Toyota Verso gekentekend [kenteken 2], hebben ze meegenomen. (…) Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage weggenomen goederen, weggenomen. (…)
De bijlage weggenomen goederen, p. 870 t/m 872:
een portemonnee met inhoud: een museum jaarkaart, een ns-kaart en euro 150,-;
een portemonnee met inhoud: 150,- euro;
een LED tv, merk Samsung;
een notebook, merk Acer, type Aspire;
een fotocamera, merk Sony Hx300;
een laptop, merk Asus, type S56 CA;
een fotocamera, merk Sony Hx9vb;
een rijbewijs,
een I-pod, merk Apple;
twee aangepaste zonnebrillen;
één stuk autogereedschap;
een paraplu;
een kussen;
een auto, merk Toyota, type Verso (gekentekend [kenteken 2])
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 878:
Op donderdag 14 november 2013, waren wij verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], gekleed in uniform en belast met algemene politietaken. We reden in een opvallend politievoertuig door Nijmegen. Op verzoek van de meldkamer reden wij naar de [adres 15] te Nijmegen. Een melder had namelijk aangegeven dat er voor zijn woning op de [adres 15] te Nijmegen al geruime tijd een voertuig geparkeerd stond. Volgens de meldkamer zou het gaan om een zwarte Toyota Verso, voorzien van kenteken [kenteken 3]. Deze auto zou al gestolen gesignaleerd staan. Vervolgens reden wij verbalisanten naar de [adres 15] te Nijmegen. Ter hoogte van pandnummer 70 troffen wij, omstreeks 14.27 uur, op de parkeerplaats bovengenoemd voertuig aan. (…) Op het politiebureau heb ik, verbalisant [verbalisant 2], telefonisch de eigenaar van het voertuig in kennis gesteld van het aantreffen van zijn auto. De eigenaar, betrokkene [benadeelde 5], verklaarde mij dat de parkeerschijf, de twee kleden en de Albert-Heijn tas zijn eigendom zijn. (…)
Het proces-verbaal analyse Bakengegevens Audi A3 d.d. 24 oktober 2013, p. 881 en 882:
(…) Uit de bakengegevens blijkt mij dat de Audi A3 voorzien van het kenteken [kenteken 3] zich op 24 oktober 2013 tussen 20:35:04 uur en 21:02:07 uur zich bevond nabij een kruising aan de Monseigneur Borretweg met de Burgemeester Ficqlaan in Grave. (…) Uit de bakengegevens blijkt mij ook dat de Audi A3 voorzien van het kenteken [kenteken 3] zich op 24 oktober 2013 tussen 23:45:29 uur en 25 oktober 2013 te 00:16:23 uur zich bevond nabij de kruising aan de Hamstraat met de Sint Elisabethstraat in Grave. (…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 884:
In het onderzoek O8BORRA werd verdachte [medeverdachte 2] gehoord. In zijn eerste verhoor verklaarde hij dat hij samen met verdachte [verdachte] had ingebroken in een woning in Grave. Uit onderzoek is gebleken dat deze inbraak, de inbraak van 3 november 2013 Betreft. Tijdens deze inbraak werd een personenauto van het merk Toyota weggenomen. Het kentekenbewijs van deze Toyota werd twee dagen later tijdens een doorzoeking in de woning van [verdachte] gevonden. Verdachte [medeverdachte 2] verklaarde dat [verdachte] na de voornoemde woninginbraak in Grave de gestolen Toyota in Nijmegen had geparkeerd en dat ze daarna met een andere auto richting Berg en Dal reden. [medeverdachte 2] verklaarde dat daar de auto stond geparkeerd van [verdachte]. Deze auto, een Audi A3, stond geparkeerd nabij de Montessori college waar [medeverdachte 2] op school zit. Het Montessori college is gelegen aan de [adres 7] in Nijmegen. In dit onderzoek heeft de politie de auto van [verdachte] voorzien van een baken. Uit bakengegevens blijkt dat op 3 november 2013 omstreeks 00:25:59 uur de auto van [verdachte] stil staat op de [adres 7] in Nijmegen nabij de Montessori college. Ook te zien is dat de auto van [verdachte] daar ongeveer 4 uur stil blijft staan om daarna omstreeks 04:23:02 uur weer weg te rijden naar de St Annastraat in
Nijmegen. (…)
Het proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming, p. 860:
(…) Object: Kentekenbewijs
(…) Serienummer: [kenteken 2]
Het proces-verbaal van 1e verhoor verdachte [medeverdachte 2], p. 907 t/m 910:
(…)
V: Weet jij waar jullie de laatste keer heen gingen om in te breken?
A: Wij zijn de kant van Grave op gegaan.
V: Met welke auto zijn jullie daar geweest om te gaan inbreken?
A: Niet met de auto van[verdachte].
V: Met welke auto zijn jullie daar heen gegaan?
A: Volgens mij met een geleende auto.
V: Wanneer was de laatste keer dat jij met[verdachte] mee bent geweest?
A: Ik denk zo’n drie a vier weken geleden.
V: Wat herinner jij hier nog van?
A: Ja het was richting Grave. Ik weet niet of het in Grave was of dichtbij Grave. Het was denk ik drie a vier weken geleden geweest. Dat wij daar een beetje gingen kijken.
V: Wie reed er?
A: Eerst reed[verdachte] en toen ik.
V: Hoe ging dat?
A:[verdachte] reed er naar toe en ik ben terug gereden.
V: Waarom reed[verdachte] niet terug?
A: Dat wil ik niet zeggen.
O: Wij weten dat wel. Hij heeft wel gereden, maar niet in de auto waar jullie mee zijn gekomen.
A: Dat klopt. Ik moest daarna achter[verdachte] aan rijden.
V: Wat zei[verdachte] tegen jou toen hij de auto geparkeerd?
A: Dat ik moest wachten. Ik ben een keer met hem meegelopen naar een huis.
V: Wat voor een huis was dat?
A: Een groot huis.
V: Wat viel je op aan het huis?
A: In de buurt van het huis was water. Het was een groot huis. Ik weet niet meer of het aan de voorkant of achterkant van het huis was. (…)
V: Weet jij het merk van de auto die[verdachte] heeft meegenomen van die oprit?
A: Volgens mij Toyota. (…)
V:[verdachte] parkeert de auto en jullie lopen dan naar een buis, wat gebeurd er dan?
A:[verdachte] wist volgens mij precies waar hij zijn moest.[verdachte] wist dat volgens mij wel vaker. Wij via de tuin gelopen voor een goede manier om binnen te komen. Ik ben rustig
naar de auto gelopen die wij bij hadden. De auto stond ongeveer 2 minuten lopen vanaf het huis.
(…)
A:[verdachte] bleef bij dat huis. Ik ben in de auto gaan zitten en heb op hem gewacht. Het duurde een kwartier of een half uurtje voordat hij terug kwam.
V: Hoe kwam[verdachte] terug?
A:[verdachte] kwam met de auto.[verdachte] zei dat ik achter hem aan moest rijden.
V: In welke auto zat[verdachte]?
A: In de Toyota die bij dat huis stond.
(…)
V: Waar in Dukenburg zijn jullie heen gereden?
A: Bij een Spar in de buurt en daar zat ook een ING. Het was bij Weezenhof of
Aldenhof. Het is een van de twee.
V: Wat hebben jullie daar gedaan?
A:[verdachte] heeft daar de Toyota geparkeerd
(…)
V: Er zijn veel spullen weggenomen bij die inbraak in Grave. Wat is er met die spullen gebeurd?
A: Dat weet ik niet.
V: Heb jij die spullen gezien?
A: Ja, die lagen in de Toyota.
V: Wat is er met de spullen gebeurd die in de Toyota lagen?
A: Die zou[verdachte] verkocht hebben.
V: Welke spullen heb jij zien liggen in de Toyota?
A: Een zwart plat tv’tje. Ik schat dat deze ongeveer 1,00 meter lang. Een camera en deze zat in een hoesje.[verdachte] haalde deze uit het hoesje en[verdachte] zei dat er een barst in het scherm van de camera zat. Mijn oom is fotograaf en het was best een professionele camera. Volgens mij ook een laptop, maar dat weet ik niet zeker meer.
(…)
V: Wat hebben jullie gedaan, nadat[verdachte] de Toyota in Nijmegen had geparkeerd?
A: Ik ben toen op de passagiersstoel gaan zitten en[verdachte] ging achter het stuur zitten.[verdachte] reed toen richting Berg en Dal. Daar stond de auto van[verdachte] geparkeerd. Dit was vlakbij mijn school.
V: Welke school is dat?
A: Het Montessori College. (…)
A: Ik heb wel vaak voor[verdachte] gereden. Als[verdachte] iets zag zou hij later terug gaan. Hij ging ook wel eens met anderen later terug. Ik ben er denk ik als er wat gebeurde vijf a zes keer meegaan met[verdachte]. Ik was dan alleen met[verdachte].
V: Wat bedoel je met als er wat gebeurde?
A: In woning inbreken. Ik ben vijf a zes keer mee geweest en het is volgens mij maar vier keer gelukt.
V: Ook wel bij andere dingen?
A: Nee ik ben alleen met[verdachte] bij woning geweest.
V: Ben jij bij de vijf a zes keer ook in de woning geweest?
A: Nee ik ben nooit binnen geweest. Ik heb in Grave voor de deur gestaan.
V: Waar ging[verdachte] het huis in Grave naar binnen?
A: Bij een raam beneden.
V: Waar bevond het raam zich?
A: Volgens mij aan de zijkant van het huis.
V: Is het dan als je voor het huis staat aan de linkerkant of rechterkant van het
huis?
A: De rechterkant.
V: Hoe heeft[verdachte] het raam bij de inbraak in Grave open gemaakt?
A: Met een breekijzer.
(…)
Feit 7
Het proces-verbaal van aangifte [benadeelde 6], p. 965 en 966:
(…) Ik doe aangifte van poging tot inbraak in mijn woning aan de [adres 8] te Nijmegen. (…) Ik hoorde op 17 oktober 2013 wat gerinkel dat leek op vallend glas. (…) Kort daarop hoorde ik in ieder geval weer gerinkel. (…) Wij zijn naar beneden gegaan en zagen in de gang glas liggen. Ook zagen wij dat het raampje in de voordeur ingeslagen bleek, wij zagen een groot gat ter hoogte van het deurslot. (…) Men is niet binnen geweest. (…)
Het proces-verbaal van het 2e verhoor van verdachte [medeverdachte 2], p. 928 en 929:
(…)
V: Waar ging het gesprek over?
A: Ja waarschijnlijk over inbreken. Ik weet dit bijna wel zeker. Hij wilde mogelijk bespreken waar die heen wilde. Ik heb[verdachte] toen ook even ontmoet. Wij stonden met de auto’s naast elkaar en hebben toen de raampjes naar beneden gedaan en met elkaar gesproken. Wij hebben ongeveer 5 minuten met elkaar gesproken. Ik weet niet meer precies wat er toen gezegd is, maar het ging wel dat hij wilde gaan inbreken samen met mij.
V: Ben jij toen ook met[verdachte] gaan inbreken?
A: Nee, want hij belde mij altijd voordat hij met mij wilde gaan inbreken. Hij vroeg mij dan altijd waar ik was.
V: Dus als[verdachte] met jou wilde gaan inbreken dan belt hij jou van te voren waar je bent. Klopt dat?
A: Ja, maar hij liet soms ook niets van zich horen en stond ik voor niets te wachten.[verdachte] was moeilijk te peilen wat dat betreft.
(…)
Gespreknummer 283056019 vrijdag 22-9-2013 20.30 uur
[verdachte] (sh) belt [medeverdachte 2] (sh)
[verdachte] belt en zegt dat ze een rondje Willemskwartier gaan rijden.
[medeverdachte 2] zegt dat hij bij cafetaria [naam cafetaria] zit en dat hij hem dringend nodig heeft.
V: [medeverdachte 2], wat kun je ons over dit gesprek vertellen?
A: Ja, toen was ik met mijn vriendin. Ik kan mij dit nog wel herinneren.[verdachte] is toen naar de [naam cafetaria] gekomen. Ik heb buiten bij de [naam cafetaria] afgesproken dat ik hem later zou zien. Volgens mij hebben wij toen bij de Esso aan de Sint Annastraat te Nijmegen.[verdachte] is toen weer gegaan richting Keizer Karelplein. Ik ben die avond nog met[verdachte] op pad geweest in het Willemskwartier te Nijmegen.[verdachte] had in een woning wat gezien.[verdachte] zei tegen mij tik jij het ruitje maar in. Ik heb toen een ruitje ingetikt.
V: Waarom had jij[verdachte] dringen nodig?
A: Ik had 80 euro nodig en dat wilde ik van hem lenen. Ik dacht dat het toen daarover ging. Ik heb toen[verdachte] er was afgesproken om samen op pad te gaan.
V: Waarom moest jij het ruitje inslaan?
A: Wij waren daar aan het wandelen en toen zag[verdachte] iets in het huis staan.
V: Wat zei[verdachte] precies tegen jou?
A: Sla die ruit in.
V: Hoe heb jij de ruit ingeslagen?
A: Met een steentje.
V: Welke ruit heb jij ingeslagen?
A: Ruitje van de voordeur.
(…)
V: Waar was deze woning?
A: Die zat tussen bakkerij [naam bakkerij] en [adres 16] te Nijmegen.
V: Hebben jullie daar wat weggenomen?
A: Nee volgens mij niet.
V: Wat gebeurde er toen?
A: Volgens mij werden de mensen wakker en kwam de politie. Ik weet zeker dat er
toen politie is geweest.
(…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 946:
Op 21 november 2013 omstreeks 16.46 uur zijn wij, verbalisanten, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], met verdachte [medeverdachte 2] in een voertuig gestapt. Wij zijn vervolgens met verdachte [medeverdachte 2] door Nijmegen gaan rijden. Wij reden op aanwijzingen van verdachte [medeverdachte 2] naar de woningen waar hij samen met verdachte [verdachte] had ingebroken. (…) Wij zijn daarna naar de [adres 8] te Nijmegen gereden. In het verhoor had verdachte verklaard dat hij bij een woning die tussen bakkerij [naam bakkerij] en [adres 16] te Nijmegen zat, had geprobeerd in te breken. Verbalisant [verbalisant 3] is bekend in Nijmegen en wist dat bakkerij [naam bakkerij] zich op de [adres 8] bevond. Toen wij op de [adres 8] reden hoorden wij dat de verdachte zei: “Het was woning 101, 103 of 105, maar ik durf niet meer te zeggen welke het was” of woorden van gelijke strekking. (…)
Het proces-verbaal van het 2e verhoor van verdachte [medeverdachte 2], p. 928 en 929
(…)
Gespreknummer 283138537 16-10-2013 22.25 uur
Tussen een en half twee hier oké fijne avond
V: Wat is er toen gebeurd tussen een en half twee?
A: Dat betekent dat ik tussen die tijd bij [verdachte] thuis moest zijn.
0: We hebben een aangifte van een poging van een woninginbraak aan de [adres 8] in Nijmegen. Vorige week ben je met onze collega’s langs deze woning gereden. Je wist niet of het nummer 101,103 of 105 was. Wij weten nu dat er op nummer 103 een inbraakpoging is geweest.
V: Heeft deze inbraak betrekking op de twee voorgenoemde tapgesprekken.
A: Ja, 100 procent. Maar dat kan ook een dag later zijn geweest.
V: Je verklaarde eerder dat je een ruitje had ingetikt bij die poging. Welk ruitje had je ingetikt?
A: Het ruitje bij de deur.
V: Hoe waren jullie daar gekomen?
A: Lopend, het is ongeveer 3 a 4 minuten lopen vanaf [verdachte] zijn huis.
V: Wie waren er nog meer bij.
A: Alleen [verdachte] en ik waren het.
(…)
Feit 8
Het proces-verbaal van aangifte[benadeelde 7], p. 1036 en 1037:
Ik doe aangifte van inbraak in mijn woning gelegen aan de [adres 9], te Nijmegen. (…) Op 23 september 2013 kwam mijn andere zoon weer als eerste beneden in de woonkamer van onze woning. Hij kwam er toen achter dat er was ingebroken. (…) De buitendeuren van mijn woning waren achter allen nog steeds afgesloten. Ook was er geen braakschade te zien. Ik vermoed dus dat de dader(s) de sleutel van mijn woning hebben gebruikt om de woning binnen te komen. Mijn zoon heeft namelijk op 21 september 2013 zijn fiets in het tuinschuurtje in onze tuin geplaatst. Hierbij heeft hij de fietssleutel (waar ook de huissleutel aan zat) in het slot van de fiets laten zitten. Op 21 september 2013 omstreeks 14.00 uur kwam mijn zoon er achter dat de sleutel niet meer in het fietsslot zat. Hij dacht in eerste instantie dat hij de sleutel gewoon kwijt was, maar nu er is ingebroken en er geen braakschade te bekennen is, denken wij dus dat de sleutel uit zijn fiets is weggenomen en dat deze is gebruikt om de woning binnen te gaan. (…) Uit mijn woning zijn zonder toestemming de volgende goederen weg genomen:
  • Een televisie van het merk Sony, in de kleur zwart, type 42 inch;
  • Een laptop van het merk HP in de kleur zwart, type breedbeeld;
  • Een tablet van et merk Cherry Mobility in de kleur zwart, inclusies toetsenbord en hoes, type M-1038;
  • 2 Ipods van het merk Apple (64 gb en 16 gb), beide in de kleur zwart, inclusief oordopjes, merk Senheisser.
Het proces-verbaal van het tweede verhoor van verdachte [medeverdachte 2], p. 1021 en 1022:
(…)
0: Dezelfde dag hebben jij en [verdachte] het volgende gesprek
Gespreknummer 283062510 23-9-2013 18.56 uur
AL: He waar ben je?
EC: Ik wou je net bellen, ik ben thuis.
AL: wat ga je doen?
EO: Dadelijk trainen wat dan?
AL: Hoe laat?
EC: Kom effe naar mij toe dan. Kom nou effe nou naar mij toe.
AL: He?
EC: Kom nou effe naar mij toe.
AL: Wat moet ik bij jou doen?
EC: Weet ik nie.
AL: He?
EO: Weet ik nie, balie.
AL: Jij ken toch gewoon, eli die andere dingetjes toch ook allemaal wegbrengen?
EO: Welke?
AL: Van gisteren dat snap je toch wel.
EO: Dat weet ik nou niet een twee drie.
AL: He?
EO: Die ipod en zo dat neemt hij niet.
AL: Laat maar ik kom wel langs, jij snapt ook af en toe niks, he?
V: [medeverdachte 2], wat kun je ons over dit gesprek vertellen?
A: Ja, nu weet ik het. Net wist ik het nog niet. Nu weet ik liet wel.
V: Waar ging het over?
Q A: Het was hij een woning bij het HOC in de buurt van de Goffert in Nijmegen. Daar is[verdachte] naar binnen gegaan.[verdachte] wilde dat ik daar naar binnen ging, maar dat wilde ik niet. Er zijn toen twee Ipod touch een televisie uit de woning weggenomen.
V: Wat voor een televisie?
A: Het was een redelijk oude televisie. Het was wel een platte televisie. Ik weet liet merk niet meer.
(…)
V: Waar is die woning?
A: Bij de Chinees rij je de wijk in en dan zit links de ROC en aan de rechterkant was die woning.
V: Wat was liet voor een huis?
A: Een rijtjeshuis.
(…)
V: Waar heb jij de auto geparkeerd?
A: In eerste instantie bij de Canisius College hij de Goffert. En ik heb de auto later bij het huis waar[verdachte] naar binnen was geweest om de hoek.
V: Wat hebben jullie toen jullie de auto bij de Canisius College had geparkeerd?
A: We zijn toen met zijn tweeën naar de woning gelopen. Wij gingen proberen of wij
erin konden. Ik heb toen met de sleutel geprobeerd en de sleutel paste. Ik wilde niet naar binnen en wij kregen toen discussie, omdat[verdachte] wilde dat ik naar binnen ging. Ik wilde dat niet. Wij zijn toen terug gelopen naar de auto.
V: Wat gebeurde toen?
A: Wij zijn toen richting de woning gereden. Ik bestuurde de auto en[verdachte] zat naast mij. Ik heb de auto toen om de hoek bij het huis waar[verdachte] naar binnen wilde geparkeerd.[verdachte] is toen uit de auto gestapt en zelf via de voordeur de woning binnen gegaan. Ik ben in de auto blijven wachten.[verdachte] is ongeveer kwartiertje binnen geweest. Ik zag toen hij naar buiten kwam dat hij een televisie in zijn handen had. In de auto liet[verdachte] de Ipods zien. Die had hij volgens mij in zijn zakken van zijn kleding zitten.
(…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1034:
Op 21 november 2013 omstreeks 16.46 uur zijn wij, verbalisanten, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], met verdachte [medeverdachte 2] in een voertuig gestapt. Wij zijn vervolgens met verdachte [medeverdachte 2] door Nijmegen gaan rijden. Wij reden op aanwijzingen van verdachte [medeverdachte 2] naar de woningen waar hij samen met verdachte [verdachte] had ingebroken. Verdachte [medeverdachte 2] gaf ons verschillende aanwijzingen en wij kwamen toen uit op de [adres 21] te Nijmegen. Toen wij op de [adres 9] reden passeerden wij een ROC. Verdachte zei vervolgens dat hij daar had ingebroken. Wij hoorden dat verdachte zei: “Dat huis is het”. Wij zagen dat verdachte het huis met huisnummer [x] aanwees. Ik verbalisant [verbalisant 4] vroeg vervolgens aan de verdachte “Dus je bedoelt het huis met huisnummer [x]”. Wij hoorden dat de verdachte zei: “Ja klopt”. Ik verbalisant [verbalisant 4] vroeg vervolgens “Weet je dat zeker?”. Wij hoorden dat de verdachte zei: “Ja dat weet ik zeker” of woorden van gelijke strekking.
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1063:
Op donderdag 21 november 2013 te 13.45 uur hoorden, wij verbalisanten, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], verdachte [medeverdachte 2]. Tijdens het verhoor van verdachte [medeverdachte 2] verklaarde hij, dat hij samen met[verdachte] bij een woning in de buurt van het Canisius College was geweest. Hij verklaarde daarna, dat[verdachte] hij deze woning naar binnen was gegaan. Hij wilde vervolgens verklaren hoe[verdachte] hij deze woning naar binnen was gegaan, maar hij gaf aan dat hij dit niet in zijn verklaring wilde hebben staan. (…) Wij hoorden dat verdachte [medeverdachte 2] zei: “Hij had de sleutels van dat huis, maar ik weet niet hoe hij aan die sleutels kwam. (…)
Feit 9
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8], p. 1091 en 1092:
Op 23 augustus 2013 ontdekte ik dat er in mijn woning gelegen aan de [adres 10] te Nijmegen was ingebroken. Ik ontdekte dat het raam, dat grenst aan de keuken, aan de voorzijde van de woning was geforceerd. (…) Het raam trof ik gedeeltelijk open met een stuk steen tussen het raam en de onderzijde van het raam. Ik zag ook dat de sleutel uit de voordeur was verwijderd en dat die sleutel waarschijnlijk is gebruikt om de deur aan de achterzijde te openen. (…) Ik mis enkele sleutels van de woning. Tevens heeft men in de gang van de woning uit de tas van de woning de portemonnee van mijn vrouw weggenomen met daarin de bankpas en 3 bankbiljetten van 20 euro en 1 bankbiljet van 5 euro. De laptop is uit een blauwe kast, die stond in de voorzijde van de woning weggehaald. De 2 Nintendo’s zijn uit een kast/schap aan de achterzijde van de woning weggehaald. (…) Tevens mis ik ook een bos sleutels. Hier zaten ongeveer 10 sleutels aan waarvan een sleutel van de woning en van de garage. (…)
De bijlage weggenomen goederen, p. 1093:
een notebook, merk Acer, kleur zwart;
twee computerspelletjes (voor Nintendo);
een portemonnee;
een bankpas van de ING;
een IPad, merk Apple, type 4;
Het proces-verbaal van het tweede verhoor van verdachte [medeverdachte 2], p. 186 en 187:
V: Wil je verder nog wat verklaren?
A: In [adres 22] heb ik samen met[verdachte] ingebroken.
(…)
V: Waar in [adres 22] was dat?
A: Bij het [adres 18] in Nijmegen.
V: Wat was dat voor een huis?
A: Een nieuwbouw huis.
V: Wat voor een soort huis?
A: Dat weet ik niet meer.
V: Wat is daar weggenomen?
A: Volgens mij een tablet en een laptop meer niet.
V: Wat voor een tablet was het?
A: Van Samsung of Apple.
V: Wat was het merk van de laptop?
A: Dat weet ik niet meer.
V: Hoe is daar ingebroken?
A: Het raam was daar volgens mij open. Dit is wel lang geleden.
V: Wanneer is dat geweest?
A: Dat durf ik niet te zeggen.
V: Wat is er met die spullen gebeurd?
A: Weet ik niet die heeft[verdachte] meegenomen. Ik denk dat hij deze verkocht heeft.
V: wat is jouw rol bij deze inbraak?
A: Ik stond op de uitkijk.
V: Wie had het plan om daar te gaan inbreken?
A: Dat was toeval dat we daar gingen inbreken.
V: Waarom was het toeval?
A: We waren daar aan het lullen en toen zagen we dat het raam open stond.
V: Wie is de woning binnen gegaan?
A: Ik ben niet binnen geweest.
V: Is[verdachte] binnen geweest?
A: Ja hij is binnen geweest.
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1089:
Op 21 november 2013 omstreeks 16.46 uur zijn wij, verbalisanten, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], met verdachte [medeverdachte 2] in een voertuig gestapt. Wij zijn vervolgens met verdachte [medeverdachte 2] door Nijmegen gaan rijden. Wij reden op aanwijzingen van verdachte [medeverdachte 2] naar de woningen waar hij samen met verdachte [verdachte] had ingebroken. (…) Wij hoorden dat verdachte zei:” De woning in [adres 22] bevindt zich in de buurt van het parkje daar”. Wij zijn vervolgens die kant opgereden. Wij hoorden dat de verdachte zei: “Die straat moet je inrijden”. Wij zijn op aanwijzing van de verdachte vervolgens de straat in gereden. Wij zagen dat wij op de [adres 19] in Nijmegen reden. Toen wij op [adres 19] reden hoorden wij dat de verdachte zei: “Ik heb hier rechts bij het derde of vierde huis ingebroken”. Wij verbalisanten zagen, dat dit nieuwbouw huizen waren. Wij verbalisanten zagen dat dit achterzijde van de woning waren, omdat er geen huisnummers op de huizen zaten. Ik verbalisant [verbalisant 4] ben vervolgens uitgestapt om naar de voorzijde van deze woningen te lopen om te kijken om welke straat het ging. Ik verbalisant zag zo geen straatnaambord. Ik verbalisant [verbalisant 4] heb vervolgens bij huisnummer [x]aangebeld. Ik zag dat een vrouw de deur opende en ik vroeg haar wat de naam van deze straat was. Ik hoorde dat de vrouw zei: “Dit is de[adres 20]”. Ik vroeg daarna of zij wist of er afgelopen tijd in de buurt was ingebroken. Ik hoorde dat de vrouw zei: “Er is aantal maanden terug ingebroken bij de buren”. Ik zag dat de vrouw naar het huis, wat zich links naast haar huis bevond wees. Ik verbalisant zag dat dit huis huisnummer [x] had. Ik verbalisant [verbalisant 4] zag, dat de[adres 20] nummer [x] ook het vierde huis was van het blok zoals verdachte had aangegeven.
Feit 10
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] namens de benadeelde [benadeelde 9],
p. 1129:
Ik doe aangifte van inbraak op 9 september 2013 in een pand gevestigd aan de [adres 11] te Nijmegen.
Een emailbericht van [benadeelde 10] met een inventarisatie van de weggenomen goederen,
p. 1132:
(…) Bij deze de inventarisatie van wat er bij ons verdwenen is:
(…)
Krups koffie machine;
Krups koffie.
(…)
Het proces-verbaal van bewijs van ontvangst ontvangen van politie
(…)
Object: Keukenartikel (koffiezetapparaat)
Merk/type: Krups Xn7101
(…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1148:
Op dinsdag 5 november 2013 werd verdachte [verdachte] aangehouden in het onderzoek
O83ORRA. Hierbij werd ook de gsm, een Apple IPhone 5, van verdachte [verdachte] in beslag genomen voor onderzoek. Ik, verbalisant [verbalisant 6], heb voornoemde IPhone 5 middels
forensisch apparatuur uitgelezen. Op 9 september 2013 heeft er een bedrijfsinbraak plaatsgevonden aan de [adres 11] in Nijmegen. Hierbij werd onder andere een Krups koffiezetapparaat weggenomen. Tijdens het bekijken van de data van de uitgelezen IPhone 5 van verdachte [verdachte] zag ik een foto afbeelding van een koffiezetapparaat met een doos koffiecupjes. Deze foto staat in het bestand Files/Pictures met de datum 14-09-2013 om 12:38:49 uur UTC tijd. Verder staat deze foto bij een uitgaand WhatsApp bericht van 20-10-2013 om 17:04:35 uur UTC tijd naar telefoonnummer [x]. In dit bericht staat: “Voor jou jij biet het meest in huis hier” Op 20-10-2013 om 17:08:19 uur UTC tijd ontvangt de voornoemde IPhone 5 van telefoonnummer [x] een WhatsApp bericht met de tekst “Oké”. Voornoemd telefoonnummer is in dit onderzoek bekend als zijnde een telefoonnummer dat op naam staat van [schoonmoeder van verdachte] van de [adres 23] in Nijmegen, de schoonmoeder van verdachte [verdachte].
Het proces-verbaal van het verhoor van verdachte [schoonmoeder van verdachte], p. 1160:
(…) U vraagt mij naar de herkomst van de koffiemachine die u in de keuken op mijn aanrecht ziet staan. Ik heb deze overgenomen van mijn schoonzoon [verdachte]. Ik had zelf een Senseo koffiezetapparaat, maar deze was kapot. Tijdens een etentje met zijn allen hier in huis kwam ter sprake dat ik deze, die er nu staat, van [verdachte] over kon nemen. Hij vond de koffie niet lekker namelijk. Ik had hem wel eens zien staan thuis bij[verdachte] en mijn dochter, ik kom er niet zoveel. Ik heb de machine incl. de doos met hierin koffiecups overgenomen voor 120 euro. Ik heb het apparaat nu denk ik ongeveer drie weken. U vraagt naar het telefoonnummer [x], dit is mijn mobiele nummer. (…)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1166:
Op vrijdag 22 november 2013 ontving ik via de mail van aangever [benadeelde 10] een aankoopbon van liet bij de inbraak op de [adres 11] te Nijmegen weggenomen koffiezetapparaat. Ik zag op de aankoopbon van de Makro vermeld staan;’ Krups Citiz + milk Nespresso tita’. Vervolgens heb ik via Google gezocht middels de zoekopdracht ‘Afbeelding van Krups Nespresso citiz’. Ik zag vervolgens dat de afbeelding van het betreffende apparaat optisch volledig voldeed aan liet op 12 november 2013 onder nummer
2013090624-6 bij de schoonouders van de verdachte [verdachte] inbeslaggenomen
koffiezetapparaat. (…)
Het proces-verbaal van het verhoor van getuige [benadeelde 10], p. 1170:
Aan de getuige [benadeelde 10], consulting partner van het bedrijf [benadeelde 9], wordt het koffiezetapparaat getoond dat bij de ouders van [partner verdachte] in beslag is genomen alsmede de doos met cups.
V: Ik laat u nu een koffiezetapparaat zien van het merk Krups. Kent u dit apparaat?
A: Dat herken ik als zijnde de Espressomachine dat uit ons bedrijf werd weggenomen tijdens een inbraak in ons pand aan de [adres 24]. Ik zie ook dat er een doos met cups erbij zit. Deze doos was ook gestolen bij de inbraak.
V: Hoe herken u deze koffiezetapparaat als zijnde de machine die uit uw bedrijf werd
gestolen?
A: Ik herken liet aan de kleur en de bijpassende box met cups. Ook aan het model
apparaat. Ik weet nog dat een collega van u een foto van de box had gestuurd met daarin de
cups. Deze cups lagen in een patroon dat mijn collega herkende. Hij had de cups in
zo’n zelfde patroon in de box gelegd.”

Voetnoten

1.De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
2.De bewijsmiddelen zijn als bijlage II aan dit vonnis gehecht.
3.HR 11 januari 2000, NJ 2000, 195
4.HR 14 april 1999, NJ 1999, 73
5.Proces verbaal van aanhouding p. 464