Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
primair
- een werkstraf voor de duur van 240 uur, bij het niet, of niet volledig uitvoeren daarvan te vervangen door 120 dagen vervangende hechtenis en
- tot oplegging van een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden met aftrek van de tijd dat het rijbewijs van verdachte ingevorderd is geweest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
[kenteken] dient te worden teruggegeven.
Beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood
veroordeeltverdachte tot het verrichten van een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdenveertig) uren;
veroordeeltverdachte tot ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, bromfietsen daaronder begrepen, voor de duur van 12 (twaalf) maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 179, lid 6, van de Wegenverkeerswet 1994;