ECLI:NL:RBGEL:2014:1316

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2014
Publicatiedatum
27 februari 2014
Zaaknummer
05/740102-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kropman
  • A. Cremers
  • O. de Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van verkrachting en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte uit Pijnacker-Nootdorp. De verdachte is veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf voor het medeplegen van verkrachting van een minderjarig meisje en het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte op 7 augustus 2012, samen met een medeverdachte, het slachtoffer in haar woning in Winterswijk heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De verdachte heeft daarbij gefilmd terwijl de medeverdachte seksuele handelingen met het slachtoffer verrichtte. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een bedreigende situatie voor het slachtoffer, die op dat moment nog niet de leeftijd van 18 jaar had bereikt.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de medeverdachte als consistent en betrouwbaar beoordeeld. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij de seksuele handelingen uit automatisme heeft gefilmd, maar de rechtbank oordeelde dat hij zich bewust was van de onwil van het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van de feiten zwaar laten meewegen in de strafoplegging, waarbij de verdachte geen blijk van spijt heeft getoond en niet wilde meewerken aan een reclasseringsrapportage. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van verkrachting en het vervaardigen en in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij een minderjarige betrokken was. De opgelegde straf van 36 maanden is hoger dan de eis van de officier van justitie, die 24 maanden had gevorderd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/740102-13
Uitspraak d.d.: 28 februari 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1],
wonende te [woonplaats 1],
thans gedetineerd in [verblijfplaats],
raadsman: mr. Sytema, advocaat te ‘s-Gravenhage.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 februari 2014.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 augustus 2012 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met een ander, te weten medeverdachte [medeverdachte] althans alleen, door geweld en/of door één of meer andere feitelijkheden, [slachtoffer], geboortedatum [geboortedatum 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft die medeverdachte
- één of meer van zijn vingers in haar vagina gebracht en/of
- haar borsten gelikt en betast en/of
- te getracht die [slachtoffer] te (tong)zoenen,
en bestaande dat geweld en/of door die één of meer andere feitelijkheden hierin dat
- verdachte en die medeverdachte, met een door verdachte meegebrachte sleutel, de woning van die [slachtoffer] en slaapkamer waar die [slachtoffer] lag te slapen, zijn binnengegaan en/of
- verdachte, in aanwezigheid van die medeverdachte, geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] heeft gehad waarna verdachte tegen die medeverdachte heeft gezegd: "Ga maar, doe maar wat je wilt", althans woorden van gelijke strekking en/of
- die medeverdachte naast die (naakte) [slachtoffer] in bed is gaan liggen en/of
- die medeverdachte met kracht één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of
- die medeverdachte die [slachtoffer] in haar gezicht heeft gespuugd en/of
- verdachte en/of die medeverdachte voorbij is/zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van onwil/verzet van die [slachtoffer] en/of
- verdachte die seksuele handelingen van die medeverdachte bij die [slachtoffer], heeft gefilmd met een mobiele telefoon,
en/of er (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie is ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 248 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2012 tot en met 8 augustus 2012 te Winterswijk en/of te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, in totaal 3, althans een aantal, afbeeldingen/multimediafiles (te weten filmfragmenten), danwel een gegevensdrager (te weten een mobiele telefoon merk/type Blackberry Bold 9900) bevattende die afbeeldingen/multimediafiles, in zijn bezit heeft gehad en/of die afbeeldingen/ multimediafiles heeft vervaardigd, zijnde afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij een persoon was
betrokken, die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten afbeeldingen van de ontklede minderjarige [slachtoffer], geboortedatum [geboortedatum 2], die naakt op een bed ligt door een volwassen man vaginaal met één of meerdere vingers wordt gepenetreerd en die door diezelfde volwassen man wordt betast aan haar vagina en borsten en die met diens tong/mond werd betast aan haar borsten;
art. 240b Wetboek van Strafrecht)
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding van het onderzoek
Tijdens een onderzoek dat is verricht door de politie Haaglanden werden er op het telefoontoestel van verdachte filmpjes aangetroffen, waarop te zien was dat een meisje onvrijwillig seks had met een onbekende man. Uit onderzoek bleek dat het meisje in [woonplaats 2] woonde en [slachtoffer] heet. Er is vervolgens een gesprek met haar gevoerd, waarin zij vertelde dat zij eerst seks had gehad met verdachte en dat er daarna seksuele handelingen met haar waren verricht door medeverdachte [medeverdachte]. Tijdens de seksuele handelingen die door [medeverdachte] waren verricht, zouden met een mobiele telefoon opnames zijn gemaakt door verdachte. Verdachte is vervolgens aangehouden.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er voor het onder 1 ten laste gelegde vrijspraak dient te volgen. Hoewel deze situatie niet alledaags overkomt, moet het in de leefwereld waarin alle betrokkenen verkeren voor gangbaar worden gehouden om dergelijke losse seksuele contacten te onderhouden. Er blijkt niet dat er sprake is geweest van enige dwang. [slachtoffer] heeft zich achteraf geschaamd, onder meer ten opzichte van haar moeder, en heeft vervolgens verklaard dat zij gedwongen werd de seksuele handelingen te ondergaan.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft de raadsman aangevoerd dat de gemaakte opnamen technisch gezien kinderpornografisch materiaal betreft. Verdachte heeft deze opnamen echter niet met kwaad opzet gemaakt.
Beoordeling door de rechtbank
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard [2] dat hij op 7 augustus 2012 in de ochtend bij [medeverdachte] te Zelhem was. Hij is van daaruit samen met [medeverdachte] naar de woning van [slachtoffer] te [woonplaats 2] gegaan. [slachtoffer] had een relatie met hem. Toen hij bij haar was, heeft hij met haar geneukt. Daarna ging [medeverdachte] bij [slachtoffer] liggen. Hijzelf heeft de seksuele handelingen die [medeverdachte] vervolgens met [slachtoffer] verrichtte uit automatisme gefilmd met zijn mobiele telefoon. Hij heeft gezien dat [slachtoffer] het niet leuk vond dat hij filmde. Tijdens die handelingen die [medeverdachte] met [slachtoffer] verrichtte, heeft [slachtoffer] inderdaad “kanker op” gezegd.
[slachtoffer], geboren [geboortedatum 2], is gehoord [3] . Zij heeft - zakelijk weergegeven - verklaard dat verdachte [verdachte] in augustus 2012 haar woning en vervolgens slaapkamer binnen kwam terwijl zij op dat moment nog sliep. Hij was boos. [verdachte] riep [medeverdachte] naar boven. [medeverdachte] ging op de bureaustoel zitten en [verdachte] kwam bij haar liggen. Hij begon aan haar te zitten. Zij had alleen een beha en string aan. [verdachte] trok haar beha kapot. Hij deed een condoom om en begon haar te neuken. Toen hij klaar was zei hij tegen [medeverdachte]: “Ga maar, doe maar wat je wilt”. Daarna zat [medeverdachte] aan haar. Zij was bang, durfde niets te zeggen en durfde ook niet te schreeuwen. [medeverdachte] zat aan haar borsten en haar vagina. [verdachte] pakte zijn telefoon en begon te filmen. [medeverdachte] probeerde haar vervolgens te zoenen. Hij heeft aan haar borsten gezeten. Hij heeft haar ook gevingerd. Dat deed heftig pijn. [medeverdachte] zei dat hij haar niet wilde neuken. Zij heeft tijdens de handelingen tegen [medeverdachte] gezegd dat hij op moest houden.
[slachtoffer] heeft tijdens het verhoor [4] bij de rechter-commissaris verklaard dat [verdachte] haar had verteld dat hij de deur van de woning via de brievenbus had opengehengeld.
[medeverdachte] heeft verklaard [5] - zakelijk weergegeven - dat hij [slachtoffer] sinds ongeveer maart 2012 kent. Op een ochtend is hij samen met [verdachte] naar de woning van [slachtoffer] in [woonplaats 2] gegaan. Volgens [verdachte] vond zij het leuk om een trio te doen. [verdachte] ging zelf de woning binnen, volgens hem met een sleutel. [verdachte] zei dat hij het eerst naar boven zou gaan en hem zou roepen. Hij heeft even bij de deur gewacht tot hij werd geroepen door [verdachte]. [slachtoffer] had een string en een beha aan. [verdachte] heeft [slachtoffer] uitgekleed. Zij ging hem pijpen en hij ging haar neuken. Tijdens de seks die zij met elkaar hadden zei [verdachte] ”doe dit” en “doe dat”. Zij moest luisteren naar hem. [verdachte] zei tegen hem: “Kom erbij”. Hij heeft vervolgens [slachtoffer] gezoend en aan haar borsten gezeten en gelikt. Ook heeft hij aan haar vagina gezeten. Hij heeft haar gevingerd. Hij heeft gezien dat [verdachte] filmde. Hij heeft [slachtoffer] gevraagd of zij het lekker vond. Hij heeft ook wel gezegd ”Dit vind je wel lekker”. [slachtoffer] heeft een keer iets van “kankerlijer” tegen hem gezegd. [verdachte] zat op een stoel en filmde en liet hem zijn gang gaan. [slachtoffer] was niet actief. Toen hij begon, lette hij niet op haar, maar toen hij verder ging zag en merkte hij aan haar dat zij niet wilde. [verdachte] had gezegd dat zij het lekker vond dat zij zo behandeld werd.
Er is onderzoek [6] gedaan naar de twee filmpjes die op de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon zijn aangetroffen. De verbalisanten hebben de filmpjes bekeken en hebben het volgende waargenomen:
Film 1:
Wij zagen een naakte vrouw/meisje op een bed liggen. Wij zagen dat zij een licht getinte huidskleur had en schatten haar tussen de 16 en 25 jaar oud. Wij zagen dat ze op haar rug lag en met haar knieën opgetrokken lag. Wij zagen aan haar linkerzijde een gezette man met zwart haar zitten van vermoedelijk Turkse afkomst. Wij zagen dat deze man met zijn rechterhand bij en in de vagina van het meisje zat. Wij zagen dat hij wilde bewegingen maakte met zijn rechterhand en dat hij deze regelmatig diep de vagina van het meisje probeerde in te duwen. Wij zagen dat hij met zijn mond de borsten van het meisje zoende. Wij zagen aan de mimiek in het gezicht van het meisje dat ze het absoluut niet prettig vond wat er gebeurde. Wij zagen dat zij haar gezicht vertrok alsof ze moest huilen, waarna ze zich herpakt en omhoog en naar achter keek. Wij zagen dat ze een aantal maal de hand van de man bij haar vagina vandaan duwde waarna deze gewoon weer verder ging. Op enig moment keek de man het meisje in haar gezicht waarop wij hoorden dat het meisje zei: “kanker op”. Wij zagen dat de man haar in haar gezicht spuugde en vervolgens weer verder ging. De persoon die de opname maakt hoorde je op de achtergrond ook wat zeggen. Ik, verbalisant [verbalisant], herkende hierin de stem van de verdachte [verdachte]. Hij filmde dit kennelijk met zijn mobiele telefoon. Ik, verbalisant, heb de verdachte [verdachte] meerdere malen gesproken en kon derhalve zijn stem herkennen.
Film 2:
Wij zagen in deze film een soortgelijk filmpje als hierboven omschreven behalve dat het gezicht van de man en het meisje niet zichtbaar waren. Wij hoorden de vrouw op de achtergrond kermen. Door de manier waarop liet meisje haar lichaam bewoog kregen wij het zeer sterke vermoeden dat het niet om vrijwillige sex ging.
De filmfragmenten zijn gekopieerd op een dvd waarover de officier van justitie beschikte. Deze dvd maakt, ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding, niet als een processtuk deel uit van het dossier.
De raadsman heeft in aanwezigheid van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken, op 11 februari 2014 voorafgaand aan de getuigenverhoren de filmfragmenten bekeken.
De rechtbank heeft voor aanvang van het onderzoek ter terechtzitting op 14 februari 2014 de filmfragmenten bekeken, namelijk een filmfragment gedateerd 7 augustus 2012 met het aanvangstijdstip 09.32 uur en een filmfragment gedateerd 7 augustus 2012 met het aanvangstijdstip 09.36 uur. Op grond van haar eigen waarneming is de rechtbank van oordeel dat de beschrijvingen van die beelden, zoals weergegeven in voornoemd proces-verbaal van bevindingen [7] , overeenkomen met hetgeen de rechtbank zelf op de filmfragmenten heeft waargenomen, waaronder het ruw penetreren met de vingers van de vagina en bijvoorbeeld het tijdens het vingeren wegduwen van de hand van [medeverdachte] door [slachtoffer]. In aanvulling op de waarneming door de verbalisanten heeft de rechtbank bovendien waargenomen dat [slachtoffer] haar armen gekruist over het bovenlichaam houdt terwijl [medeverdachte] haar betast en dat ze op enig moment van hem probeert weg te draaien. Daarnaast heeft de rechtbank waargenomen dat [medeverdachte] op enig moment haar aankijkt en een voorwaartse beweging met het hoofd maakt. Al deze waarnemingen van de rechtbank zijn met verdachten ter zitting besproken en toen door geen van beiden tegengesproken.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is geweest van medeplegen van verkrachting.
Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Belangrijke bron van informatie zijn de verklaringen van [medeverdachte] en [slachtoffer] waaruit een bewuste en nauwe samenwerking en rolverdeling tussen verdachten naar voren komt.
Deze verklaringen zijn op belangrijke punten, zoals voor wat betreft het betreden van de woning, het benaderen van [slachtoffer] en de wijze waarop opeenvolgend seksuele handelingen plaatsvonden en werden gefilmd, onderling consistent. Bovendien vinden de verklaringen aangaande de onvrijwillige seksuele handelingen bevestiging door de beschikbare beelden. De rechtbank ziet dan ook geen enkel aanknopingspunt te twijfelen aan de betrouwbaarheid van voornoemde verklaringen. Voor wat betreft de verklaring van [medeverdachte] merkt de rechtbank in dit verband nog op dat hij daarin ook zichzelf in belangrijke mate heeft belast. Ten aanzien van de rolverdeling en uitvoering overweegt de rechtbank nog in het bijzonder als volgt.
  • Verdachte is de initiatiefnemer geweest om samen met [medeverdachte] naar [slachtoffer] te gaan voor het hebben van seks met haar.
  • Verdachte is degene geweest die de deur van de woning van [slachtoffer] van buiten af heeft geopend.
  • Verdachte heeft tegen [medeverdachte] gezegd dat hij beneden moest wachten en heeft hem enige tijd later naar boven geroepen.
  • Verdachte heeft in het bijzijn van [medeverdachte] seks gehad met [slachtoffer].
  • Verdachte heeft tijdens de seks met [slachtoffer] opdracht gegeven tot bepaalde seksuele handelingen.
  • Door het hebben van seks in bijzijn van [medeverdachte] en het daarbij geven van opdrachten heeft verdachte [slachtoffer] in een kwetsbare situatie gebracht.
  • Verdachte heeft vervolgens tegen [medeverdachte] gezegd “Ga maar, doe maar wat je wilt”.
  • Vervolgens heeft [medeverdachte] seksuele handelingen met [slachtoffer] verricht, waarbij deze ook met zijn vingers het lichaam van [slachtoffer] is binnengedrongen. [medeverdachte] is daarmee niet onmiddellijk gestopt toen hij merkte dat zij het niet wilde. Verdachte is bovendien doorgegaan met filmen, ook nadat [slachtoffer] in woord en gebaar (onder andere het wegduwen hand), te kennen gaf niet te willen. In plaats van in te grijpen en [medeverdachte] te laten stoppen is verdachte een actieve rol blijven vervullen door de door [slachtoffer] niet gewilde handelingen te blijven filmen.
  • De verdachte heeft, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, uit automatisme filmopnames gemaakt en heeft ook gezien dat [slachtoffer] het niet leuk vond dat hij opnames maakte.
  • De waarneming van de rechtbank komt overeen met de beschrijving van de beelden en de verklaring van [slachtoffer] over het gebeurde. Zij heeft verklaard dat zij op dat moment bang was. De rechtbank heeft aan de hand van de beelden vastgesteld dat [slachtoffer] tekenen van onwil/verzet heeft getoond. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte en [medeverdachte] die tekenen van onwil/verzet ook hebben waargenomen maar in de wind hebben geslagen.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat zij naar de woning van [slachtoffer] zijn gegaan omdat zij graag en vrijwillig trioseks zou willen hebben niet aannemelijk geworden. Bovendien heeft [medeverdachte] daarover tijdens het verhoor [8] bij de rechter-commissaris verklaard dat [verdachte] hem na het incident vroeg om bij de politie een ander verhaal te vertellen, namelijk dat alles vrijwillig was en dat die vrijwilligheid het trio betrof.
De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 7 augustus 2012 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met een ander, te weten medeverdachte [medeverdachte], door geweld en door andere feitelijkheden, [slachtoffer], geboortedatum [geboortedatum 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft die medeverdachte
- zijn vingers in haar vagina gebracht en
- haar borsten gelikt en betast en
- getracht die [slachtoffer] te (tong)zoenen,
en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden hierin dat
- verdachte en die medeverdachte, met een door verdachte meegebrachte sleutel, de woning van die [slachtoffer] en slaapkamer waar die [slachtoffer] lag te slapen, zijn binnengegaan en
- verdachte, in aanwezigheid van die medeverdachte, geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] heeft gehad waarna verdachte tegen die medeverdachte heeft gezegd: "Ga maar, doe maar wat je wilt", althans woorden van gelijke strekking en
- die medeverdachte naast die naakte [slachtoffer] in bed is gaan liggen en
- die medeverdachte met kracht meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of
- die medeverdachte die [slachtoffer] in haar gezicht heeft gespuugd en/of
- verdachte en die medeverdachte voorbij zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van onwil/verzet van die [slachtoffer] en
- verdachte die seksuele handelingen van die medeverdachte bij die [slachtoffer], heeft gefilmd met een mobiele telefoon,
en er aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie is ontstaan;
2.
hij in de periode van 7 augustus 2012 tot en met 8 augustus 2012 te Winterswijk en/of te
’s-Gravenhage een aantal afbeeldingen/multimediafiles te weten filmfragmenten, in zijn bezit heeft gehad en die afbeeldingen/ multimediafiles heeft vervaardigd, zijnde afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij een persoon was betrokken, die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten afbeeldingen van de ontklede minderjarige [slachtoffer], geboortedatum [geboortedatum 2], die naakt op een bed ligt door een volwassen man vaginaal met één of meerdere vingers wordt gepenetreerd en die door diezelfde volwassen man wordt betast aan haar vagina en borsten en die met diens tong/mond werd betast aan haar borsten.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1.
medeplegen van verkrachting;
2.
afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Ter toelichting op de eis heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte en zijn mededader een zeer ernstig feit hebben gepleegd, dat het eisen van een langdurige gevangenisstraf rechtvaardigt. Zij ziet geen reden om een deel daarvan voorwaardelijk te eisen, aangezien verdachte blijk heeft gegeven nergens aan mee te willen werken.
De raadsman heeft naast de vrijspraak voor het onder 1 ten laste gelegde feit aangevoerd dat voor feit 2 een gevangenisstraf volstaat die gelijk is aan de duur van het voorarrest.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte en zijn mededader inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Het feit vond immers plaats in haar woning, terwijl verdachte een relatie met [slachtoffer] had en met [medeverdachte] op zijn minst een vriendschapsrelatie onderhield. Verdachte heeft daarmee het vertrouwen dat zij in hem had ernstig geschonden. De belangen van het slachtoffer zijn door de verdachte en zijn mededader ondergeschikt gemaakt aan hun eigen lustgevoelens. Verdachte heeft daarbij een initiërende rol gehad en heeft, om zijn dominante positie kracht bij te zetten, eerst zelf aan de hand van de door hem gegeven instructies en in het bijzijn van zijn medeverdachte [medeverdachte] seks met haar gehad, waarna hij de mededader te kennen gaf dat hij zijn gang mocht gaan. Verdachte heeft vervolgens filmopnamen gemaakt van hetgeen daarna plaatsvond en is dat blijven doen toen ook overduidelijk uit woord en gebaar van [slachtoffer] naar voren kwam dat de seksuele handelingen tegen haar zin waren. Het filmen moet voor haar gegeven de omstandigheden als extra vernederend ervaren zijn. Een verkrachting onder de omstandigheden waarvan hier sprake is, moet voor het slachtoffer buitengewoon ingrijpend zijn geweest.
De rechtbank rekent de verdachte deze zeer ernstige feiten zwaar aan.
Ook de omstandigheid dat verdachte niet of nauwelijks blijk heeft gegeven spijt te hebben van het gebeuren en niet wil meewerken aan een reclasseringsrapportage, is voor de rechtbank reden geen (deels) voorwaardelijke straf op te leggen.
De rechtbank acht een hogere strafoplegging dan door de officier van justitie is gevorderd passend en geboden. Zij heeft daarbij laten meewegen de ernst van de feiten, de voornoemde omstandigheden, de oriëntatiepunten en uitspraken in (enigszins) vergelijkbare zaken. Het LOVS noemde in het jaar 2012 voor verkrachting sec een oriëntatiepunt van 2 jaar. In het onderhavige geval is er echter sprake van de strafverzwarende omstandigheid van medeplegen en tevens van het maken van (kinder)pornografische filmopnamen (feit 2).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 47, 57, 240b en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
1.
medeplegen van verkrachting;
2.
afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben.
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
 beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Kropman, voorzitter, Cremers en O. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 februari 2014.
Mr. De Jong is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0630 2013050291-35, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, gesloten en ondertekend op 29 oktober 2013.
2.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 14 februari 2014
3.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer], pag. 44-51
4.Proces-verbaal van verhoor van getuigen door de rechter-commissaris op 11 februari 2014, pag. 7
5.Processen verbaal van verhoor van [medeverdachte], pag. 69-76 en 77-89
6.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 40d-40e
7.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 40d-40e
8.Proces-verbaal van verhoor van getuigen door de rechter-commissaris op 11 februari 2014, pag. 7