Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Rabobank.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderde eiser, een meubelmaker, dat de voorzieningenrechter Rabobank verbood om de bedrijfsruimte van eiser openbaar te verkopen. Eiser stelde dat Rabobank tekortgeschoten was in haar zorgplicht door hem over te krediteren, wat leidde tot een onrechtmatige daad. Eiser had in het verleden een ernstig auto-ongeluk gehad, waardoor hij tijdelijk arbeidsongeschikt was. Ondanks zijn situatie had Rabobank zijn kredietlimieten verhoogd en een lening verstrekt voor de aankoop van een bedrijfsruimte. Eiser betoogde dat de verstrekte financieringen te hoog waren en dat Rabobank geen adequate informatie had ingewonnen over zijn financiële situatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser niet kon worden toegewezen, omdat de aansprakelijkheidsvraag in een bodemprocedure moest worden onderzocht. De rechter concludeerde dat Rabobank niet in haar zorgplicht had gefaald en dat de vordering tot verbod van de executieveiling werd afgewezen. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten.