ECLI:NL:RBGEL:2014:1642
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C. Quak
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-onderzoek bij veroordeelden
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 maart 2014 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend door een veroordeelde tegen de afname van celmateriaal voor DNA-onderzoek. De veroordeelde was op 25 februari 2013 door de politierechter veroordeeld tot een werkstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis, voor het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift. De veroordeelde stelde dat zij nooit eerder in aanraking was gekomen met justitie en dat het feit waarvoor zij was veroordeeld niet onder de Wet DNA-onderzoek bij Veroordeelden viel, omdat het vonnis niet onherroepelijk was. Daarnaast voerde zij aan dat de opname van haar DNA in de databank een ernstige inbreuk op haar privacy zou zijn.
De officier van justitie daarentegen betoogde dat DNA-onderzoek van belang kan zijn voor de opsporing en vervolging van misdrijven, en dat de wetgeving dit toestaat. De rechtbank overwoog dat de Wet DNA-onderzoek bij Veroordeelden van toepassing was, omdat het bewezenverklaarde feit een misdrijf betrof waarvoor een gevangenisstraf van meer dan vier jaar kan worden opgelegd. De rechtbank concludeerde dat de bezwaren van de veroordeelde onvoldoende onderbouwd waren en dat de afname van DNA-materiaal gerechtvaardigd was.
De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift ongegrond, waarbij zij de relevante wetsartikelen in acht nam. De beslissing werd genomen in raadkamer door rechter P.C. Quak, in aanwezigheid van griffier R. van Dijk.