Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gefailleerde],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 november 2013
- het verkort proces-verbaal van comparitie van 23 januari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 maart 2014 uitspraak gedaan in een faillissementspauliana, waarbij de curator van de gefailleerde, mr. Arnold Otto Cornelis Adrianus van Schravendijk, de vernietiging van huwelijkse voorwaarden heeft gevorderd. De gefailleerde was op 9 februari 1971 gehuwd met de gedaagde in wettelijke gemeenschap van goederen. Op 17 juli 2012 hebben zij huwelijkse voorwaarden laten opmaken, die op 20 juli 2012 zijn ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. De curator stelde dat deze rechtshandeling benadeling van de schuldeisers met zich meebracht, omdat de helft van de overwaarde van de echtelijke woning buiten het faillissement viel. De rechtbank oordeelde dat de curator terecht de huwelijkse voorwaarden heeft vernietigd, omdat de gefailleerde wist of behoorde te weten dat de handeling benadeling van schuldeisers tot gevolg zou hebben. De rechtbank bevestigde dat de curator op basis van artikel 42 lid 1 van de Faillissementswet bevoegd was om de rechtshandeling te vernietigen, aangezien deze binnen een jaar voor de faillietverklaring was verricht. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd om het wettelijk vermoeden van wetenschap van benadeling te weerleggen. De vordering van de curator werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.