ECLI:NL:RBGEL:2014:2035

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 maart 2014
Publicatiedatum
25 maart 2014
Zaaknummer
05/740155-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Apeldoorn
  • A. Bijl
  • J. van der Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraak met bedreiging te Wilp

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van woninginbraak en bedreiging. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden voor het samen met anderen plegen van een woningbraak in Wilp in november 2013. Tijdens de inbraak bedreigde de verdachte een buurman die hen had betrapt. De rechtbank oordeelde dat het bewijs, waaronder getuigenverklaringen en sporenonderzoek, voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank nam in haar overwegingen de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee, maar concludeerde dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/740155-13
Uitspraak d.d. 21 maart 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats],
verblijvende in [verblijfplaats].
Raadsman mr. A.J.M. Bommer, advocaat te Rotterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 maart 2014.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 november 2013 te Wilp, gemeente Voorst,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een
woning gelegen aan het [adres 1], een aantal sieraden en/of een
geldbedrag (ca. 20 euro) en/of een beautycase, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming (forceren van een keukenraam en/of via dat raam naar binnen gaan)
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
-verdachte en/of diens mededader(s) dreigend een schroevedraaier, althans een
steekvoorwerp heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of gericht aan/op
die [benadeelde 3] en/of
-die [benadeelde 3] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd
"ik ga je steken", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-zichtbaar voor die [benadeelde 3] een hand in zijn eigen jaszak heeft gestopt
en/of
-(daarbij) die [benadeelde 3] dreigend de woorden heeft toegevoegd "ik ga je
schieten" en/of
-die [benadeelde 4] een duw heeft gegeven en/of
-(daarbij) (op dreigende toon) tegen die [benadeelde 4] heeft gezegd “you have a problem” althans woorden van gelijke aard of strekking;
en/of
hij op of omstreeks 22 november 2013 te Wilp, gemeente Voorst,
[benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het
leven gericht, althans met zware mishandeling,
hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend zichtbaar voor die
[benadeelde 3] voornoemd een hand in zijn jaszak heeft gestopt en/of daarbij die
[benadeelde 3] dreigend de woorden heeft toegevoegd "ik ga je schieten", althans
woorden van gelijke aard of strekking en/of dat verdachte opzettelijk dreigend
die [benadeelde 4] een duw heeft gegeven en/of (daarbij) (op dreigende toon) tegen
die [benadeelde 4] heeft gezegd dat zij niet achter hen aan moest gaan omdat het
anders slecht met haar af zou lopen, althans woorden van gelijke aard of
strekking; (art 285 wetboek van strafrecht)
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding van het onderzoek
Op 22 november 2013 kregen verbalisanten van Regiopolitie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, van de meldkamer door dat er zou zijn ingebroken in een woning te Wilp. Verbalisanten gingen ter plaatse en stelden een onderzoek in. Dit onderzoek heeft geleid tot de aanhouding van verdachte en diens medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3].
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde, in dier voege dat zij van mening is dat sprake is van het medeplegen van diefstal met braak, gevolgd van geweld. Ter terechtzitting heeft zij de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte
De raadsman heeft zich - kort gezegd - op het standpunt gesteld dat verdachte, bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs, vrijgesproken dient te worden van het tenlastegelegde.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het primair tenlastegelegde op de hieronder weergegeven wijze wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de tenlastegelegde feiten uit van de volgende feiten en omstandigheden. De verschillende verklaringen en de bevindingen van de diverse verbalisanten zijn hierna zakelijk en verhalenderwijs weergegeven.
De rechtbank grondt haar oordeel op het volgende. [1]
Een getuige, [benadeelde 3], heeft tegenover de politie verklaard dat hij woonachtig is aan het [adres 2] te Wilp en dat hij op 22 november 2013 rond 13.35 uur een hem onbekende auto zag staan links naast de woning aan het [adres 1]. Getuige zag dat de auto met de voorzijde richting het [straat 1] stond. [2] Getuige zag vervolgens een man bij de auto, naar hij zich meende te herinneren een blauwe Renault Megane met kenteken [kenteken]. Deze man zei desgevraagd dat hij de oprit van de snelweg zocht en dat hij zijn moeder aan het bellen was en dat die hem uitlegde hoe hij bij de snelweg moest komen. Vervolgens zag [benadeelde 3] dat de man aan de bestuurderszijde instapte en hoewel hij aanvankelijk niet van zins leek te zijn om weg te rijden, uiteindelijk op zijn aanmaning toch wegreed. Omdat de getuige vermoedde dat de man in de auto niet alleen was, liep hij richting de woning van perceel [adres 1]. [benadeelde 3] is vervolgens via een tuinhek naar de achterzijde van de woning gelopen en voorts om de woning heen. Hij zag dat er bij de voordeur drie mannen stonden, die op het moment dat zij [benadeelde 3] zagen en hij hen wilde aanspreken direct wegrenden. De mannen renden richting de voorzijde van de woning. [benadeelde 3] zag dat twee van hen over een hekje stapten. [benadeelde 3] probeerde de derde man aan te houden. Toen ze alle drie over het hek waren, draaide de derde man zich om, omdat [benadeelde 3] deze man probeerde vast te pakken. Op dat moment zag [benadeelde 3] dat de derde man met zijn linkerhand naar zijn rechterbinnenzak van zijn jas reikte en daarbij zei: “Ik ga je schieten”. [3] Van deze bedreigingen heeft [benadeelde 3] aangifte gedaan bij de politie. [4] [benadeelde 3] zag de mannen vervolgens wegrennen richting de [straat 2]. Intussen had [benadeelde 3] ook de politie gealarmeerd. Dit leidde uiteindelijk tot de aanhouding van verdachte en de medeverdachten. [5] [benadeelde 3] herkent later verdachte van een foto als degene die de bedreiging heeft geuit. [6]
De getuige [benadeelde 4], echtgenote van [benadeelde 3], heeft tegenover de politie verklaard dat zij op 22 november 2013 omstreeks 13.30 uur het [straat 1] op fietste en zag dat er drie mannen op haar af kwamen rennen. Omdat ze het idee had dat er iets niet in de haak was, besloot zij haar fiets dwars op de weg te zetten om de mannen tegen te houden. De mannen passeerden haar vervolgens en [benadeelde 4] besloot om de mannen met haar fiets te achtervolgen. Daarbij zei ze tegen de achterste man, met lang haar en een baard, dat hij moest stoppen en dat de politie er aan kwam. Even later zag [benadeelde 4] dat die man een beautycase van zich afgooide nabij het parkeerterrein van Zozijn. [7] Bij het tonen van de vier foto’s van verdachte en de drie medeverdachten herkent ze de verdachte als degene die de beautycase van zich afgooide. [8] De getuige [getuige 1] heeft tegenover de politie verklaard dat zij zag dat een man met lang wild haar een zwart klein tasje in zijn handen droeg. [9] [getuige 2] heeft verklaard dat zij de beautycase op aanwijzing van [benadeelde 4] aantrof en aan de politie overhandigde. [10]
Op 22 november 2013 heeft [benadeelde 1] mede namens [benadeelde 2] aangifte gedaan van een inbraak in hun woning die dag op het adres [adres 1] te Wilp waarbij geweld werd gebruikt. Aangever heeft verklaard dat er bij die inbraak een keukenraam is opengebroken en dat er een beautycase, twee biljetten van 10 euro, een gouden kettinkje en twee gouden ringen zijn weggenomen. [11] De gevonden beautycase werd herkend door [benadeelde 2] als haar eigendom. [12] Uit het proces-verbaal sporenonderzoek komt naar voren dat het keukenraam van de woning was geforceerd. [13]
Uit een schoensporenonderzoek blijkt dat de schoenprofielen van de bij verdachte in beslag genomen schoenen overeenkomen met de gevonden schoenspoorafdrukken op de vensterbank van het opengebroken raam van de woning, waaruit de conclusie getrokken kan worden dat verdachte in de woning is geweest. [14] In de fouillering van de medeverdachte [medeverdachte 3] is een kettinkje aangetroffen. Van de ketting is door de politie een foto gemaakt en getoond aan [benadeelde 2]. Zij gaf vervolgens aan deze ketting te herkennen als haar eigendom. [15]
Verdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij op 22 november 2013 samen met [medeverdachte 2], bij [medeverdachte 3] ook bekend als ‘[alias 1]’, [medeverdachte 1] en [verdachte] in Enschede was. Volgens [medeverdachte 3] heeft [alias 1] aangegeven dat hij ergens geld moest ophalen. Op de vraag hoe zij gereden zijn, verklaart verdachte [medeverdachte 3] dat zij via de snelweg rechtstreeks daar heen zijn gereden. [16] Verdachte [medeverdachte 3] heeft voorts verklaard dat [medeverdachte 2] toen naar het huis ging, een raam kapot maakte en naar binnen ging en vervolgens weer naar buiten. [17] In een later verhoor heeft [medeverdachte 3] verklaard dat ‘ze’ het raam kapot sloegen en ‘ze’ een koffer meenamen. [18] Verdachte heeft verklaard dat hij op 22 november 2013 samen met [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] met de auto rechtsstreeks naar de plek is gereden waar zij later zijn aangehouden. . [19]
Verdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op een gegeven moment over een hekje sprong en dat toen ‘die man’ kwam. [medeverdachte 1] liep daarna verder, waarbij de andere twee, verdachte en ‘[alias 2]’ ([medeverdachte 3]), achterbleven in de tuin. [medeverdachte 1] hoorde de man schreeuwen en zag dat de man met de lange haren in de tuin was gebleven met die man. Die andere man wilde hem toen helpen, want die riep dat ze hem moesten loslaten. [20]
Verdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat er een man naar hun toe kwam. Verdachte probeerde hem af te schrikken. Verdachte stopte zijn hand in zijn binnenzak. De rechtbank stelt voorts vast dat verdachte daarna kennelijk iets heeft gezegd, immers verklaart [medeverdachte 3] dat hij niet verstond wat verdachte zei. Daarna sloegen ze op de vlucht en [medeverdachte 1] was op dat moment al gevlucht, aldus [medeverdachte 3]. [21]
Nadere bewijsoverweging medeplegen
Uit voor de rechtbank openbaar te raadplegen topografisch materiaal (Google Maps, Streetview) blijkt over de feitelijke situatie het volgende. Het [straat 1] in Wilp is een doodlopende weg en wordt ook als zodanig door een verkeersbord geduid. Verder is deze weg qua breedte zodanig afwijkend van de hoofdweg waarop verdachten moeten hebben gereden alvorens zij het [straat 1] zijn ingereden, dat het verdachte [medeverdachte 2] en diens mededader [medeverdachte 1] duidelijk moet zijn geweest dat het niet een doorgaande route was richting een oprit naar de snelweg, waarvan verdachte heeft verklaard er naar op zoek te zijn geweest. De door verdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] afgelegde verklaringen acht de rechtbank, gelet op deze omstandigheden, volstrekt ongeloofwaardig, nog daargelaten dat verdachte en diens mededaders voordat zij het [straat 1] insloegen zich reeds op een hoofdweg (de N791) bevonden die hen naar de A1 zou brengen. Ook de verklaringen van verdachte en [medeverdachte 3] dat [medeverdachte 2] nog geld van iemand zou krijgen en dat ze dat zijn gaan ophalen zijn volstrekt ongeloofwaardig. Niet alleen heeft [medeverdachte 2] zelf hier niets over verklaard, ook verder wordt deze lezing door niets ondersteund.
Verdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij heeft aangebeld bij de woning. [22] Verdachte [medeverdachte 1] was binnen de tijdspanne dat de inbraak gepleegd is aanwezig bij de uitvoering van de inbraak en verdachte heeft zich daar niet van gedistantieerd, terwijl hier wel mogelijkheid toe was. Immers had hij in zijn beleving eenvoudigweg weg kunnen lopen van de plaats van het misdrijf.
[medeverdachte 3] heeft over de bij hem aangetroffen ketting verklaard dat hij die enkele dagen voor zijn aanhouding van zijn vrouw in Servië heeft gekregen en dat het kettinkje bij de aanhouding stuk is gegaan. Het kettinkje zou hem geluk brengen. Nadat de verbalisant die [medeverdachte 3] heeft gefouilleerd om kennelijk hem moverende redenen heeft nagelaten de ketting in beslag te nemen, kwam naar voren dat [medeverdachte 3] volgens zijn verklaring kort na het worden geconfronteerd met de ketting, deze had geruild in de gevangenis waar hij op dat moment verbleef. De rechtbank acht, gelet op de herkenning van de aangeefster van de ketting aan de hand van zeer specifieke kenmerken en de omstandigheid dat verdachte tegenover bewaarders had aangegeven het van zijn vrouw gekregen juweel voor een pak shag geruild te hebben, de verklaring van verdachte dan ook niet geloofwaardig.
Haar oordeel dat de vier mannen – verdachte en diens drie medeverdachten - gezamenlijk betrokken zijn geweest bij de inbraak baseert de rechtbank op de omstandigheid dat zij samen met zijn vieren met de auto van Enschede naar Wilp zijn gereden, dat van verdachte schoensporen zijn aangetroffen op de vensterbank van het geforceerde raam van de woning, dat blijkbaar een van hen wachtte met de auto op de anderen en dat bij twee van de vier verdachten buit is aangetroffen. Alles bij elkaar maken deze omstandigheden dat de rechtbank op grond van bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 22 november 2013 samen met zijn medeverdachten heeft ingebroken in de woning aan het [adres 1] in Wilp.
Dat er daadwerkelijk spullen zijn weggenomen blijkt uit de omstandigheid dat bij de medeverdachte [medeverdachte 3] (de ketting) is aangetroffen en verdachte de beautycase vast heeft gehad en even later van zich af heeft gegooid, immers, deze is op de vluchtroute aangetroffen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van een voltooide diefstal. Door de spullen buiten de woning te brengen hebben verdachte en zijn mededaders deze volledig uit de heerschappij van de eigenaar gebracht en zijn zij heer en meester geweest over deze spullen.
Nu er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking is het overigens niet relevant wie van de vier verdachten daadwerkelijk de braak heeft gepleegd. Ook verdachte kan daarvoor verantwoordelijk worden gehouden.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 22 november 2013 te Wilp, gemeente Voorst,
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een
woning gelegen aan het [adres 1], een aantal sieraden en een
geldbedrag (20 euro) en een beautycase, toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2],
waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf hebben verschaft door middel van braak (forceren van een keukenraam en via dat raam naar binnen gaan),
welke diefstal werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen [benadeelde 3],
gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
verdachte zichtbaar voor die [benadeelde 3] een hand in zijn eigen jaszak heeft gestopt
en daarbij die [benadeelde 3] dreigend de woorden heeft toegevoegd "ik ga je schieten".
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken en bij een eventuele bewezenverklaring primair dient te worden veroordeeld tot een werkstraf en subsidiair tot een gevangenisstraf die gelijk is aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank voorts rekening gehouden met:
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 28 januari 2014;
• een reclasseringsadvies gedateerd 6 februari 2014 betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich op klaarlichte dag schuldig gemaakt aan een in vereniging gepleegde woninginbraak waarbij verschillende goederen zijn weggenomen. Aan het plegen van woninginbraken tilt de rechtbank zwaar. Woninginbraken veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade en veroorzaken daarmee ook overlast, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Het is algemeen bekend dat woninginbraken nog lange tijd voor gevoelens van angst en onveiligheid kunnen zorgen bij zowel de bewoners van de betreffende woningen als bij de buurtbewoners. Verdachte heeft geen rekening gehouden met deze gevolgen, maar heeft alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin. Bovendien heeft verdachte een buurtbewoner bedreigd die verdachte en diens medeverdachten kort na de woninginbraak had overlopen.
De rechtbank is van oordeel dat voor dergelijke feiten, zoals door verdachte begaan, in beginsel geen andere straf dan een gevangenisstraf op zijn plaats is.
De rechtbank houdt in belangrijke mate rekening met de uitgebreide justitiële documentatie van verdachte. Verdachte is in het verleden veelvuldig veroordeeld voor diverse misdrijven, waaronder vermogensdelicten.
Ten aanzien van het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies, hierboven vermeld, overweegt de rechtbank het volgende.
De reclassering stelt dat verdachte problemen heeft op verschillende leefgebieden, zoals inkomen, dagbesteding en relatie. De kans op recidive wordt hoog ingeschat. De reclassering onthoudt zich van advies nu het verdachte ontbreekt aan een geldige verblijfsvergunning en de reclassering hem geen behandeling en/of hulp kan bieden. De reclassering stelt voorts dat zij gelet op de afwezigheid van een verblijfsvergunning en de afwezigheid van een eigen inkomen en de aanwezigheid van schulden een werkstraf respectievelijk een geldboete contra-geïndiceerd achten. Voor het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde een reclasseringstoezicht ziet de reclassering evenmin ruimte. De reclassering ziet geen contra-indicaties voor het opleggen van een gevangenisstraf.
Alles overziend, mede in aanmerking genomen de oriëntatiepunten straftoemeting, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden passend en geboden.
Beslag
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven schoenen behoren toe aan verdachte. De rechtbank zal gelasten dat deze worden teruggegeven aan verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 310, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
  • verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
  • verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
 beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht;
 gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een paar schoenen;
Aldus gewezen door mr. Van Apeldoorn, voorzitter, mr. Bijl en mr. Van der Hooft in tegenwoordigheid van mr. Koster, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 maart 2014.
Mr. Van der Hooft is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreffen dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij dossier proces-verbaal, dossiernummer Pl0630-2013164730, Regiopolitie Oost Gelderland, District Noord en Oost Gelderland, gesloten en ondertekend op 21 december 2013.
2.Proces-verbaal verhoor getuige [benadeelde 3], p. 83
3.Idem, p. 84
4.Proces-verbaal aangifte [benadeelde 3], p. 77
5.Proces-verbaal bevindingen, p. 56 en p. 135
6.Proces-verbaal verhoor getuige p. 100
7.Proces-verbaal verhoor getuige [benadeelde 4], p. 108
8.Proces-verbaal verhoor getuige [benadeelde 4]
9.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1], p. 117
10.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2], p. 120
11.Proces-verbaal aangifte, p. 070-073
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 147
13.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 141-142
14.Proces-verbaal vergelijkend schoensporenonderzoek p. 145-146b en proces-verbaal sporenonderzoek p. 141-142
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 152
16.Proces-verbaal verdachte, p. 241
17.Proces-verbaal verdachte, p. 241
18.Proces-verbaal verdachte, p. 253
19.Proces-verbaal verdachte, p. 267
20.Proces-verbaal verdachte, p. 230
21.Proces-verbaal verdachte, p. 241-242
22.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 225