In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 maart 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.J. Driessen, verzocht de rechtbank om de eerder vastgestelde partneralimentatie van € 7.294,00 bruto per maand te verlagen naar € 3.500,00 bruto per maand, met het argument dat de rechtbank in de eerdere beschikking van 24 januari 2014 geen jusvergelijking had toegepast. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.H.J. Spee, verzocht de rechtbank om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek en om hem in de kosten van de procedure te veroordelen.
De rechtbank oordeelde dat het achterwege laten van een jusvergelijking in deze zaak in strijd was met de redelijkheid, vooral gezien het grote verschil in besteedbaar inkomen tussen de partijen. De rechtbank stelde vast dat de vrouw, na de eerdere beschikking, een netto besteedbaar inkomen had van ruim € 4.600,00, terwijl de man slechts over € 2.500,00 beschikte. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de partneralimentatie in de eerste procedure te hoog was vastgesteld en niet voldeed aan de wettelijke vereisten.
De rechtbank heeft de partneralimentatie vervolgens herzien en vastgesteld op € 5.308,00 per maand, met ingang van 1 december 2013. De rechtbank benadrukte dat de vrouw niet verplicht was om het teveel ontvangen bedrag terug te betalen, gezien het consumptieve karakter van de alimentatie. De rechtbank besloot dat iedere partij zijn eigen kosten diende te dragen en wees het overige verzoek van de vrouw af.