Op 13 februari 2014 heeft de officier van justitie een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde, die oorspronkelijk was opgelegd bij vonnis van 11 september 2001. De rechtbank Gelderland heeft de vordering behandeld op een openbare zitting op 19 maart 2014. De rechtbank heeft de stukken bekeken, waaronder een verlengingsadvies van het FPC de Rooyse Wissel en rapporten van onafhankelijke deskundigen. De rechtbank oordeelt dat de vordering ontvankelijk is, ondanks dat deze niet binnen de wettelijke termijn is ingediend, omdat het belang van de maatschappij bij bescherming zwaarder weegt dan het belang van de terbeschikkinggestelde.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de situatie van de betrokkene is verslechterd, met een verhoogd recidivegevaar door een recent incident. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de betrokkene, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en pedofilie, niet in staat is om zelfstandig te functioneren zonder externe controle en begeleiding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen eist dat de TBS met twee jaar wordt verlengd, gezien de recente ontwikkelingen en het recidivegevaar.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaar te verlengen, waarbij de veiligheid van de maatschappij voorop staat. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2014.