Op 15 april 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 13 december 2013 in Doetinchem met een mes een steekbeweging heeft gemaakt in de richting van het lichaam van het slachtoffer, maar dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag. De rechtbank achtte het subsidiair tenlastegelegde, namelijk poging tot zware mishandeling, wel bewezen. De verdachte had een mes gepakt en dreigend naar het slachtoffer gestoken, wat leidde tot een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot doodslag, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk het leven van het slachtoffer wilde beroven. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zeven maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De uitspraak benadrukte de ernst van het geweldsdelict en de impact ervan op de slachtoffers, die in de nabijheid aanwezig waren tijdens het voorval.