In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen over de leges voor een bouwactiviteit. Eiseres, [X] B.V., had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van 22 woningen, waarvoor een aannemingssom van € 2.275.000 exclusief btw was overeengekomen. De gemeente Nijmegen had echter leges geheven op basis van een geraamd bedrag aan bouwkosten van € 2.767.552 exclusief btw, wat resulteerde in een legesbedrag van € 65.866.
Eiseres maakte bezwaar tegen de legesheffing en stelde dat de leges op basis van de overeengekomen aannemingssom moesten worden berekend. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de aannemer gelieerd was aan eiseres, dit niet automatisch betekende dat de aannemingssom niet kon worden gehanteerd voor de legesberekening. De rechtbank stelde vast dat de gemeente niet voldoende had aangetoond dat de aannemingssom niet representatief was voor de werkelijke bouwkosten.
De rechtbank oordeelde verder dat de leges moesten worden berekend op basis van de aannemingssom, vermeerderd met de kosten van opties die onderdeel uitmaakten van de aanvraag. Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat de totale bouwkosten, inclusief btw, € 2.882.669 bedroegen, wat leidde tot een vermindering van het legesbedrag tot € 57.653,38. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en veroordeelde de gemeente in de proceskosten van eiseres.