ECLI:NL:RBGEL:2014:2981

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 mei 2014
Publicatiedatum
8 mei 2014
Zaaknummer
05/220715-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prisse
  • A. van Lookeren Campagne
  • J. Beljaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verduistering van een BMW na onduidelijkheden rond proefrit

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 7 mei 2014, stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van verduistering van een BMW Coupe. De tenlastelegging betrof het opzettelijk onder zich hebben van de auto, die toebehoorde aan een ander, tijdens een proefrit. De zaak kwam voort uit een aangifte van diefstal door [betrokkene 1], die meldde dat een geïnteresseerde koper na het maken van een proefrit met de auto was weggereden zonder te betalen. De verdachte werd op 11 juni 2012 aangehouden en verhoord door de politie.

Tijdens de zitting op 23 april 2014 werd het bewijs besproken. De officier van justitie concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, gezien de tegenstrijdige verklaringen van de betrokkenen. De verdediging steunde deze conclusie en pleitte voor vrijspraak op basis van gebrek aan overtuigend bewijs. De rechtbank oordeelde dat de verschillende verklaringen in het dossier onvoldoende houvast boden om tot een veroordeling te komen.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde verduistering, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het feit had begaan. Tevens werd de teruggave van de in beslag genomen BMW Coupe aan de verdachte gelast, en werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank benadrukte dat de benadeelde partij haar vordering enkel bij de burgerlijke rechter kon indienen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en vond plaats in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/220715-12
Uitspraak d.d. 7 mei 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Raadsvrouw: mr. Vlielander, advocaat te Utrecht.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 april 2014. Op 6 februari 2013 is deze zaak door de politierechter verwezen naar de meervoudige kamer.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode 08 juni 2012 tot en met 11 juni 2012 in de
gemeente Apeldoorn en/of Berkelland opzettelijk een auto (BMW Coupe, zwart, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte
anders dan door misdrijf, te weten als gebruiker (tijdens het maken van een
proefrit), onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding tot het onderzoek
Op 9 juni 2012 verscheen op het politiebureau te Apeldoorn een persoon, [betrokkene 1], samen met een vriend, [betrokkene 2], om aangifte te doen van diefstal van een aan de vader van [betrokkene 1] toebehorende BMW Coupe, met het kenteken [kenteken]. Zij hadden de auto op marktplaats te koop aangeboden en op vrijdag 8 juni 2012 had zich een persoon gemeld die belangstelling had voor de auto en daar een proefrit in wilde maken. Volgens aangever [betrokkene 1] had deze man op zijn verzoek zijn rijbewijs bij hem afgegeven, maar is de man vervolgens weggereden zonder te betalen. In verband hiermee is verdachte op 11 juni 2012 door de politie aangehouden en gehoord.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd vrijspraak van het tenlastegelegde. De officier heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de hand van de in het dossier voorhanden verklaringen niet goed is vast te stellen wat er precies is gebeurd rond de ten laste gelegde proefrit met de BMW. Gelet op de vele onduidelijkheden dient dit derhalve tot vrijspraak te leiden. Ter terechtzitting heeft de officier haar standpunt toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte wegens onvoldoende wettig en bij volstrekt gebrek aan overtuigend bewijs dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde verduistering van de BMW. Ter terechtzitting heeft de raadsman het standpunt van de verdediging toegelicht.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De diverse in het dossier voorhanden zijnde verklaringen en de daaruit voortvloeiende wisselende lezingen van de diverse betrokkenen over hetgeen er rond de proefrit met de BMW is voorgevallen, bieden onvoldoende houvast om tot wettig en overtuigend bewijs te komen. De verdachte behoort dan ook te worden vrijgesproken.
In beslag genomen voorwerpen
Nu verdachte wordt vrijgesproken en als zodanig geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de inbeslaggenomen auto aan de beslagene, in casu de verdachte.
Vordering tot schadevergoeding en/of schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich aanvankelijk met een vordering tot schadevergoeding - gedateerd 31 januari 2013 - ten bedrage van € 1.500,00 gevoegd in dit strafproces ter zake de geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade. Aanvullend is door de benadeelde een bedrag gevorderd van
€ 694,56 bestaande uit 8 maanden wegenbelasting voor het bedrag van € 510,00 en 8 maanden verzekeringspremie voor het bedrag van € 184,56. Totaal wordt gevorderd een bedrag van € 2.194,56.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in deze vordering, nu verdachte wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart
niet bewezendat verdachte het
ten laste gelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen zwarte personenauto BMW Coupe, kenteken [kenteken] aan de beslagene, te weten de verdachte;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in zijn vordering, met
veroordeling van de benadeelde partij in de kostenvan het geding en de tenuitvoerlegging door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. Prisse, voorzitter, mr. Van Lookeren Campagne en mr. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 mei 2014.
Mr. Beljaars is buiten staat mede te ondertekenen.