Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 juli 2013
- de akte overlegging producties van [eiseressen]
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 30 oktober 2013
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 29 januari 2014
- de conclusie na getuigenverhoor van [eiseressen]
- de conclusie na getuigenverhoor van [gedaagde].
2.De verdere beoordeling
toevoeging rechtbank) heb ik met mevrouw [naam] een gesprek gehad over het gerezen probleem. Ik heb toen gezegd: wat is er eenvoudiger dan gewoon de kredietovereenkomst die er al ligt te volgen, dan zijn we immers zo klaar. Ik heb die kredietovereenkomst die de [bedrijf] met [bedrijf] had gesloten op dat moment mogen inzien en dus ook kunnen zien wat daar over de renteverplichting in stond. Ik wilde er namelijk wel zekerheid over hebben dat daar in de uitwerking duidelijkheid over bestond. We hebben toen afgesproken dat een en ander nog bevestigd zou worden en dat heeft de heer [naam] toen gedaan in een brief van 25 augustus 2003. Voor die tijd heb ik overigens, voor zover ik me kan herinneren, geen bemoeienis gehad met de heer [naam] en heb ik telkens contact gehad met mevrouw [naam].
3.De beslissing
21 mei 2014voor het nemen van een akte door [eiseressen]over hetgeen is vermeld onder 2.31, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,