hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal met kracht
(met een boksbeugel) tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft
gestompt/geslagen (waarbij die [slachtoffer 1] ten val is gekomen/buiten
bewustzijn is geraakt), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]),
meermalen, althans eenmaal met kracht (met een boksbeugel) tegen het
gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft gestompt/geslagen (waarbij die[slachtoffer 1]
ten val is gekomen/buiten bewustzijn is geraakt), waardoor deze
letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet die[slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met kracht
(met een boksbeugel) tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft
gestompt/geslagen (waarbij de[slachtoffer 2] ten val is gekomen/buiten bewustzijn
is geraakt) en/of terwijl die[slachtoffer 2] op de grond lag, die[slachtoffer 2]
(nogmaals) meermalen, althans eenmaal tegen het gezicht/hoofd en/of het
lichaam heeft gestompt/geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]),
meermalen, althans eenmaal met kracht (met een boksbeugel) tegen het
gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft gestompt/geslagen(waarbij de[slachtoffer 2]
ten val is gekomen/buiten bewustzijn is geraakt) en/of terwijl die[slachtoffer 2]
op de grond lag, die[slachtoffer 2] (nogmaals) meermalen, althans eenmaal tegen
het gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft gestompt/geslagen, waardoor deze
letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer 3], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet die [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal met kracht (met
een boksbeugel) tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft
gestompt/geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]), meermalen,
althans eenmaal met kracht (met een boksbeugel) tegen het gezicht/hoofd en/of
het lichaam heeft gestompt/geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd[slachtoffer 4], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet die [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal met kracht
(met een boksbeugel) tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft
gestompt/geslagen en/of meermalen, althans eenmaal tegen het lichaam heeft
geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk mishandelend een persoon (te weten[slachtoffer 4]),
meermalen, althans eenmaal met kracht (met een boksbeugel) tegen het
gezicht/hoofd en/of het lichaam heeft gestompt/geslagen en/of meermalen,
althans eenmaal tegen het lichaam heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft
bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding van het onderzoek
In de nacht van 2 september 2012 heeft zich op[locatie] aan [adres 2] een gewelddadig incident voorgedaan tussen verschillende gezinsleden van de aldaar woonachtige [familie verdachte jr en sr] en [familie slachtoffers]. Voorafgaand aan dit geweld waren twee zoons van de[familie slachtoffers] volgens hun verklaring slachtoffer geworden van een door de zoon van de [familie verdachte jr en sr] gepleegde mishandeling in het centrum van Apeldoorn. De politie is naar aanleiding van deze incidenten een opsporingsonderzoek begonnen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft vrijspraak verzocht voor de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde feiten. De officier van justitie heeft voorts gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde feiten.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor vrijspraak van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde. Ten aanzien van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde concludeert de raadsman primair tot vrijspraak en subsidiair tot ontslag van alle rechtsvervolging.
De raadsman heeft een en ander toegelicht in de door hem overgelegde pleitnota.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten uit van de volgende feiten en omstandigheden. De verschillende verklaringen en bevindingen zijn hierna zakelijk en verhalenderwijs weergegeven.
De rechtbank gaat – gelet op de in het dossier aanwezige verklaringen – uit van het navolgende scenario.
Het incident begon in de binnenstad van Apeldoorn alwaar [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] beiden onverwachts knock-out werden geslagen door [medeverdachte], de zoon van verdachte.Voor dergelijk handelen hadden zij, naar het zich laat aanzien, op dat moment geen aanleiding gegeven.
Toen zij terugkwamen uit de stad zijn zij naar de woning van [medeverdachte] gegaan om verhaal te halen.De rechtbank stelt vast dat de broers op dat moment dronken of ten minste aangeschoten en boos waren. In de parkeergarage waar de auto stond, hoorde getuige [getuige 2] dat [slachtoffer 2] riep: “Wie dit gedaan heeft, schiet ik dood”.Getuige [getuige 1] onderschrijft die boosheid: ‘Ik heb [slachtoffer 2] nog nooit zo gezien. Door het lint en in de war.’Dat de broers dronken waren, blijkt uit de verklaring van [slachtoffer 4]: ‘Even later kwamen mijn jongens met de auto thuis. (…) [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] waren allebei dronken. (…) De jongens waren zo dronken dat ze de auto uit rolden.’
De rechtbank concludeert uit bovenstaande dat de broers – kennelijk vanuit dronkenschap en woede – verhaal wilden halen bij [medeverdachte]. De verklaring van de verdediging dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op een rustige manier wilden praten, acht de rechtbank gelet op de geschetste omstandigheden niet aannemelijk geworden.
[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] waren al telefonisch ingelicht over het incident in de stad.Op [locatie] aangekomen gingen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] richting [alias woning] van verdachte en zijn familie.Op dat moment zaten hij, verdachte, [medeverdachte], [getuige 1] en [vriend medeverdachte jr] in [alias woning]. De jongere dochter van verdachte lag op dat moment in [alias woning] te slapen. Zij hoorden veel lawaai hun richting op komen.[getuige 1] verklaart: ‘Plotseling hoorde ik onder meer de woorden: Kankerlijers, kankerlijers en ik hoorde een schot (…)’.Verdachte verklaart hierover: ‘(…) Ik hoorde aan de andere kant van [locatie] piepende banden, toen veel lawaai, geschreeuw en gegil. Dit lawaai was op ongeveer honderd meter afstand. Toen hoorde ik één pistoolschot’.
Ook [getuige 3], een onafhankelijke getuige van buitenaf, hoorde het schot: ‘Ik werd op 2 september 2012 omstreeks 04:00 uur wakker van een harde knal. (…) Ik ging uit bed en keek uit het raam. Ik zag mensen bij de eerste uitgang van [locatie], allemaal schelden en schreeuwen. Ik zag ook een jongen en een meisje naar de tweede ingang lopen. Het meisje wilde de jongen tegenhouden.’
Verdachte verklaart over het vervolg: ‘Ik sta op mijn eigen terrein met mijn zoon. Ze kwamen met z’n vijven.’Het pistoolschot kwam uit de richting van de[alias woning] van [slachtoffer 2]. Iets later hoorde [verdachte sr] ‘…een verschrikkelijk gegil en geschreeuw. Ik hoorde [slachtoffer 2], [slachtoffer 1], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [getuige 4] in onze richting komen’.
De rechtbank stelt vast dat dit de situatie was toen het incident op [locatie] begon. [slachtoffer 2], [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] kwamen in de ogen van de [familie verdachte jr en sr] dreigend hun kant op. Toen zij bij [alias woning] van de [familie verdachte jr en sr] kwamen ontstond het gevecht. Wie hierbij de eerste klap uitdeelde, is naar het oordeel van de rechtbank niet eenduidig vast te stellen. Vast staat echter wel dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] het voornemen hadden om door middel van een confrontatie verhaal te gaan halen bij de [familie verdachte jr en sr].
Vrijwel direct werd geweld toegepast door verdachte tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. [verdachte sr] verklaart hierover: ‘(…) Al hardlopend kwam hij op mij af. Ik gaf [slachtoffer 1] gelijk een rechtse directe op zijn mond. Ik wilde hem een kaakslag [familie verdachte jr en sr], maar dit lukte niet. Ik trok hem aan zijn hoofd over het hek naar de grond. Ik gaf hem toen een rechtse directe tegen zijn kaak. Ik wilde hem gelijk uitschakelen door hem bewusteloos te krijgen. (…) Ik zag dat hij een paar seconden wegzakte. Op dat moment viel [slachtoffer 2] mij van achteren aan. Hij wilde mij vastpakken of slaan. Ik weet niet precies wat hij wilde. Ik stond toen nog voorover gebogen. Ik pakte [slachtoffer 2] toen bij zijn hoofd vast. Ik gaf [slachtoffer 2] twee rechtse directe op zijn gezicht. Ik weet niet precies waar op zijn gezicht. Ik zag dat hij daardoor iets zakte. Ik zat toen op mijn knieën iets boven [slachtoffer 2]. Ik wilde op [slachtoffer 2] gaan zitten. Op dat moment voelde ik iets warms aan de rechter zijkant van mijn lichaam ter hoogte van mijn ribben. Ik draaide me om en ik zag bloed. Ik zag [slachtoffer 3] een mes uit mijn lichaam weg trekken’.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij tijdens het incident op de [adres 2]op 2 september 2012 op enig moment voelde dat verdachte en [medeverdachte] hem grepen en dat hij ineens een stoot in zijn gezicht kreeg.Ook heeft hij verklaard dat hij daarbij meerdere klappen op het achterhoofd kreeg.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij tijdens het incident op de [adres 2]op 2 september 2012 door zowel verdachte als [medeverdachte] meermalen met kracht is geslagen. [slachtoffer 2] was toen even bewusteloos en viel daarbij op de grond. Aan de slagen hield hij onder meer kapotte lippen en tanden en een gebroken neus over.
[medeverdachte] heeft tegenover de politie verklaard dat op enig moment de situatie ontstond dat zijn vader werd gestoken door [slachtoffer 3] (de moeder van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]). Hierop heeft [medeverdachte] haar een stoot in het gezicht gegeven. Daarna zag hij dat [slachtoffer 4] ergens bij zijn middel een pistool pakte. Daarop gaf [medeverdachte] [slachtoffer 4] een stoot en zijn gezicht.[slachtoffer 4] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij werd geslagen door [medeverdachte] en dat hij daaraan een kapot gezicht had overgehouden.[slachtoffer 3] heeft in haar aangifte verklaard dat zij op enig moment [medeverdachte] recht in de ogen keek en dat zij daarna door een vuistslag van hem in haar gezicht werd geraakt en bewusteloos raakte.[slachtoffer 3] verklaart voorts dat zij aan het geweld onder meer een dik blauw oog heeft overgehouden.
Verdachte heeft verklaard over het moment vanaf het steekincident: ‘Ik liet [slachtoffer 2] voor wat hij was. Ik stond op en ik pakte [slachtoffer 3] met mijn linkerhand bij haar haar. Ik gaf haar direct een rechtse directe op haar gezicht. Ik wilde haar zo snel mogelijk uitschakelen. Ik wilde geen risico lopen. Ik zag dat ze als een zoutzak in elkaar zakte. (…) Ik hoorde dichtbij een ontzettende harde knal/pistoolschot. (…) Ik dacht dit en toen ik keek zag ik dat [slachtoffer 4] een klein pistooltje in zijn rechterhand had en dat hij achteruit vloog. (…) Ik zag vervolgens dat mijn ex-vrouw, [getuige 1], de rechterhand van [slachtoffer 4] vastpakte. Dit was de hand die het pistool vast had. Ik zag dat ze deze hand naar beneden drukte zodat [slachtoffer 4] mijn zoon niet kon doodschieten. (…) Ik sloeg hem [rechtbank: [slachtoffer 2]] met mijn linker vuist vier/vijf keer in zijn gezicht om hem te versuffen. (…) Ik zag dat mijn zoon een stuk of acht stoten op [slachtoffer 1] gaf. Deze stoten kwamen terecht in het gezicht en op het lichaam van [slachtoffer 1]. Ik zag dat hij [slachtoffer 1] als een boksbal gebruikte. [slachtoffer 1] probeerde een paar stoten terug te [familie verdachte jr en sr]. Ik zag dat [slachtoffer 1] door zijn benen zakte en bewusteloos raakte. Hij was een minuut of tien bewusteloos. Toen [slachtoffer 1] bewusteloos raakte, had ik [slachtoffer 2] nog steeds vast. Ik zag dat [slachtoffer 4] strompelend naar [slachtoffer 1] toe ging. [slachtoffer 4] probeerde [slachtoffer 1] te beschermen. Ik zag dat hij dit deed door over [slachtoffer 1] heen te staan. (…) Ik zie dan dat [betrokkene 1]met het pistool van [slachtoffer 4] wegliep.’Verdachte hoorde zijn zoon zeggen “Hij wilde me doodschieten”, daarbij doelend op [slachtoffer 4]. Dat was op het moment dat [medeverdachte] aanstalten maakte om [slachtoffer 4] aan te vallen en ik hem daarvan tegenhield. Verdachte voelde daarop de woede in zich opkomen. Daarop gaf verdachte één rechtse directe in [slachtoffer 4]’s gezicht. [slachtoffer 4] deinsde achteruit wat uiteindelijk tot gevolg had dat [medeverdachte] tegen [slachtoffer 2] aan viel. [slachtoffer 2] probeerde [medeverdachte] te slaan. [medeverdachte] ontweek deze klappen, aldus verdachte. Verdachte gaf toen [slachtoffer 2] een serie stoten in zijn gezicht. Nadien hadden verdachte en [medeverdachte] op [slachtoffer 2], [slachtoffer 4] en [betrokkene 2] geslagen om ze van hun woning weg te krijgen. Ze hadden gemikt op het gezicht en ze aldaar ook geraakt.
De rechtbank acht in het bijzonder de verklaring van verdachte betrouwbaar, met name omdat hij – zoals uit bovenstaande naar voren komt – zichzelf en zijn zoon niet ontziet voor wat betreft het door hen toegepaste geweld.
De rechtbank leidt uit de eigen verklaringen van verdachte en diens zoon af dat zij samen zijn opgetrokken vanaf het moment dat ze werden belaagd.
Zowel verdachte als diens zoon verrichten hun geweldshandelingen binnen een kort tijdsbestek en in elkaars directe bijzijn. Zij hebben zich zodoende over en weer gecommitteerd aan de gedragingen van de ander en derhalve is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking en een gezamenlijke uitvoering. In dit verband wijst de rechtbank in het bijzonder nog op de verklaring van verdachte over de laatste fase van het incident waarin hij heeft verklaard dat hij mét zijn zoon, de anderen had geslagen om ze van hun woning weg te krijgen en te houden.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde heeft gepleegd. Om te kunnen komen tot een bewezenverklaring van poging tot zware mishandeling zal moeten worden vastgesteld dat bij verdachte sprake is geweest van opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en dat de door hem verrichte handelingen moeten worden beschouwd als een deugdelijke poging daartoe. (Voorwaardelijk) opzet op zware mishandeling is aanwezig indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden. Het zal moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Hoewel de geweldshandelingen van verdachten stevig zijn geweest, is de rechtbank van oordeel dat uit bovenstaande bewijsmiddelen onvoldoende kan worden vastgesteld dat sprake is van opzet en deugdelijke pogingen tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank betrekt in dit oordeel dat niet is komen vast te staan dat gebruik is gemaakt van boksbeugels of andere wapens van de zijde van verdachte en zijn zoon [medeverdachte] (medeverdachte).
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 02 september 2012 te [adres 2],
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2],
meermalen tegen het gezicht heeft geslagen waardoor die[slachtoffer 2] ten val is gekomen/buiten bewustzijn is geraakt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
(feit 2 subsidiair)
hij op 02 september 2012 te [adres 2],
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1],
meermalen, met kracht tegen het hoofd en het lichaam heeft geslagen waardoor die[slachtoffer 1]
ten val is gekomen/buiten bewustzijn is geraakt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
hij op 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk mishandelend [slachtoffer 3],
meermalen met kracht tegen het gezicht geslagen waarbij die [slachtoffer 3] ten val is
gekomen/buiten bewustzijn is geraakt, waardoor deze letsel en pijn heeft ondervonden;
hij op 02 september 2012 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk mishandelend[slachtoffer 4],
meermalen met kracht tegen het gezicht geslagen, waardoor deze letsel en pijn heeft ondervonden;
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven: