ECLI:NL:RBGEL:2014:3410
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing omgevingsvergunning voor de bouw van een seksinrichting in strijd met de Bouwverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een seksinrichting. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen, had de aanvraag afgewezen op basis van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening, omdat de parkeerplaatsen niet konden worden gerekend tot het onbebouwde terrein dat bij het gebouw behoort. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 7 april 2014 zijn zowel eiser als de gemachtigde van verweerder verschenen, evenals enkele omwonenden die als belanghebbenden waren aangemerkt.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning niet in strijd was met de Bouwverordening. De rechtbank oordeelde dat de parkeerplaatsen op het perceel van eiser functioneel behoren tot de grond waar de seksinrichting is gepland, ondanks dat deze grond niet de aanduiding 'seksinrichting' heeft. De rechtbank benadrukte dat de bestemmingsplannen geen onderscheid maken tussen parkeren voor horeca en voor seksinrichtingen, en dat de weigering van de vergunning door verweerder niet gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen vier weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser, die zijn begroot op € 974. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.