Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft de bewindvoerder van een huurder, die in een huurachterstand verkeert van meer dan drie maanden, een kort geding aangespannen om de tenuitvoerlegging van een eerder verstekvonnis te schorsen. De huurder, aangeduid als [eiseres], heeft geruime tijd onder bewind gestaan en verkeerde op het moment van de procedure in een noodsituatie, aangezien zij in het ziekenhuis lag en geen andere woonruimte had. De bewindvoerder stelde dat ontruiming zou leiden tot dakloosheid en dat er een betalingsregeling was voorgesteld om de huurachterstand in te lopen.
De gedaagde partij, Stichting Viverion, voerde aan dat de huurachterstand van meer dan drie maanden een spoedige ontruiming rechtvaardigde. Viverion had al drie jaar geprobeerd tot een oplossing te komen met de huurder en stelde dat de bewindvoerder geen recht had op schorsing van de executie van het verstekvonnis. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bewindvoerder niet had aangetoond dat de executie van het vonnis een noodtoestand zou veroorzaken en dat de huurachterstand een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van de bewindvoerder afgewezen en de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten van Viverion, die op € 1.424,00 zijn begroot. Het vonnis is op 10 juni 2014 uitgesproken door mr. P.F.A. Bierbooms.