ECLI:NL:RBGEL:2014:3852

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juni 2014
Publicatiedatum
23 juni 2014
Zaaknummer
250333
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en exoneratie in een geschil over een ongeval met een trailer

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen Nooteboom Trailers B.V. en Magdenli Transport & Trade Co. naar aanleiding van een ongeval dat plaatsvond op 25 maart 2013. Nooteboom Trailers, producent van trailers, en Nooteboom Global, een verkoopmaatschappij, hebben een koopovereenkomst gesloten met Magdenli voor de verkoop van drie trailers. Tijdens een transport uitgevoerd door Magdenli voor Vestas, een leverancier van windturbines, vond een ongeval plaats waarbij de trailer losraakte van de trekker en met de lading in de berm belandde. Magdenli heeft Nooteboom aansprakelijk gesteld voor de schade die door het ongeval is ontstaan.

De rechtbank oordeelt dat Magdenli als professionele partij had moeten begrijpen dat de algemene voorwaarden van Nooteboom van toepassing waren op de overeenkomst. Magdenli betoogt dat het exoneratiebeding in deze voorwaarden vernietigbaar is omdat het onredelijk bezwarend zou zijn. De rechtbank stelt echter dat het beroep op de onredelijkheid van de voorwaarden pas kan worden beoordeeld als duidelijk is wat de oorzaak van het ongeval was. Het geschil concentreert zich op de kwaliteit en het onderhoud van de borgingsmaterialen van de trailer, in het bijzonder de vergrendelpennen.

De rechtbank concludeert dat de aansprakelijkheid van Nooteboom beperkt kan zijn tot de factuurprijs van de trailer, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld. De zaak wordt aangehouden voor nader onderzoek naar de oorzaak van het ongeval, waarbij METU, de Middle East Technical University, betrokken zal worden voor een deskundigenrapport. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en plaatst de zaak op de rol voor een akte van Magdenli over het nadere onderzoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/250333 / HA ZA 13-609
Vonnis van 4 juni 2014
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOOTEBOOM TRAILERS B.V.,
gevestigd te Wijchen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOOTEBOOM GLOBAL TRAILER CENTER B.V.,
gevestigd te Wijchen,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
1. de vennootschap naar vreemd recht
MAGDENLI TRANSPORT & TRADE CO.,
gevestigd te (06370) Macunköy, Ankara, Turkije,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. N. Köse-Albayrak te Rotterdam,
2. de vennootschap naar vreemd recht
VESTAS HELLAS,
gevestigd te (15125) Marousi, Athene, Griekenland,
gedaagde in conventie,
niet verschenen,
3. de vennootschap naar vreemd recht
VESTAS WIND SYSTEMS A/S,
gevestigd te (8200) Aarhus, Denemarken,
gedaagde in conventie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna enerzijds Nooteboom Trailers en Nooteboom Global (samen ook Nooteboom) en anderzijds Magdenli, Vestas Hellas en Vestas Wind (samen ook Vestas) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 februari 2014 (hierna: het tussenvonnis)
  • het proces-verbaal van comparitie van 14 mei 2014
  • de conclusie van antwoord in reconventie van Nooteboom.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Nooteboom Trailers is een producent van trailers. Nooteboom Global is een verkoopmaatschappij van trailers.
2.2.
Magdenli is één van de grootste gespecialiseerde transportondernemingen van Turkije in het vervoer van benodigdheden voor windmolenparken.
2.3.
Vestas levert windturbines voor de bouw van een windmolenpark in Turkije.
2.4.
In een op 1 juli 2010 gedateerde, per e-mail verzonden, offerte van Nooteboom Trailers worden aan Magdenli drie trailers te koop aangeboden, een zeven-assige trailer van het type MCO-109-07V en twee vier-assige trailers van het type OVB-65-04V. In de offerte is onder meer te lezen: “
Delivery: EXW, Ex works Wijchen (NL)”.
2.5.
Naar aanleiding van voormelde offerte komt tussen Nooteboom Global en Magdenli een koopovereenkomst tot stand met betrekking tot de drie in de offerte genoemde trailers.
2.6.
Op 25 maart 2013 vindt op een onverharde weg in berggebied een ongeval plaats tijdens een door Magdenli in opdracht van Vestas uitgevoerd transport van een zogenaamde nacelle, het bovenste deel van de opbouw van een windmolen (een turbinehuis). De nacelle wordt vervoerd op de onder 2.4 en 2.5 bedoelde, zeven-assige trailer (hierna: de trailer). De trekker van Magdenli die de oplegger vervoert, is gekoppeld aan een tweede trekker en op een gegeven moment tijdens het omhoog rijden raakt de oplegger van de trekker los. Hij rijdt achteruit naar beneden, raakt van de weg en belandt met de lading in de berm.
2.7.
Nooteboom Trailers en Nooteboom Global worden in april 2013 aansprakelijk gesteld voor de door het ongeval veroorzaakte schade geleden door Magdenli, Vestas Hellas en Vestas Wind.
2.8.
Ten behoeve van Nootebooms verzekeraar rapporteert [naam 1] op 11 april 2013 voorlopig over het onder 2.6 bedoelde ongeval. Zij stelt vast dat de koppeling tussen oplegger en trekker is bezweken. De koppeling bestaat uit diverse borgingsmaterialen die worden aangebracht aan het uiteinde van de uitschuifbare (‘telescopische’) balk die de verbinding vormt tussen truck en oplegger. Kennelijk, stelt [naam 1] vast, hebben de borgingsmaterialen gefaald. Zij zouden ernstige vormen van slijtage vertoond hebben; dit zou blijken uit foto’s die een medewerker van Nooteboom heeft gemaakt tijdens zijn bezoek aan de locatie van het ongeval.
2.9.
Op 2 mei 2013 rapporteert [naam 2], verbonden aan de Middle East Technical University te Ankara (METU), aan Magdenli. Het onderzoek van METU heeft zich gericht op de vergrendeling van de
telescopic trailer, de door [naam 1] genoemde, uitschuifbare balk, van de trekker. ‘
When the length of the trailer is to be increased’, schrijft METU, ‘
the telescopic part extends through and it is locked by two concentric, square shaped locking bars’. Ze stelt dat deze vergrendelpennen van de laadvlakvergrendeling zijn bezweken als gevolg van overbelasting:
The failure in the locking bar is due to overloading. There is no sign of fatigue failure. Instead there is extensive plastic deformation of the bar (…). As a concluding remark it can be stated that the strength of the plain carbon steel selected for this application is not suitable. A heat treated alloy steel would have much higher strength. Or, induction hardening of the locking end of the bar would also increase the strength. As a second factor, the pointed tip of the bar also needs to be re-designed. A flat end locking bar would be a better solution and would prevent future failures.
2.10.
Vestas dient bij Magdenli een vordering in tot vergoeding van schade ad € 228.105,85 met rente vanaf 25 maart 2013.
2.11.
[naam 1] rapporteert opnieuw op 16 april 2014 en concludeert dan onder meer:
(…) dat het voorval plaats heeft gevonden doordat de pennen reeds voor aanvang van dit transport zwaar beschadigd moeten zijn geweest en dat de pennen bij aanvang van het transport waarschijnlijk in het geheel niet – of in ieder geval niet goed – in de vergrendelingsgaten hebben gezeten.
Het rapport van METU gaat uit van een te lage materiaalsterkte en een ontwerpfout van de pennen. Dit kan, met kennis van de gebruikte staalsoort, middels eenvoudige berekeningen worden ontkracht.
De door ons aan de hand van het fotomateriaal geconstateerde beschadigingen aan de lijfplaten en de pennen en de korte gebruiksperiode van de trailer duiden er op dat deze meerdere malen op zeer hardhandige en ondeskundig wijze is in- en uitgeschoven.
De volgende omstandigheden – of een combinatie daarvan – kunnen hierbij een belangrijke rol hebben gespeeld:
- Te hoge snelheid van de trekker tijdens het inschuiven en uitschuiven;
- Inschuiven/uitschuiven terwijl de combinatie niet op een vlakke ondergrond stond;
- Inschuiven/uitschuiven van een beladen trailer. Dit vereist een grotere kracht van de trekker waardoor minder controle over de snelheid is.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
Nooteboom vordert in conventie, zoals ook samengevat weergegeven in het tussenvonnis (2.7), een verklaring voor recht
  • dat Magdenli, Vestas Hellas en/of Vestas Wind in eventuele schadevorderingen jegens Nooteboom niet ontvankelijk zijn,
  • subsidiair dat Nooteboom niet aansprakelijk is voor de door Magdenli en/of Vestas geleden schade ter zake van het voorval op 25 mei 2013,
  • meer subsidiair dat er sprake is van eigen schuld van Magdenli en/of Vestas,
  • meest subsidiair dat Nooteboom niet verder aansprakelijk is jegens Magdenli en/of Vestas dan tot de hoogte van de reparatiekosten van de trailer althans tot de omvang van de directe schade, althans tot de hoogte van het factuurbedrag van de onderhavige trailer, vermeerderd met de kosten waaronder de nakosten.
3.2.
Nooteboom stelt dat de trailer de eigenschappen bezat die Magdenli op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Zij bestrijdt de resultaten van METU’s onderzoek omdat zich dit heeft beperkt tot de vergrendelpennen en heeft [naam 1] een tegenonderzoek laten uitvoeren. De staat van onderhoud van de trailer en de omstandigheden van het ongeval, stelt Nooteboom, geven geen reden te veronderstellen dat de trailer niet conform de overeenkomst zou zijn. Ook overigens is zij niet tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, evenmin heeft zij onrechtmatig gehandeld.
3.3.
Subsidiair beroept Nooteboom zich op eigen schuld van Magdenli en Vestas. De trailer, die Nooteboom enkele dagen na het schadevoorval is gaan bekijken, zag er slecht onderhouden uit en is volgens Nooteboom ondeskundig gebruikt. Zij wijst op het
Preliminary Loss Adjustment Reportvan Crawfords zusterbedrijf Alesta d.d. 7 mei 2013. Hierin staat onder meer dat Vestas’
project manager, Yannis Yaxas, heeft meegedeeld dat ‘
roads of a site should be maximum 13-14° inclined’. En dit rapport vervolgt: ‘
Although this standard is fulfilled in a very large part of the site, the area where the accident took place is nearly 16-17° inclined’.
3.4.
Meer subsidiair beroept Nooteboom zich op het verstrijken van de garantietermijn van één jaar genoemd in art. 6 van haar algemene voorwaarden en op de aansprakelijkheidsbeperkingen in art. 11 daarvan, dat in de Nederlandse versie – gesteld noch gebleken is dat deze naar inhoud of strekking van de Engelse afwijkt – luidt:
Buiten de gevallen in deze voorwaarden bedoeld zijn wij niet anders of verder aansprakelijk jegens onze opdrachtgever, behoudens opzet of grove schuld aan onze zijde. In alle gevallen is onze aansprakelijkheid naar hoogte beperkt tot de factuurprijs van de zaak of zaken met betrekking waartoe of als middellijk gevolg waarvan, wij aansprakelijk zullen zijn.
Behoudens opzet of grove schuld aan onze zijde is onze aansprakelijheid voor bedrijfsschade, andere indirecte schade en schade als gevolg van aansprakelijkheid jegens derden uitgesloten.
3.5.
Magdenli voert gemotiveerd verweer in conventie en legt het daartoe aangevoerde mede ten grondslag aan haar eis in reconventie. Zij betoogt onder meer dat Nooteboom een trailer heeft geleverd die niet aan de overeenkomst voldeed omdat gebleken is dat hij op 25 maart 2013 de lading niet aankon, dat de trailer door haar goed was onderhouden en dat de algemene voorwaarden van Nooteboom niet van toepassing althans op onderdelen vernietigbaar zijn.
3.6.
Voorts stelt Magdenli dat haar schade bestaat uit de volgende posten.
  • herstelwerkzaamheden aan de trailer: € 25.992,13
  • vervangen van veertien velgen: € 720,34
  • en achtentwintig banden: € 6.103,90
  • vervoer van de trailer naar Ankara: € 6.029,80
  • kosten verblijf van de trailer in Ankara: € 32.509,00
  • vier stuks RUD containerketting: € 2.668,00
  • vervoer medewerkers naar ongevalslocatie: € 746,53
  • kosten deskundigenrapport € 1.804,74
  • kosten advocaat op locatie: € 247,90
  • beperking schade/behoud producten Vestas: € 27.741,03
  • immateriele schade (gezichtsverlies, goede naam): € 10.000,00
  • schade van Vestas:
€ 364.563,37
3.7.
Magdenli vordert in reconventie – samengevat – veroordeling van Nooteboom tot betaling van € 364.563,37, het onder 3.6 bedoelde schadebedrag, vermeerderd met rente en kosten. Nooteboom voert verweer, waarbij zij haar in conventie geponeerde stellingen herhaalt en voorts onder meer aanvoert dat als de vergrendelingspennen niet conform zouden zijn, nog geen causaal verband is aangetoond tussen hun non-conformiteit en de schade. Als de punten afbreken, wat volgens Magdenli is gebeurd, steken de pennen immers nog steeds in de houders.
3.8.
Voor zover nodig gaat de rechtbank hieronder nader in op de stellingen van partijen.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

Het toepasselijke recht

4.1.
Partijen zijn het er, zoals in het tussenvonnis al is overwogen (2.8) over eens dat op de door hen gesloten koopovereenkomst Nederlands recht van toepassing is.
De algemene voorwaarden van Nooteboom
4.2.
De tweede voorvraag betreft de toepasselijkheid van Nootebooms algemene voorwaarden. Magdenli bestrijdt de toepasselijkheid ervan die door Nooteboom gesteld wordt. Magdenli betoogt dat zij de algemene voorwaarden niet ontvangen heeft. De enkele verwijzing ernaar in de offerte van 1 juli 2010 is hiervoor onvoldoende, stelt Magdenli, en uit de nummering van de pagina’s daarvan blijkt ook dat de algemene voorwaarden niet meegezonden zijn.
4.3.
Dit laatste slaat op het gegeven dat op het geprinte exemplaar van de offerte, prod. 1 bij dagvaarding, op de eerste twee pagina’s, de eigenlijke offertetekst, in de voettekst staat ‘
pages 1 from 3’, respectievelijk ‘
pages 2 from 3’, terwijl er geen paginanummer in een voettekst van de daarbij als derde blad overgelegde tekst ‘
General ConditionsRoyal Nooteboom Trailers B.V.’ staat. Dit is op het eerste gezicht verklaarbaar door het feit dat dit laatste blad op geheel andere wijze is opgemaakt dan de eigenlijke offerte en een eigen voettekst heeft, waarop inderdaad geen nummering voorkomt. De verklaring is dan dat de automatische nummering van de eigenlijke offerte heeft gereageerd op de drie pagina’s (de eigenlijke offerte van twee pagina’s plus het voorwaardenblad), maar dat de nummering niet heeft ‘gepakt’ op het voorwaardenblad. Dit heeft een eigen opmaak die zich mogelijk niet leent voor bewerking met een voettekst. Alles wijst er dus op dat de stelling van Nooteboom dat zij drie pagina’s heeft verstuurd, die ook als drie geteld zijn, maar waarvan de derde het paginanummer niet vermeldt, juist is.
4.4.
Inmiddels heeft Nooteboom de mail met als bijlage de offerte en de tekst van de
General Conditions Royal Nooteboom Trailers B.V.ook per mail aan Magdenli’s advocaat en de rechtbank toegestuurd. In de digitale versie is de opmaak van de eigenlijke offerte verschoven, zodat zij niet twee, maar drie pagina’s beslaat. De voettekst vermeldt ‘
pages 1 from 4’, ‘
pages 2 from 4’ en ‘
pages 3 from 4’. Het laatste blad, het voorwaardenblad, bevat opnieuw geen nummering. Dit bevestigt dat de automatische telling op de eigenlijke offerte wel rekening houdt met de vier pagina’s, de eigenlijke offerte plus het blad met algemene voorwaarden, maar dat de nummering niet op het laatste blad wordt opgenomen.
4.5.
De acceptatie van Magdenli bij mail van 2 juli 2010 is slechts een korte algemene tekst waarin de offerte zonder voorbehoud aanvaard wordt.
4.6.
Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat Magdenli als professionele partij heeft begrepen althans heeft moeten begrijpen dat Nooteboom in haar offerte verwees naar de toepasselijkheid van haar
general conditionsen dat zij tijdig van de Engelstalig versie daarvan kennis heeft kunnen nemen. De algemene voorwaarden maken dan ook deel uit van de overeenkomst.
Het exoneratiebeding
4.7.
Magdenli betoogt dat het exoneratiebeding vernietigbaar is omdat het onredelijk bezwarend is althans onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
4.8.
De rechtbank stelt bij de beoordeling van dit betoog voorop dat het hier een geschil betreft tussen twee professionele partijen, zoals onder meer blijkt uit hetgeen onder 2.1 en 2.2 is overwogen.
4.9.
Juist is Magdenli’s stelling dat de tekortkoming die zij verwijt de kern van de verplichting uit de koopovereenkomst raakt. Nu niet valt in te zien wat de betekenis van een exoneratiebeding bij een koopovereenkomst zou zijn als het niet de kern daarvan raakt, acht de rechtbank deze stelling betekenisloos.
4.10.
De stellingen die er op neer komen dat Nooteboom op het exoneratiebeding geen beroep zou kunnen doen omdat het vernietigbaar is, zijn voorts gegrond op Magdenli’s betoog dat de trailer niet conform de overeenkomst is in verband met een ernstige fabricagefout. Zij kunnen niet beoordeeld worden zolang niet vast staat of er van non-conformiteit sprake is en zo ja, of de oorzaak daarvan een zo ernstige fout is dat ze het exoneratiebeding onredelijk bezwarend maakt of reeds valt onder de opzet of grove schuld die art. 11 van de algemene voorwaarden noemt.
4.11.
Wat betreft het gegeven dat de schade zich twee jaar na de aankoop en de levering heeft voorgedaan verwart Magdenli kennelijk de garantietermijn (art. 6 algemene voorwaarden) met de werking van het exoneratiebeding (art. 11). De rechtbank passeert dit betoog dan ook.
4.12.
Het voorgaande betekent dat het beroep op een onredelijk bezwarend karakter van de algemene voorwaarden en op de werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid pas beoordeeld kan worden als duidelijk is wat de oorzaak van het ongeval was. Van belang is hierbij echter dat de stellingen van Magdenli niet inhouden dat Nootebooms beroep op de algemene voorwaarden wanneer het beroep op vernietigbaarheid niet opgaat, niet gehonoreerd kan worden. In het bijzonder is dit van belang voor de beperking van de aansprakelijkheid tot de factuurprijs en de uitsluiting van aansprakelijkheid jegens derden, in dit geval Vestas.
Het inhoudelijke geschil
4.13.
Inhoudelijk concentreert het geschil, dat in het algemeen de vraag betreft naar de oorzaak van het ongeval op 25 maart 2013, zich op de kwaliteit en het onderhoud van de borgingsmaterialen, in het bijzonder de vergrendelpennen. De vraag of Magdenli zich heeft gehouden aan de volgens Vestas maximaal toelaatbare hellingshoek is niet meer aan de orde omdat ter zitting van de kant van Nooteboom verklaard is dat de oplegger bestand moet zijn tegen beperkt gebruik over steilere hellingen dan als door Vestas aangegeven. Daaronder valt het gebruik op de steil oplopende weg zoals plaatsvond op 25 maart 2013.
4.14.
De foto’s van de vergrendelpennen zijn ter comparitie door partijen en de rechtbank bekeken. In lekentaal samengevat gaat het hier om rechthoekige blokken die ter vergrendeling in de telescopische balk worden geschoven. Dit gebeurt rijdend, waarbij het strikte voorschrift geldt, zoals ook Magdenli onderschrijft, dat het zeer langzaam rijdend en onbeladen dient te gebeuren. Zijn de pennen/blokken ingeschoven, dan sluiten zij aan in het oppervlak van de balk, zodat er geen mogelijkheid bestaat dat zij bewegen, mits de balk onbeschadigd is. Is de balk ter plaatse van de opening voor een pen beschadigd, dan heeft de pen ruimte en is de vergrendeling dus niet stabiel. Logisch is dat vanuit die niet stabiele positie bij zware krachtuitoefening, de pen zijn ruimte kan vergroten en de vergrendeling niet alleen haar stabiliteit verliest, maar uiteindelijk niet meer werkt.
4.15.
Dit laatste is, kort gezegd, een van de mogelijke oorzaken van het ongeval die Nooteboom noemt. Daarbij wijst zij op de foto’s die laten zien dat de balk naast de opening voor een van de pennen zwaar ingedeukt is, waardoor de pen niet bij het vlakke oppervlak van de balk aansluit en de frictie zich kan voordoen die tot destabilisatie en uiteindelijk verlies van de vergrendeling kan leiden.
4.16.
Van haar kant betoogt Magdenli dat de oplegger goed onderhouden was, dat van beschadiging ook op de hier bedoelde foto geen sprake is en dat de oorzaak van het ongeval, zoals METU heeft aangegeven, in de kwaliteit van de vergrendelingspennen ligt.
4.17.
Op dit standpunt valt naar het oordeel van de rechtbank het nodige af te dingen.
4.18.
In de eerste plaats is de beschadiging, zoals reeds overwogen, op de foto overduidelijk te zien. De balk waarin de vergrendelingspen valt is ter plaatse van de opening waar deze precies in moet passen, niet vlak. De pen lijkt dus te kunnen bewegen. Voor de zichtbare beschadiging geeft Magdenli geen verklaring.
4.19.
In de tweede plaats geeft METU zelf, gelet op Crawfords reactie op haar rapport aan dat haar onderzoek beperkt is gebleven tot de vergrendelingspen en de wijze waarop die gefabriceerd is (bijlage 7 bij het tweede rapport van [naam 1]). De toevoeging hierbij die luidt ‘
However, it must be stated that the only damaged part of the truck was the locking pin of the truck’ is echter voor de rechtbank logischerwijs niet aanvaardbaar als grondslag voor een onderzoek naar de oorzaak van het ongeval. Het onderzoek kan zich niet beperken tot de pen nu bijvoorbeeld de wijze waarop deze in de balk sluit, en de staat van onderhoud van de trailer eveneens van belang zijn. METU geeft voorts in het stuk dat hier bedoeld wordt, aan de technische specificaties van de vergrendelingspen graag te willen zien. De beschadigde pen bevindt zich in haar archief.
4.20.
Alles bijeengenomen verplicht het onder 4.18 en 4.19 overwogene de rechtbank tot nader onderzoek. De meest praktische aanpak lijkt allereerst de in deze overwegingen bedoelde onderwerpen voor te laten leggen aan METU en METU te laten vragen nader te rapporteren. Magdenli zal in de gelegenheid worden gesteld dit te doen. De rechtbank gaat ervan uit dat de verplichting aan de zijde van Nooteboom om alle relevante gegevens naar voren te brengen en mee te werken aan een voortvarende procesvoering mede inhoudt dat zij waar nodig METU van informatie voorziet en in de gelegenheid stelt onderzoek uit te voeren, al dan niet in samenwerking met deskundigen van [naam 1]. Pas als dit alles geen resultaat oplevert, kan een deskundigenbenoeming door de rechtbank aan de orde komen.
4.21.
Het voorgaande betekent dat het thans aan Magdenli is bij akte in te gaan op het nadere onderzoek door METU naar de oorzaak van het ongeval en vervolgens zonodig haar standpunt nader te bepalen, mede gelet op hetgeen overwogen is ten aanzien van de gelding van de algemene voorwaarden van Nooteboom. Gezien de tijd die gemoeid zal zijn met het onder 4.20 bedoelde onderzoek zal de zaak op een termijn van acht weken op de rol geplaatst worden. Voor de reactietijd van Nooteboom zullen vervolgens de gebruikelijke twee weken tot vier worden verlengd.
4.22.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
30 juli 2014voor het nemen van een akte door Magdenli over hetgeen is vermeld onder 4.21,
5.2.
verstaat dat Nooteboom hierop kan reageren bij akte op een termijn van vier weken,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2014.