ECLI:NL:RBGEL:2014:3926
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot plaatsing van een minderjarige in een netwerkpleeggezin versus neutraal pleeggezin
In deze zaak gaat het om de plaatsing van een 10 maanden oude baby die onder toezicht is gesteld en met spoed uit huis is geplaatst. De baby heeft de eerste zeven maanden bij haar moeder en grootouders gewoond. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een verzoek ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing in een netwerkpleeggezin, namelijk bij de grootouders. De Stichting Bureaus Jeugdzorg Gelderland (BJZ) heeft echter een voorkeur voor plaatsing in een neutraal pleeggezin, omdat zij twijfels heeft over de geschiktheid van de grootouders. De kinderrechter heeft de zaak op 2 mei 2014 behandeld en is van oordeel dat het belang van de baby gediend is bij plaatsing bij de grootouders, gezien het positieve advies van Lindenhout en de bereidheid van de grootouders om aan de voorwaarden te voldoen. De kinderrechter oordeelt dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, en dat de Raad en Lindenhout positief adviseren over de plaatsing bij de grootouders. De kinderrechter verleent daarom de machtiging tot uithuisplaatsing in een netwerkpleeggezin, met inachtneming van de gestelde voorwaarden. De beschikking is gegeven door de kinderrechter en is uitvoerbaar bij voorraad.