ECLI:NL:RBGEL:2014:4026
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J. Klein Egelink
- S.W. van Osch-Leysma
- I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van leefgeld aan eiser in het kader van asielprocedure en de toepassing van het koppelingsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die in Nederland verblijft met zijn gezin, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem. Eiser had eerder noodopvang in de vorm van leefgeld ontvangen, maar dit was per 8 april 2013 beëindigd. Eiser stelde dat de beëindiging van het leefgeld in strijd was met zijn recht op privé- en gezinsleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelde dat de door eiser aangevoerde omstandigheden niet dusdanig schrijnend waren dat verweerder had moeten afzien van de beëindiging van het leefgeld. Eiser was ten tijde van de procedure nog woonachtig bij zijn gezin, en de zorg voor de kinderen was geregeld via bijstand aan zijn echtgenote volgens de alleenstaande oudernorm. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een situatie waarin eiser en zijn gezin onder de minimumvoorwaarden voor verzorging vielen, zoals genoemd in de Decisions on Immediate Measures. De rechtbank verwees ook naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigden dat het koppelingsbeginsel een redelijke rechtvaardiging biedt voor het onderscheid tussen verschillende groepen vreemdelingen. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, en werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen.