Uitspraak
[verdachte]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 juli 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van zware mishandeling, diefstal en poging tot diefstal. De feiten vonden plaats in de periode van 8 tot 9 februari 2014 te Nijmegen. De verdachte heeft de benadeelde, een oudere vrouw, zwaar mishandeld door haar meermalen met kracht in het gezicht te slaan, wat resulteerde in een gebroken neusbeen en een gebroken oogkas. De rechtbank heeft vastgesteld dat het letsel als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt, gezien de aard van de verwondingen en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht. De verdachte heeft de vrouw ook beroofd van haar pinpas en heeft hiermee geldbedragen van haar rekening gepind.
Tijdens de zitting op 25 juni 2014 was de verdachte aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E.R.T. Tromp. De officier van justitie, mr. G.L.M. Verstegen, eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een zwaardere straf rechtvaardigde. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar, waarbij rekening is gehouden met het buitensporige geweld dat hij heeft gebruikt en het misbruik van het vertrouwen van de benadeelde.
De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die als erfgenaam van de benadeelde een schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen rechtstreekse schade aan haar was toegebracht. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan zware mishandeling, diefstal en poging tot diefstal, en heeft de beslissing gegrond op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht.