Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
brekend - hebben betreden en bovenop die [slachtoffer 2] is gesprongen en deze op de grond heeft geduwd en op het lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan en blijven zitten en daarbij deze heeft gezegd om haar mond te houden en stil te zijn en een hand op de mond van die [slachtoffer 2] heeft gedrukt en gedrukt heeft gehouden en deze stevig bij haar arm heeft vastgepakt en daarbij heeft gezegd: "Zeg waar de portemonnee is! Geef je pasje!" en nogmaals meermalen die [slachtoffer 2] stevig bij haar armen heeft vastgepakt en
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
post-traumatische stressstoornis met een chronisch verloop waarbij sprake is van een identiteitsprobleem als bijkomende reden van zorg. Verder kan gesproken worden van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis NAO met cluster C (afhankelijke en ontwijkende) en cluster B (borderline en antisociale) trekken. Dit was ook zo ten tijde van het ten laste gelegde. De gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde werden daardoor beïnvloed. Verdachte heeft een zekere fascinatie met criminaliteit, spanningsbehoefte en opportunisme. Mede onder invloed van alcohol en cannabis lijkt verdachte vanuit zijn gewetensfuncties en empathie onvoldoende innerlijke remming te hebben gehad. Aangaande de toepassing van geweld claimt verdachte dat zijn agressie beperkt was tot een vooral reactief handelen in een situatie van een zich bedreigd voelen. De rechtbank wordt, gelijk het advies van de klinisch psycholoog, in overweging gegeven verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
6.De motivering van de sanctie
- het uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende verdachte, gedateerd
- het psychiatrisch onderzoek door drs. [psychiater] van 7 maart 2014;
- het psychologisch onderzoek door drs. [psycholoog] van 12 februari 2014;
- een voorlichtingsrapportage van Bureau Jeugdzorg Gelderland, d.d. 1 april 2014 en een op 20 juni 2014 aan de officier van justitie per e-mail verzonden aanvulling hierop en
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland d.d. 22 januari 2014.
sociaal-maatschappelijke functioneren. Op het moment van het afronden van het rapport heeft verdachte geen eigen huisvesting, geen concrete dagbesteding en een beperkt steunsysteem om op terug te vallen. De kans op recidive wordt door [psychiater] als matig ingeschat. Verdachte toont zich vooral gemotiveerd voor een ambulant traject, maar geeft aan een start van een klinische behandeling te accepteren als de rechter dit mocht opleggen, als is het, aldus [psychiater], de vraag of gelet op eerdere negatief ervaren contacten verdachte zijn huidige motivatie weet vast te houden. [psychiater] adviseert een start met een klinische behandeling als bijzondere voorwaarde in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf. Verder wordt een proeftijd van 2 tot 3 jaar geadviseerd in combinatie met een verplicht toezicht door de reclassering. [psychiater] stelt voorts dat gelet op de te verwachten duur van een behandeling en gelet op de uitgangspunten van de behandeling de voorkeur gaat naar toepassing van het meerderjarigenstrafrecht.
7.De beoordeling van de civiele vorderingen
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
- verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
[slachtoffer 1]zal zijn gekweten - tegen kwijting aan
[slachtoffer 1], te betalen € 2.000,-- (tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Maatregel van schadevergoeding
[slachtoffer 1]zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer
,te betalen
€ 2.000,-- (tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 30 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
[slachtoffer 2]zal zijn gekweten - tegen kwijting aan
[slachtoffer 2]te betalen € 2.000,-- (tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Maatregel van schadevergoeding
[slachtoffer 2]zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer
,te betalen € 2.000,-- (tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
8 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 30 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.