In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 15 juli 2014, stond de verdachte terecht voor geweld en bedreiging jegens zijn vrouw tijdens een ruzie. De feiten vonden plaats op 1 januari 2014 in Doetinchem, waar de verdachte zijn vrouw mishandelde en haar bedreigde met de dood. De rechtbank heeft vastgesteld dat de echtgenote van de verdachte aangifte heeft gedaan van poging tot doodslag. Tijdens de zitting op 1 juli 2014 werd de tenlastelegging gewijzigd, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en bedreiging met de dood. De officier van justitie concludeerde tot vrijspraak van de zwaarste beschuldigingen, maar eiste wel bewezenverklaring van de minder ernstige feiten.
De rechtbank heeft de verklaringen van de echtgenote en de verdachte zorgvuldig gewogen. De echtgenote verklaarde dat de verdachte haar tijdens een ruzie bij de keel had gepakt en had gedreigd haar te vermoorden. De verdachte erkende dat er een conflict was, maar ontkende de bedreiging. De rechtbank oordeelde dat de situatie voor de vrouw zo bedreigend was dat zij redelijke vrees had voor haar leven. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de zwaarste beschuldigingen, maar verklaarde de mishandeling en bedreiging wel bewezen.
Als gevolg van de bewezenverklaring legde de rechtbank een werkstraf op van 100 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank benadrukte het belang van het voorkomen van herhaling van dergelijk geweld in de toekomst.