Uitspraak
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2014;
- de tussenbeslissing van de rechtbank Gelderland van 25 april 2014, en;
- een reclasseringsadvies voorbereiding voorwaardelijke beëindiging TBS van 4 juli 2014.
Motivering
“Dan blijf ik liever hier, dan hoef ik tenminste niet weer opnieuw te beginnen. Ze verplaatsen me dan wel naar een andere setting, maar ik schiet daar toch niks mee op. Ik ga daar dus ook niet aan mee werken.”Rapporteur heeft uitgelegd wat voorwaardelijke beëindiging inhoudt en wat het idee erachter op langere termijn is. Desondanks blijft de terbeschikkinggestelde bij zijn standpunt, bij plaatsing in een 24-uurssetting werkt de terbeschikkinggestelde niet mee aan een voorwaardelijke beëindiging. Vanuit het IFZ is er een indicatieadvies afgegeven voor GGZ Oost Brabant te Huize Padua. Dit betreft echter enkel nog een advies, en het is nog onduidelijk of de terbeschikkinggestelde geaccepteerd zal worden vanwege de ontbrekende motivatie en de negatieve houding tegenover opname bij de terbeschikkinggestelde.
Beslissing
- acht geen termen aanwezig de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen;
- verstaat de beschikking van deze rechtbank van 25 april 2014 inhoudende de verlenging van de termijn voor de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde aldus dat deze geldt voor de duur van één jaar.
mrs. Van Apeldoorn, voorzitter, mr. Ouweneel en mr. Janssen, rechters, in
tegenwoordigheid van mr. Koster, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 juli 2014.