ECLI:NL:RBGEL:2014:4917

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 augustus 2014
Publicatiedatum
5 augustus 2014
Zaaknummer
05/841596-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Apeldoorn
  • B. Bögemann
  • A. Troost
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van jeugdsanctierecht bij meerderjarige verdachte voor mishandeling en bedreiging binnen de gezinssfeer

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die werd beschuldigd van meerdere geweldsdelicten, gepleegd tegen zijn ouders en zijn vriendin. De rechtbank heeft het jeugdsanctierecht toegepast, ondanks dat de verdachte meerderjarig was ten tijde van de feiten. De verdachte werd veroordeeld voor mishandeling van zijn moeder, vader en vriendin, bedreiging met een pistool en vernieling van huisraad. De rechtbank oordeelde dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastegelegde feiten, gebaseerd op getuigenverklaringen en aangiften van de slachtoffers. De verdachte had een problematische achtergrond, met een psychologisch rapport dat wees op een sterk verminderd toerekeningsvatbaarheid door ADHD en een psychotische stoornis. De rechtbank legde een jeugddetentie van drie maanden op, met aftrek van voorarrest, en benadrukte de noodzaak van behandeling en begeleiding voor de verdachte. De beslissing om jeugdstrafrecht toe te passen werd gerechtvaardigd door de kwetsbaarheid van de verdachte en zijn achterstand in de sociale en emotionele ontwikkeling.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/841596-13
Uitspraak d.d.: 5 augustus 2014
tegenspraak
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te[geboortedatum],
wonende te[woonplaats],
thans verblijvende bij [verblijf].
Raadsman mr. T.C. ten Rouwelaar te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren op de terechtzittingen van 10 december 2013, 6 februari 2014 en 22 juli 2014.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 januari 2013 tot 06 september 2013, in elk geval in of omstreeks het jaar
2013, te Twello, in de gemeente Voorst, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend zijn moeder, althans een persoon, genaamd[slachtoffer 1],
meermalen, althans eenmaal, met de al dan niet tot vuist gebalde hand(en) in
het gezicht en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft
gestompt en/of geslagen, en/of meermalen, althans eenmaal, met de al dan niet geschoeide voet(en) tegen het (de) be(e)n(en), althans het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt,
waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 januari 2013 tot 06 september 2013, in elk geval in of omstreeks het jaar
2013,
te Twello, in de gemeente Voorst, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk mishandelend zijn vader, althans een persoon, genaamd
[slachtoffer 2],
meermalen, althans eenmaal, met de al dan niet tot vuist gebalde hand(en) in
het gezicht en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft
gestompt en/of geslagen, en/of
meermalen, althans eenmaal, met de al dan niet geschoeide voet(en) tegen het
(de) be(e)n(en), althans het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt,
waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 juni 2013 tot 06 september 2013, in elk geval in of omstreeks het jaar
2013,
te Twello, in de gemeente Voorst, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon,
genaamd[vriendin verdachte],
meermalen, althans eenmaal, met de al dan niet tot vuist gebalde hand(en)
en/of met een stok in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen
het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, en/of
meermalen, althans eenmaal, met de al dan niet geschoeide voet(en) tegen het
(de) be(e)n(en), althans het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt,
waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de maand juni 2013, althans in het jaar 2013,
te Twello, in de gemeente Voorst,
een persoon, genaamd [slachtoffer 2], heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een
pistool of vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen of nabij de slaap, althans het
(voor)hoofd, van genoemde [slachtoffer 2] gedrukt of gehouden, en/of
heeft verdachte (daarbij of vervolgens) opzettelijk dreigend deze[slachtoffer 2]
de woorden toegevoegd: "Ik schiet je door de kop, je moet met
je poten van[vriendin verdachte] afblijven" en/of "Ik schiet je neer", althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01
juni 2013 tot 06 september 2013, in elk geval in het jaar 2013,
in de gemeente Voorst,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een of meer ruit(en) en/of deur(en)
en/of goed(eren) behorende tot de inboedel en/of inventaris van een woning aan
de [adres], in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 1], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
A. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie aangegeven welke bewijsmiddelen daartoe per feit voorhanden zijn.
B. Standpunt van de verdediging
Door de raadsvrouw is, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat hooguit feit 1 bewezen kan worden verklaard.
De feiten 2, 3 en 4 kunnen niet bewezen worden verklaard bij gebrek aan een aangifte. Verdachte dient hiervan te worden vrijgesproken. Ook wordt vrijspraak voor feit 1 bepleit vanwege het feit dat niet expliciet kan worden vastgesteld op welke datum of in welke (korte) periode de mishandelingen van de moeder van verdachte hebben plaatsgevonden, alsmede vanwege het feit dat de aangifte van de moeder en de getuigenverklaring van de vader niet overeenstemmen. Ook is de moeder van verdachte niet specifiek genoeg. Met betrekking tot feit 4 is daarnaast aangevoerd dat het vreemd is dat de moeder pas in juni 2013 aangifte heeft gedaan, haar stellingen worden daardoor erg in twijfel getrokken.
Ook met betrekking tot feit 5 is naar voren gebracht dat het vreemd is dat de moeder pas in september 2013 aangifte heeft gedaan van vernieling van huisraad in de woning.
C. Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende wettig én overtuigend bewijs aanwezig is voor de onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde feiten.
De rechtbank acht voor haar bewijsoordelen de volgende bewijsmiddelen redengevend.
Feiten 1, 2 en 3.
Door[slachtoffer 1] (de moeder van verdachte) is op 6 september 2013 aangifte gedaan namens haarzelf en haar man van feiten gepleegd tussen 24 juni 2013 en 6 september 2013 te Twello, gemeente Voorst, [adres], zijnde de woning van aangeefster en haar man. Door aangeefster wordt, zakelijk weergeven, verklaard dat verdachte al langere tijd (dan sinds 24 juni 2013) kan doordraaien. Als verdachte gefrustreerd is, kan hij daadwerkelijk geweld gaan uitoefenen. Hij stompt aangeefster keihard met de vuist midden in het gezicht of tegen de slaap. De vader van verdachte krijgt klappen van verdachte. Het geweld was specifiek gericht op aangeefster, haar man en [vriendin verdachte], de vriendin van verdachte. Aangeefster en haar man hebben meermalen gezien dat verdachte zijn vriendin meermalen op de armen en het hoofd sloeg met gebalde vuisten. Ook schopte hij dan tegen haar benen. Als de moeder daartussen sprong, kreeg zij de klappen van verdachte. Momenteel zijn de incidenten en explosies van geweld korter op elkaar. Aangeefster heeft van de mishandelingen door verdachte diverse malen pijn en blauwe/gekneusde armen gehad [2] .
Door[slachtoffer 2] (de vader van verdachte), is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij eind juni 2013 probeerde verdachte te kalmeren. Verdachte sloeg hem toen hard tegen het linkeroor. Daar heeft hij nog steeds last van. Verdachte slaat ook [vriendin verdachte]. Verdachte heeft getuige een keer een tik gegeven waardoor zijn neus scheef stond en hij een bloedneus kreeg, getuige denkt dat dit begin 2013was. Zijn echtgenote heeft een stevige blauwe plek op de bovenarm gehad door mishandelingen. Zij heeft ook een keer een klap tegen de zijkant van haar hoofd gehad [3] .
Door [vriendin verdachte] (de vriendin van verdachte) is, zakelijk weergegeven, verklaard dat verdachte in juni 2013 tot begin september 2013 af en toe thuis geweld tegen haar en tegen zijn ouders gebruikte. Zij is een aantal keren door verdachte geslagen. Verdachte ramde af en toe van zich af. De laatste keer werd ze zelfs door hem op straat geslagen met een stokDe klappen van verdachte deden pijn. Door het slaan heeft zij blauwe plekken gehad, in ieder geval op haar bovenarm [4] .
Door [getuige 1] (getuige), is, zakelijk weergegeven, op 17 september 2013, verklaard dat hij in dezelfde straat woont als verdachte en diens ouders. Verdachte slaat in wezen zijn ouders het huis uit. Getuige heeft meermalen gezien dat verdachte zijn ouders heeft mishandeld. Een paar maanden terug zag hij dat verdachte zijn vader via de voordeur uit de woning sloeg met zijn vuisten. Hij sloeg zijn vader voor het hoofd. Zijn vader had een bloedneus en hoofdwond. Ook zag getuige dat verdachte zijn moeder sloeg met de vuisten, hij denkt op schouderhoogte. Verdachte slaat ook zijn vriendin. Een maandje terug zag getuige dat verdachte zijn vriendin sloeg in de tuin van de woning. Hij sloeg met de vuisten en probeerde haar te raken waar hij kon. De mishandelingen vonden plaats in de voortuin voor de woning, soms op de stoep [5] .
Door [getuige 2] (getuige), is op 17 september 2013, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij in dezelfde straat woont als verdachte en diens ouders. Getuige is ongeveer drie weken eerder getuige geweest van een mishandeling door verdachte. Verdachte sloeg zijn vader op straat meerdere malen met de vuisten tegen het gezicht. De vader liep beschadigingen in zijn gezicht op. De moeder werd geduwd door verdachte. Eén of twee maanden eerder heeft getuige ook gezien dat verdachte zijn vader mishandelde op straat. Hij sloeg met zijn vuisten op het gezicht van zijn vader. Dit gebeurde voor het huis [6] .
Door verdachte is ter zitting van 10 december 2013, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij denkt dat de verklaringen van zijn ouders en zijn vriendin [vriendin verdachte], welke hem zijn voorgehouden en waarin zijn ouders en [vriendin verdachte] verklaren door verdachte meermalen te zijn mishandeld, wel kloppen. Verdachte heeft verklaard toe te geven dat het is gebeurd.
Feit 4
Door[slachtoffer 1] (de moeder van verdachte), is, zakelijk weergegeven, verklaard dat verdachte in juni 2013 een keer met een pistool in hun woning te Twello is gekomen. De vader van verdachte werd wakker met een pistool tegen zijn rechterslaap gedrukt. Verdachte riep iets als ‘ik schiet je door de kop, je moet met je poten van[vriendin verdachte] afblijven’. Ouders hadden echt de indruk dat verdachte met een geladen pistool in de woonkamer stond. Het bleek de volgende dag om een soort luchtdrukpistool te gaan waarvan de loop was dichtgemaakt [7] .
Door[slachtoffer 2] (de vader van verdachte), is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij in juni 2013 met een pistool is bedreigd door verdachte. Verdachte hield een pistool voor de neus van getuige en riep dat hij iets met [vriendin verdachte] gedaan zou hebben. Hij hield het pistool bij het voorhoofd van getuige. Getuige voelde zich ernstig bedreigd en wist niet of het pistool echt was. Verdachte zei ‘ik schiet je neer’. Het bleek de volgende dag een pistool te zijn geweest waarvan de loop dicht was [8] .
Door [vriendin verdachte] is, zakelijk weergegeven verklaard dat zij weet dat verdachte een keer bij zijn vader een pistool op het hoofd heeft gezet. Zij stond toen in de gang en verdachte in de woonkamer bij zijn ouders. Het pistool was een soort westerndingetje en kon niet echt meer schieten, want was onklaar gemaakt [9] .
Verweer van de verdediging met betrekking tot het ontbreken van aangifte
Door de raadsvrouw is met betrekking tot de feiten 2, 3 en 4 aangevoerd dat hiervoor vrijspraak dient te volgen, nu geen aangifte is gedaan door de directe slachtoffers, te weten de vader van verdachte (feiten 2 en 4) en de vriendin van verdachte (feit 3). De rechtbank overweegt hieromtrent dat dit niet aan bewezenverklaring in de weg staat nu een ieder die kennis draagt van een strafbaar feit hiervan aangifte kan doen, blijkens artikel 161 Wetboek van Strafvordering. De moeder van verdachte heeft aangifte gedaan van de mishandeling van de vader en de vriendin van verdachte. Voor voormelde feiten is voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig. Het verweer zal dan ook worden verworpen.
Feit 5
Door[slachtoffer 1] (de moeder van verdachte), is aangifte en klacht gedaan van vernieling door verdachte. Zij heeft zakelijk weergegeven, verklaard met betrekking tot de periode 24 juni 2013 tot 6 september 2013 dat verdachte in haar woning aan de [adres] huiselijke goederen, toebehorende aan aangeefster en haar echtgenoot [slachtoffer 2], heeft vernield, onder andere een ruit, deuren, lampen, serviesgoed [10] .
Door [vriendin verdachte] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat zij sinds januari 2013 in de woning van de ouders van verdachte te Twello verblijft. Zij heeft gezien dat verdachte van alles in de woning van zijn ouders vernielde. Getuige heeft gezien dat verdachte een keer twee ruiten en een lamp kapot heeft gemaakt [11] .
Uit een proces-verbaal bevindingen blijkt, zakelijk weergegeven, dat verbalisanten op 17 september 2013 zagen dat verschillende ruiten van de woning aan de [adres] kapot waren [12] . Als bijlage zijn foto’s van de woning bijgevoegd waarop kapotte ruiten en een kapotte deur te zien zijn [13] .
Door verdachte is naar aanleiding van de aangifte van vernieling door zijn moeder, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij in het ouderlijk huis drie ruiten heeft vernield, een kopje van het servies en een deur [14] .
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 01 januari 2013 tot 06 september 2013, te Twello, telkens opzettelijk mishandelend zijn moeder, genaamd[slachtoffer 1], meermalen, met de al dan niet tot vuist gebalde hand(en) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze telkens letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 01 januari 2013 tot 06 september 2013, te Twello, telkens opzettelijk mishandelend zijn vader, genaamd [slachtoffer 2],
meermalen, met de al dan niet tot vuist gebalde hand(en) in het gezicht en/of tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze telkens letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 01 juni 2013 tot 06 september 2013, te Twello, telkens opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, genaamd[vriendin verdachte],
meermalen, met de al dan niet tot vuist gebalde hand(en) en/of met een stok in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, en
meermalen, althans eenmaal, tegen het (de) be(e)n(en), heeft geschopt ,
waardoor deze telkens letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
hij in de maand juni 2013, te Twello, een persoon genaamd [slachtoffer 2], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een op een pistool gelijkend voorwerp, tegen of nabij de slaap, althans het
(voor)hoofd, van genoemde [slachtoffer 2] gedrukt of gehouden, en heeft verdachte daarbij of vervolgens opzettelijk dreigend deze [slachtoffer 2] de woorden toegevoegd: "Ik schiet je door de kop, je moet met je poten van[vriendin verdachte] afblijven" en "Ik schiet je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij op verschillende tijdstippen in het jaar 2013, in de gemeente Voorst, telkens opzettelijk en wederrechtelijk een of meer ruit(en) en deur(en) en goed(eren) behorende tot de inboedel en/of inventaris van een woning aan de [adres], toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 1], heeft vernield.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:

2.mishandeling, begaan tegen zijn vader tot wie hij in familierechtelijke

3.mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd;

4.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

5. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent verdachte is een psychologisch rapport opgemaakt, d.d. 30 november 2013, door
[psycholoog], GZ-psycholoog. Uit dit rapport komt, zakelijk weergeven, het volgende naar voren.
Er is bij verdachte sprake van een sterk disharmonisch intelligentieprofiel. Er is sprake van ADHD en kenmerken van autisme spectrumproblematiek type MCDD. Er heeft zich een gedragsstoornis ontwikkeld, terwijl daarnaast sprake is van een psychotische stoornis NAO, waarbij (nog) niet kan worden vastgesteld of en door welk middel deze teweeg is gebracht en zich heeft geopenbaard. Er is sprake van een bedreigde ontwikkeling van de persoonlijkheid met narcistische, paranoïde en schizotypische trekken. Hiervan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde. Verdachte is impulsief, snel geprikkeld en kan zichzelf moeilijk begrenzen. Hij is star in zijn denken, egocentrisch en sterk zelfbepalend. Er is sprake van een zwakke gewetensontwikkeling. Door de psychotische stoornis is ook sprake van wanen die paranoïde gekleurd kunnen zijn. Bij bewezenverklaring wordt geadviseerd verdachte (sterk) verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Er is omtrent verdachte eveneens een psychiatrisch rapport, d.d. 30 november 2013, opgemaakt door [psychiater], kinder- en jeugdpsychiater, waarin, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren wordt gebracht.
Er is bij verdachte sprake van een psychotische stoornis, enigszins in remissie en naar alle waarschijnlijkheid ontstaan ten gevolge van drugsgebruik. Daarnaast kan worden gesproken van ADHD, dyslexie, een gedragsstoornis, beginnend in de adolescentie en kenmerken van een autismespectrumstoornis. Door dit alles is sprake van een bedreigde ontwikkeling van zijn persoonlijkheid met narcistische en paranoïde/schizotypische trekken. Hiervan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde. Bij bewezenverklaring kan worden gesproken van een (sterk) verminderde toerekeningsvatbaarheid, als gevolg van de impulsiviteit, matige frustratietolerantie, agressieregulatie problematiek, uitingen van de gedragsstoornis en beperkt zicht op het eigen functioneren, samenhangend met krenkbaarheid en wantrouwen.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog en de psychiater, te weten dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten was ten tijde van het plegen van de delicten, over en maakt deze tot de hare.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd het jeugdstrafrecht toe te passen en verdachte te veroordelen (voor de parketnummers 05/841596-13 en 06/820574-12) tot een jeugddetentie voor de duur van 144 dagen met aftrek van voorarrest, alsmede tot oplegging van de PIJ-maatregel.
De raadsvrouw heeft bepleit, gelet op haar mening voor de meeste feiten vrijspraak dient te volgen, enkel een voorwaardelijk strafdeel op te leggen, ingeval van veroordeling voor meerdere feiten eventueel gecombineerd met een voorwaardelijke PIJ-maatregel, als stok achter de deur.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Gelet op het feit dat verdachte meerderjarig was ten tijde van het plegen van de onder parketnummer 05/841596-13 ten laste gelegde feiten en minderjarig ten tijde van het plegen van de onder parketnummer 06/820574-12 bewezen verklaarde feiten, is voeging van beide parketnummers niet mogelijk. De rechtbank zal dan ook in beide parketnummers apart vonnis wijzen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen mishandelen van zijn vader, moeder en vriendin, de bedreiging van zijn vader met een (nep)pistool en vernieling van huisraad in de ouderlijke woning. Dit zijn ernstige feiten welke plaatsvonden in de huiselijke sfeer waar mensen zich veilig moeten kunnen voelen. De ouders van verdachte geven aan dat zij in de zomer van 2013, als gevolg van het agressieve gedrag van verdachte, niet meer in huis durfden te leven met hun drie andere kinderen. Ze brachten de ander kinderen onder bij oma en sliepen zelf in de auto voor het huis.
Ten nadele van verdachte spreekt verder zijn strafblad [15] , waaruit blijkt dat hij reeds eerder voor geweldsmisdrijven is veroordeeld.
De rechtbank houdt er ten voordele van verdachte rekening mee dat hij sterk verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden geacht.
De rechtbank heeft voorts bij de strafoplegging rekening gehouden met het aanvullend psychologisch rapport d.d. 29 januari 2014 door [psycholoog], GZ-psycholoog. Hierin geeft de psycholoog, zakelijk weergegeven, aan dat verdachte een kwetsbare adolescent is, met grote achterstand in sociaal emotionele ontwikkeling, die als gevolg van zijn problematiek nog onvoldoende is toegekomen aan de ontwikkelingstaken behorende bij de adolescentie. Op basis daarvan zou jeugdstrafrecht aan de orde kunnen zijn. Ook[psychiater], kinder- en jeugdpsychiater, geeft in het aanvullend psychiatrisch rapport d.d. 27 januari 2014 aan dat toepassing van het jeugdstrafrecht gerechtvaardigd is, onder andere vanwege de duidelijke achterstand in de ontwikkeling van verdachte.
Op grond van deze adviezen ziet de rechtbank, gelet op de persoon van verdachte, aanleiding voor het toepassen van het minderjarigenstrafrecht, ondanks het feit dat verdachte ten tijde van het plegen van de feiten de leeftijd van 18 jaren reeds had bereikt.
Gelet op de ernst van de strafbare feiten zal een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden opgelegd. Alles overwegende komt de rechtbank dan ook tot de oplegging van een jeugddetentie van drie maanden, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.
Met betrekking tot de noodzaak van behandeling en de adviezen hieromtrent van de psycholoog, psychiater en de reclassering, wordt verwezen naar het vonnis van heden in de zaak met parketnummer 06/820574-12.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 27, 77a, 77c, 77g, 77h, 77i, 77gg, 285, 300, 304 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:

2.mishandeling, begaan tegen zijn vader tot wie hij in familierechtelijke

3.mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd;

4.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

5. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;

 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
drie (3) maanden;
  • beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
  • heft ophet -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van Apeldoorn, voorzitter, Bögemann en Troost, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Oosten-Boksem, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 augustus 2014.
Mr. Van Apeldoorn en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven, verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0640 2013121703, gesloten en ondertekend op 10 november 2012 te Apeldoorn.
2.Proces-verbaal van aangifte door[slachtoffer 1], p. 4-7.
3.Proces-verbaal verhoor[slachtoffer 2], p. 39-42.
4.Proces-verbaal verhoor[vriendin verdachte], p. 49.
5.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1], p. 44-45.
6.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2], p. 46-47.
7.Proces-verbaal van aangifte door[slachtoffer 1], p. 6.
8.Proces-verbaal verhoor [slachtoffer 2], p. 41-42.
9.Proces-verbaal verhoor[vriendin verdachte], p. 49.
10.Proces-verbaal van aangifte door[slachtoffer 1], p. 4-7.
11.Proces-verbaal verhoor[vriendin verdachte], p. 49.
12.Proces-verbaal bevindingen, p. 56.
13.Foto’s van de woning van aangeefster, p. 57-68.
14.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 30-31.
15.Uittreksel Justitieel Documentatieregister d.d. 19 juni 2013.