Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Detamo
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,--
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 augustus 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Detamo Flex Force B.V. en een werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De procedure betreft de schorsing van de executie van een eerder vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin Detamo was veroordeeld tot betaling van loon aan [gedaagde]. De werknemer had eerder een kort geding aangespannen tegen Detamo, waarin hij om doorbetaling van zijn loon vroeg, na een ontslag op staande voet dat door Detamo was ingetrokken. De kantonrechter had in een eerder vonnis geoordeeld dat [gedaagde] niet arbeidsongeschikt was en dat hij zijn verplichtingen jegens Detamo niet nakwam door niet op te komen dagen bij de bedrijfsarts.
In het huidige kort geding vorderde Detamo de schorsing van de executie van het vonnis van 3 juli 2014, omdat [gedaagde] zijn medewerking aan mediation weigerde en niet op de oproep van de bedrijfsarts was verschenen. De voorzieningenrechter oordeelde dat Detamo gerechtigd was om de loonbetaling op te schorten, gezien de weigering van [gedaagde] om mee te werken aan mediation en zijn afwezigheid bij de bedrijfsarts. De rechter benadrukte dat het niet aanvaardbaar is om voorwaarden te stellen aan deelname aan mediation, vooral niet omdat [gedaagde] zelf had aangedrongen op mediation.
De voorzieningenrechter schorste de tenuitvoerlegging van het vonnis van 3 juli 2014 voor zover het de betalingsverplichting van Detamo betreft, en bepaalde dat de executie kan worden voortgezet zodra [gedaagde] zijn onvoorwaardelijke medewerking aan mediation verleent. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze uitspraak benadrukt het belang van samenwerking en de verplichting om mee te werken aan mediation in arbeidsconflicten.