4.1.[gedaagde] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad verklaren vonnis:
- Rabobank te bevelen tot overlegging aan de raadsvrouwe van [gedaagde], althans op een wijze als door de rechtbank te bepalen, per iedere debiteur van Prignis zoals genoemd op de pandlijst, de volgende bescheiden:
i. een kopie van de correspondentie (ongeacht de wijze waarop deze heeft plaatsgevonden, derhalve ongeacht of dit per brief, e-mail, faxbericht of anderszins is geschied, inclusief eventuele bijlagen, stukken of andere toebehoren die met deze correspondentie zijn meegezonden) waarmee de debiteuren van Prignis voor het eerst zijn aangeschreven door, in opdracht van of namens Rabobank met het verzoek de nog openstaande facturen van Prignis te voldoen;
ii) een kopie van de eventuele aanmaningen tot betaling van de nog openstaande facturen van Prignis die (ongeacht de wijze waarop deze zijn verzonden, derhalve ongeacht of dit per brief, e-mail, faxbericht of anderszins is geschied, inclusief eventuele bijlagen,
stukken of andere toebehoren die met deze correspondentie zijn meegezonden) aan
desbetreffende debiteuren van Prignis zijn verzonden door, in opdracht van of namens
Rabobank;
iii) een kopie van de correspondentie van desbetreffende debiteuren van Prignis die zij aan Rabobank hebben toegezonden (ongeacht de wijze waarop deze heeft plaatsgevonden,
derhalve ongeacht of dit per brief, e-mail, faxbericht of anderszins is geschied, inclusief
eventuele bijlagen, stukken of andere toebehoren die met deze correspondentie zijn
meegezonden) in reactie op het betalingsverzoek of de betalingsverzoeken en/of de
aanmaningen tot betaling die door, in opdracht van of namens Rabobank zijn verzonden;
iv) een kopie van eventuele analyses van de reactie en/of het verweer van desbetreffende debiteuren van Prignis indien deze door, in opdracht van of namens Rabobank zijn gemaakt, alsmede een kopie van eventuele correspondentie (ongeacht de wijze waarop deze heeft plaatsgevonden, derhalve ongeacht of dit per brief, e-mail, faxbericht of anderszins is geschied, inclusief eventuele bijlagen, stukken of andere toebehoren die met deze correspondentie zijn meegezonden) die afkomstig is van de curator c.q. medewerkers van de curator van Prignis en die betrekking heeft op vragen die door, in
opdracht van of namens Rabobank zijn gesteld over of met betrekking tot de reactie van
desbetreffende debiteuren van Prignis op de correspondentie en/of aanmaningen van
Rabobank waarin om betaling van de facturen van Prignis is verzocht;
v) een kopie van de eventuele verdere nog gevoerde correspondentie (ongeacht de wijze waarop deze heeft plaatsgevonden, derhalve ongeacht of dit per brief, e-mail, faxbericht of anderszins is geschied, inclusief eventuele bijlagen, stukken of andere toebehoren die met deze correspondentie zijn meegezonden) tussen, in opdracht van of namens en desbetreffende debiteuren van Prignis over de voldoening van de openstaande facturen van Prignis, dan wel de reden waarom deze facturen niet zouden behoeven te worden voldaan door desbetreffende debiteuren.
- Rabobank te bevelen tot het bieden van inzage aan de raadsvrouwe van [gedaagde], althans
op een wijze als door de rechtbank te bepalen, per iedere debiteur van Prignis zoals
genoemd op de pandlijst (productie 5), van de bescheiden zoals genoemd onder de kopjes i)
tot en met v) van de primaire vordering hierboven, met bepaling dat [gedaagde], althans zijn
raadsvrouwe daarbij het recht heeft van desbetreffende bescheiden eventueel een kopie te
(laten) maken, dan wel een uitdraai of print daarvan te (laten) maken of te verzoeken en met
bepaling dat Rabobank aan dit verzoek op eerste verzoek en met grootste spoed zal voldoen.
Dit alles onder bepaling dat overlegging, dan wel inzage dienst te schieden binnen 24 uur na datum van het vonnis in het incident, zulks op straffe van een dwangsom van EUR 1.000,= per dag of dagdeel dat Rabobank daarmee in gebreke blijft met een maximum van EUR 50.000,= en met veroordeling van Rabobank in de kosten van het incident;