In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee besloten vennootschappen over de gevolgen van dwaling bij de totstandkoming van een overeenkomst. De eiseres, een besloten vennootschap, heeft een overeenkomst gesloten met de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, waarbij de gedaagde een aantal activa heeft overgenomen. De eiseres heeft echter onjuiste informatie verstrekt over de omzetcijfers van de overgenomen activiteiten, wat heeft geleid tot een geschil over de koopprijs. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 5 maart 2014 overwogen dat de gedaagde onvoldoende aanknopingspunten heeft gegeven voor een vermindering van de koopprijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in haar akte heeft betoogd dat de werkelijke omzet aanzienlijk lager was dan door de eiseres was voorgespiegeld, wat heeft geleid tot een verliesgevende situatie. De rechtbank heeft de partijen verzocht om meer informatie te verstrekken over de reële koopprijs, waarbij de gedaagde moet onderbouwen wat volgens haar een eerlijke prijs zou zijn geweest indien zij op de hoogte was geweest van de juiste omzetcijfers. De rechtbank heeft ook overwogen dat de omzet bij de onderhandelingen over de koopprijs relevant was en dat de gedaagde niet alleen voor de activa, maar ook voor de verwachte omzet heeft betaald. Uiteindelijk heeft de rechtbank de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en heeft zij partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten verder toe te lichten.