ECLI:NL:RBGEL:2014:5610

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 juli 2014
Publicatiedatum
2 september 2014
Zaaknummer
238273
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige voor onderzoek naar elektrische installatie op casco binnenvaartschip

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is op 23 juli 2014 een vonnis uitgesproken in het geschil tussen Van Gemert Holding BV en Alewijnse Marine Rotterdam BV en Alewijnse Marine Nijmegen BV. De rechtbank heeft de benoeming van een deskundige bevolen om vragen te beantwoorden over de werkzaamheden die zijn uitgevoerd aan de elektrische installatie van casco 701, dat in verband staat met een faillissement van Van Gemert Repair. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 28 mei 2014, waarin partijen de gelegenheid kregen om hun standpunten over de deskundigenrapportage naar voren te brengen. Van Gemert Holding stelde voor om de heer R. Voskamp als deskundige te benoemen, terwijl Alewijnse c.s. bezwaar maakte en een deskundige met een financiële achtergrond voorstelde.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om ing. R. Voskamp te benoemen, omdat deze deskundige de juiste expertise heeft op het gebied van elektrische installaties op schepen. De rechtbank heeft de deskundige gevraagd om een gedetailleerd onderzoek uit te voeren naar de werkzaamheden die zijn verricht aan de elektrische installatie, inclusief de bijbehorende arbeids- en materiaalkosten. De deskundige moet ook aangeven of er mogelijk meer werkzaamheden zijn uitgevoerd dan vastgesteld kan worden op basis van het dossier.

De rechtbank heeft verder bepaald dat Van Gemert Holding een voorschot van € 3.484,80 moet betalen voor de kosten van de deskundige. De deskundige is verplicht om binnen twee weken na de betaling van het voorschot een afspraak te maken voor het onderzoek en moet de rechtbank op de hoogte houden van de voortgang. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen na het deskundigenbericht.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/238273/ ha za 13-23
Vonnis van 23 juli 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN GEMERT HOLDING BV,
gevestigd te Beuningen,
eiseres,
advocaat mr. B.E. Volker te Rotterdam
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALEWIJNSE MARINE ROTTERDAM BV,
gevestigd te Nijmegen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALEWIJNSE MARINE NIJMEGEN BV,
gevestigd te Nijmegen,
gedaagden,
advocaat mr. K.A. Doekhi te Alblasserdam.
Partijen zullen hierna Van Gemert Holding en Alewijnse c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 mei 2014,
- de akte van 11 juni 2014 aan de zijde van Van Gemert Holding,
- de akte van 11 juni 2014 aan de zijde van Alewijnse c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling van het geschil

2.1.
De rechtbank blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 28 mei 2014. In dat tussenvonnis zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de aangekondigde deskundigenrapportage als bedoeld in r.o. 2.5 van dat vonnis.
2.2.
Bij akte van 11 juni 2014 heeft Van Gemert Holding voorgesteld de heer [naam 1] van Van Pelt & Co B.V. als deskundige te benoemen. Alewijnse c.s. heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Alewijnse c.s. heeft, bij akte van 11 juni 2014, voorgesteld om - als er al een deskundige benoemd moet worden - een deskundige te benoemen met een financiële achtergrond, bijvoorbeeld in de accountancy, waartegen Van Gemert bezwaar heeft gemaakt. Nu partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de persoon van de te benoemen deskundige(n) zal de rechtbank ambtshalve een deskundige benoemen.
2.3.
De rechtbank wenst, zoals reeds is aangegeven in eerder genoemd tussenvonnis, door een deskundige voorgelicht te worden over de vraag welke werkzaamheden tot de opzegging van de overeenkomst zijn uitgevoerd aan de elektrische installatie op casco 701 en welke arbeids- en materiaalkosten hiermee gemoeid zijn geweest. Zij wenst derhalve voorgelicht te worden door iemand met een specifieke deskundigheid op het gebied van elektrische installaties op schepen. Voorlichting door een deskundige met een financiële achtergrond is (vooralsnog) niet aan de orde.
2.4.
De rechtbank zal ing. R. Voskamp benoemen als deskundige. De deskundige heeft zich bereid verklaard de benoeming te aanvaarden en heeft aangegeven vrij te staan ten opzichte van partijen.
2.5.
Aan de hand van de opgave van de deskundige wordt het voorschot op zijn loon en kosten, inclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting, bepaald op € 3.484,80 (exclusief eventuele reiskosten). Dit bedrag dient zoals in het tussenvonnis reeds is overwogen door Van Gemert Holding aan de griffier te worden betaald.
2.6.
Alewijnse c.s. heeft bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen vraagstelling zoals hierna opgenomen onder 3.1. onder 1, 3 en 5. Nu de rechtbank het antwoord op deze vragen relevant acht voor de beslechting van het geschil, handhaaft zij deze vragen.
Alewijnse c.s. heeft voorts een tweetal (extra) vragen voor de deskundige geformuleerd. Beide vragen vallen buiten het bestek van het door de deskundige uit te voeren onderzoek en buiten diens expertisegebied. De rechtbank neemt deze vragen daarom niet over.
2.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Kunt u aan de hand van de zich in het dossier bevindende stukken en foto’s zo nauwkeurig mogelijk omschrijven welke werkzaamheden er in verband met de elektrische installatie van casco 701 zijn uitgevoerd voorafgaand aan het faillissement van Van Gemert Repair?
Kunt u zo nauwkeurig mogelijk aangeven welke materialen en hoeveel materiaalkosten (verkoopprijs) er met deze verschillende werkzaamheden gemoeid zijn geweest?
Kunt u hierbij (in ieder geval) onderscheid maken tussen de situatie dat al het ijzerwerk door de aannemer (Alewijnse c.s.) is uitgevoerd en de situatie dat Alewijnse c.s. enkel de kabelgoten heeft geleverd?
Kunt u zo nauwkeurig mogelijk aangegeven hoeveel arbeidsuren en arbeidskosten er met de verschillende werkzaamheden gemoeid zijn geweest?
Kunt u ook hierbij (in ieder geval) onderscheid maken tussen de situatie dat al het ijzerwerk door de aannemer (Alewijnse c.s.) is uitgevoerd en de situatie dat Alewijnse c.s. enkel de kabelgoten heeft geplaatst?
Kunt u aangeven welke gedeelte van de offerte (percentage) is uitgevoerd?
Kunt u aangeven of u aan de hand van het dossier een volledig beeld van de uitgevoerde werkzaamheden hebt kunnen geven?
Hoe waarschijnlijk is het dat er meer werkzaamheden zijn uitgevoerd dan dat u heeft kunnen vaststellen?
Kunt u, als het waarschijnlijk is dat er meer werkzaamheden zijn uitgevoerd dan u heeft kunnen vaststellen, aangeven welke arbeids- en materiaalkosten er met deze werkzaamheden gemoeid zijn geweest?
Heeft u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zijn?
3.2.
benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
De heer ing. R. Voskamp
[adres]
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden;
3.4.
bepaalt dat Van Gemert Holding
binnen twee weken na datum van dit vonnis(kopieën van) de overige processtukken aan de rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, civiele roladministratie, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem zal doen toekomen;
3.5.
bepaalt dat Van Gemert Holding
binnen twee weken na datum van dit vonnisals voorschot op de kosten van de deskundige (inclusief omzetbelasting) € 3.484,80 ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren door dit bedrag over te maken op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van MvJ arrondissement Arnhem onder vermelding van het rolnummer en de namen van partijen;
3.6.
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen;
3.7.
bepaalt dat de deskundige
binnen vier wekennadat hij bericht heeft gekregen dat het voorschot is gedeponeerd met de partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor een datum en tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden en die datum aan de rechtbank moet hebben doorgegeven, tenzij een dergelijke afspraak vanwege de aard van het onderzoek naar het oordeel van de deskundige niet nodig is;
3.8.
bepaalt dat indien een partij of de deskundige de aldus afgesproken datum voor het onderzoek wil wijzigen, die partij of de deskundige daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek moet doen aan de griffie van de rechtbank, met afschrift aan de andere betrokkenen;
3.9.
bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de griffier mr. [naam 2];
3.10.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken;
3.11.
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend conceptrapport zal inleveren ter griffie van deze rechtbank voor
1 oktober 2014, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige;
3.12.
verwijst de zaak naar de rolzitting van vier weken na de datum waarop het definitieve rapport ter griffie is ingeleverd voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van partijen of voor bepaling datum vonnis;
3.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2014.