Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 mei 2014
- de akte na tussenvonnis van PNO
- de akte na tussenvonnis van Deloitte.
7.815,50(5,5 punten × tarief € 1.421,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen PNO Consultants B.V. en PNO Consultants N.V. (hierna: PNO) en verschillende vennootschappen van Deloitte. PNO vorderde schadevergoeding op basis van een vermeende schending van een concurrentiebeding door een voormalige werkneemster, aangeduid als [naam 1]. De rechtbank had eerder bewijsopdrachten gegeven aan beide partijen om aan te tonen of [naam 1] het concurrentiebeding had geschonden. De rechtbank concludeerde dat PNO niet voldoende bewijs had geleverd dat [naam 1] werkzaamheden had verricht die onder het concurrentiebeding vielen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een schending van het concurrentiebeding door [naam 1], waardoor de vorderingen van PNO jegens de Deloitte-vennootschappen niet konden worden toegewezen. De rechtbank wees de vorderingen van PNO af en veroordeelde PNO in de proceskosten, die aan de zijde van Deloitte werden begroot op € 9.859,50. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de uitvoerbaarheid bij voorraad verklaard.