Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
20 augustus 2014.
en een klap op het hoofd hebben gegeven en met een mes hebben bedreigden/of
en een klap op het hoofd
- nadat het plan eenmaal in zijn algemeenheid was opgevat - het plan onderweg naar de woning nog gezamenlijk is doorgesproken en dat hij met de suggestie kwam om eerst te kloppen alvorens binnen te treden, dat hij heeft gezegd om met het mes alleen te dreigen en dat werd afgesproken wie zich waar zou opstellen. Tijdens de uitvoering heeft verdachte zich ook niet onbetuigd gelaten, integendeel. Zelf heeft hij hierover verklaard dat hij aan de achterkant van de woning gewacht heeft, aanvankelijk om zelf ook naar binnen gelaten te worden, en dat hij met een balk de poort geblokkeerd heeft zodat zijn eventueel gealarmeerde stiefvader niet naar binnen kon. Kort na de uitvoering heeft hij ook gedeeld in de buit. Uit het bovenstaande volgt dat verdachte moet worden beschouwd als medepleger en dat zijn rol zich niet heeft beperkt tot – zoals de advocaat heeft gesteld – enkel grootspraak binnen een groep waarin hij zich staande wilde houden. [10]
en een klap op het hoofd hebben gegeven en met een mes hebben bedreigden
(den
)gepakt ) meermalen hebben geroepen om meer geld;
- een deels voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 10 maanden waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de tijd in voorarrest doorgebracht, met aftrek van 84 dagen voorarrest, waarbij aan het voorwaardelijk deel een proeftijd wordt verbonden van 3 jaar met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, namelijk een meldplicht, een ambulante behandelverplichting, een contactverbod (dat wil zeggen met betrekking tot [mededader 2] en [mededader 1]) en begeleiding door Estinea of een soortgelijke instelling;
- een werkstraf voor de duur van 200 uur.
Beslissing
feit 1 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of het bezit van het gestolene te verzekeren;
feit 2:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
jeugddetentievoor de duur van
300 (driehonderd) dagen;
- bepaalt, dat van deze jeugddetentie
- stelt als
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij reclassering te Zutphen [adres 3] en zich vervolgens gedurende het reclasseringstoezicht zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht
(meldplicht);
bijzondere voorwaardedat veroordeelde zich laat behandelen bij VGGNet of een soortgelijke instelling en zich gedurende die behandeling zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven (
ambulante behandeling);
bijzondere voorwaardedat veroordeelde geen contact zal hebben met mededaders zolang de reclassering dit noodzakelijk acht (
contactverbod);
bijzondere voorwaardedat veroordeelde zich laat begeleiden door Estinea of een soortgelijke instelling, ook als dit inhoudt dat veroordeelde dient te verblijven in een 24-uurs woonvoorziening of een zelfstandige woonruimte met ambulante begeleiding (
overige bijzondere voorwaarde het gedrag betreffende);
te weten 87 dagen, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
taakstraf, te weten:
werkstrafgedurende
200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
100 dagen;
heft ophet – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.