Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[rechthebbende], geboren op[1946], hierna te noemen rechthebbende.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 25 juli 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om machtiging voor het in rekening brengen van kosten voor mentorschap. De mentor heeft verzocht om goedkeuring voor de standaardvergoeding van € 891,00 voor het jaar 2014, evenals een vergoeding voor 6 extra uren tegen een uurtarief van € 55,50. Daarnaast vroeg de mentor om een aanvullende vergoeding voor het jaar 2013, bestaande uit 3 extra uren tegen € 55,46 per uur.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling het forfaitaire beloningssysteem van de Aanbevelingen mentorschap van het LOVCK in overweging genomen. Dit systeem houdt in dat de beloning voor mentoren een gemiddeld aantal uren per cliënt dekt, zonder dat specifieke uren hoeven te worden verantwoord. De rechter concludeert dat de mentor recht heeft op de standaardvergoeding van € 891,00 voor 2014, maar dat er op de verzochte 6 extra uren 4 uur in mindering moet worden gebracht, gezien de bandbreedte van 25% die de rechter hanteert.
Wat betreft de aanvullende vergoeding voor 2013, oordeelt de kantonrechter dat de verzochte extra uren noodzakelijk waren, maar buiten de normale taakuitoefening van de mentor vallen. Hierdoor heeft de mentor in beginsel recht op een aanvullende vergoeding, maar na toepassing van de bandbreedte blijft er voor vergoeding niets over.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de mentor de machtiging krijgt om de standaardvergoeding en de goedgekeurde extra uren in rekening te brengen, met de verplichting om aan het eind van het jaar verantwoording af te leggen van de gedeclareerde uren. Het verzoek om extra uren voor 2013 wordt afgewezen.