Uitspraak
International Card Services B.V., h.o.d.n. Visa Card Services
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, ging het om een geschil tussen International Card Services B.V. (ICS) en een gedaagde partij die niet verschenen was. De procedure volgde op een tussenvonnis van 5 maart 2014, waarin ICS de gelegenheid kreeg om zich uit te laten over de redelijkheid van een boetebeding in haar algemene voorwaarden. ICS had een boetebeding opgenomen dat een boete van maximaal € 1.000,-- stelde voor het niet tijdig inleveren van een creditcard, en daarnaast een onlimiteerde dwangsom geëist in geval van niet-nakoming. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de boete gemaximeerd was, de combinatie met de onlimiteerde dwangsom onredelijk bezwarend was voor de gedaagde partij. Dit leidde tot de conclusie dat de dwangsom moest worden afgewezen, waardoor het boetebeding niet meer onredelijk bezwarend werd geacht.
De kantonrechter wees de vordering van ICS toe, inclusief het gevorderde saldo van opnamen en de rente, en bepaalde dat de gedaagde partij een totaalbedrag van € 4.569,39 moest betalen. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld om de creditcard binnen twee dagen na betekening van het vonnis aan ICS af te geven. De proceskosten werden eveneens aan de gedaagde partij opgelegd. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter mr. B.J. Engberts op 24 september 2014.