Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 juni 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 23 september 2014.
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft eiser, een stukadoor, een vordering ingesteld tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V. met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. Eiser heeft zijn aanspraak op een uitkering gebaseerd op rugklachten, maar heeft niet aangetoond dat zijn arbeidsongeschiktheid mede te wijten is aan psychische klachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Achmea het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser terecht heeft vastgesteld op 26,4%, wat recht geeft op een uitkering van 30%. De rechtbank oordeelt dat dit percentage niet vanaf 17 september 2009 geldt, maar vanaf 19 oktober 2010, het einde van de eigenrisicotermijn. Eiser heeft geen belang bij zijn vordering, aangezien Achmea tot op heden een uitkering heeft verstrekt op basis van het vastgestelde percentage. De rechtbank wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten van Achmea, die zijn begroot op € 1.512,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak is gedaan door de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 5 november 2014.