Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Rijndec Quality en ING
- de pleitnota van Markerink.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die op 13 oktober 2014 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Rijndec Quality Control B.V. en ING Bank N.V. als eisers, en Reparatie-, Installatie- en Garagebedrijf Markerink B.V. als gedaagde. De kern van het geschil betreft de vraag of Markerink misbruik maakt van zijn retentierecht op scheepscasco's die eigendom zijn van Rijndec Quality. ING had eerder een hypotheekrecht op deze casco's ter verzekering van een lening aan Rijndec Quality en Rijndec Shipbuilding. Markerink had werkzaamheden verricht aan de casco's, maar had betalingen van Rijndec Trading en Rijndec Shipping uitstaan. De voorzieningenrechter oordeelt dat Markerink geen recht heeft om de casco's vast te houden, omdat de debiteuren Rijndec Trading en Rijndec Shipping zijn en niet Rijndec Quality. Bovendien is er geen executoriaal beslag gelegd op de casco's en is er geen deugdelijke rechtsgrond voor de vordering van Markerink. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Rijndec Quality en ING toe, waarbij Markerink wordt veroordeeld om de casco's af te geven en een dwangsom te betalen voor iedere dag dat zij hieraan niet voldoet. De proceskosten worden ook aan Markerink opgelegd.