Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 juni 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 3 september 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“… maximaal twee weken de tijd krijgt om het huis leeg te halen...”– geen enkel voorbehoud opgenomen en is uitdrukkelijk gesteld:
‘Het is zoals besproken, en mevr. [naam 1] verklaart dat zij hiervan op de hoogte is en geen bezwaar maakt tegen deze koopovereenkomst.’Deze reactie van [gedaagde] kan, mede in het licht van de hiervoor geschetste omstandigheden, in redelijkheid niet anders worden begrepen dan als instemming met de door HNV bevestigde inhoud van de koopovereenkomst. De e-mail bevat ook geen voorbehoud ten aanzien van de op 28 februari 2014 door [naam 1] te ondertekenen schriftelijke koopovereenkomst. De omstandigheid dat [naam 1] en [gedaagde] de uitgewerkte koopovereenkomst nog niet hadden ontvangen en [naam 1] deze nog niet had getekend, doet niet af aan het voorgaande nu over de essentialia overeenstemming was bereikt. Overigens is niet aannemelijk geworden dat de inhoud van de door HNV opgestelde koopovereenkomst ongebruikelijke of onaanvaardbare voorwaarden bevatte die nog niet waren besproken zodat niet valt in te zien waarom die voorwaarden bij [naam 1] op bezwaren stuitten. Dat HNV reeds een aanvang zou maken met de verbouwing terwijl [naam 1] nog tot 1 september 2014 eigenaar van de woning bleef, was geen nieuwe voorwaarde. Bovendien is gesteld noch gebleken dat HNV niet bereid was mee te werken aan het afdekken van de eventuele risico’s die hieraan verbonden waren voor [naam 1], bijvoorbeeld door het stellen van een bankgarantie.
verkoperdezelfde bescherming toekomt indien hij zijn woning verkoopt aan een professionele partij. [gedaagde] wordt hierin echter niet gevolgd. In het arrest waarnaar hij verwijst is sprake van een consument-
verkoperen een consument-
koper, in welk geval aan een consument-
verkoperdezelfde bescherming toekomt als aan een consument-
koper. Uit de parlementaire geschiedenis noch de memorie van antwoord bij artikel 7:2 BW volgt dat een consument-
verkopereen beroep kan doen op het schriftelijkheidsvereiste indien geen sprake is van consumentenkoop.
5.De beslissing
12 november 2014voor het nemen van een akte door HNV over hetgeen is vermeld onder 4.14, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,