Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
ogenblikkelijkzijn. Er moet dus meer zijn dan angst voor aanranding. De enkele vrees dat men zal worden aangevallen door iemand die een dreigende houding aanneemt kan in beginsel niet tot rechtvaardiging strekken van het alvast zelf tot de aanval overgaan. Onder omstandigheden kan dit anders zijn, maar dan moet er naar de uiterlijke verschijningsvorm sprake zijn van een objectief waarneembaar onmiddellijk dreigend gevaar. De rechtbank is van oordeel dat hiervan in onderhavige zaak geen sprake is. De rechtbank verwerpt het verweer ten aanzien van het slaan door verdachte en [betrokkene 1].
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De motivering van de sanctie(s)
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
20 (twintig) dagen.
tovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht geheel in mindering wordt gebracht, te weten
6 (zes) uren, zijnde 3 (drie) dagen hechtenis.