ECLI:NL:RBGEL:2014:7842

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 december 2014
Publicatiedatum
17 december 2014
Zaaknummer
05/720147-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Prisse
  • mr. Gerbranda
  • mr. Cremers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld tegen personen, gepleegd door meerdere verenigde personen, en smaadschrift

Op 16 december 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld en smaadschrift. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 8 december 2013 in 's-Heerenberg, waar de verdachte samen met anderen een man beroofde van zijn persoonlijke bezittingen, waaronder kleding, mobiele telefoons en geld. De beroving vond plaats gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op de openbare weg, waarbij de benadeelde met een honkbalknuppel werd geslagen en bedreigd met een pistool. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn bekennende verklaring, niet overtuigend bewijs heeft geleverd voor het gebruik van een vuurwapen tijdens de beroving. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal met geweld, maar niet aan het gebruik van een wapen. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van smaadschrift, omdat hij op een openbare Facebookpagina beledigende en bedreigende teksten had geplaatst over een wijkagent. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor gedragsproblematiek. Tevens is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die schade had geleden door de beroving. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding gedeeltelijk toegewezen, waarbij de benadeelde partij niet-ontvankelijk werd verklaard voor bepaalde posten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/720147-14
Uitspraak d.d.: 16 december 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum],
wonende te [adres 1],
verblijvende PI [adres 2].
Raadsman: mr. Van Dam, advocaat te ‘s-Hertogenbosch.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van de onderzoeken op de terechtzittingen van
6 oktober 2014 en 2 december 2014.
De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt
na de vordering nadere omschrijving tenlastelegging,tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 08 december 2013 te 's-Heerenberg, gemeente Montferland,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op/aan de openbare weg (te weten
[adres 3]), tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen
-een of meerdere kledingstuk(ken)(te weten een spijkerbroek en/of een
trainingsbroek) en/of
-een paar schoenen, merk Nike, type Airmax en/of
-twee mobiele telefoons(merk Blackberry en/of Apple I-phone) en/of
-een hoeveelheid geld (te weten 100,- euro) en/of
-een tas met inhoud(te weten een paspoort en/of bankpassen) en/of
-een rugtas (merk Brittain) met inhoud (te weten slippers, merk Adidas en/of
een broekriem, kleur zwart) en/of
-sieraden (te weten twee oorbellen), merk Versace, en/of
-een jas, merk South Pool, kleur zwart (met witte vlekjes) in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
-die [benadeelde 1] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een honkbalknuppel,
althans een daarop gelijkend (metalen) voorwerp, op tegen het hoofd en/of het
lichaam is geslagen en/of
-er is geroepen door een van de (mede)daders, "ik ga je schieten" en/of
-die [benadeelde 1] (vervolgens) een zwart en/of zilverkleurig pistool, althans een
daarop gelijkend voorwerp, op zich gericht zag en/of gericht zag
gehouden(waarbij die [benadeelde 1] geluiden hoorde alsof de trekker van dat pistool
meerdere malen werd overgehaald) en/of
-(mede)verdachte(n) die [benadeelde 1] naar de grond werkten en/of (vervolgens) boven
op die [benadeelde 1] ging(en) zitten, waarbij werd geroepen/gezegd dat die [benadeelde 1]
stil moest blijven en/of niet hard mocht praten en/of schreeuwen en/of
-tegen die [benadeelde 1] is gezegd/geroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen,
waarbij/waarna die [benadeelde 1] nogmaals meerdere malen, althans eenmaal, (met
kracht) met voornoemde honkbalknuppel, althans het daarop gelijkende metalen
voorwerp, op/tegen het hoofd werd geslagen (waarna (vervolgens)voornoemde
goederen van die [benadeelde 1] werden weggenomen/afgepakt);
of
hij op of omstreeks 08 december 2013 te 's-Heerenberg, gemeente Montferland,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op/aan de openbare weg (te weten
[adres 3]), tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [benadeelde 1] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van
-een of meerdere kledingstuk(ken)(te weten een spijkerbroek en/of een
trainingsbroek) en/of
-een paar schoenen, merk Nike, type Airmax en/of
-twee mobiele telefoons(merk Blackberry en/of Apple I-phone) en/of
-een hoeveelheid geld (te weten 100,- euro) en/of
-een tas met inhoud(te weten een paspoort en/of bankpassen) en/of
-een rugtas (merk Brittain) met inhoud (te weten slippers, merk Adidas en/of
een broekriem, kleur zwart) en/of
-sieraden (te weten twee oorbellen), merk Versace, en/of
-een jas, merk South Pool, kleur zwart (met witte vlekjes), in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
-die [benadeelde 1] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een honkbalknuppel,
althans een daarop gelijkend (metalen) voorwerp, op tegen het hoofd en/of het
lichaam is geslagen en/of
-er is geroepen door een van de (mede)daders, "ik ga je schieten" en/of
-die [benadeelde 1] (vervolgens) een zwart en/of zilverkleurig pistool, althans een
daarop gelijkend voorwerp, op zich gericht zag en/of gericht zag
gehouden(waarbij die [benadeelde 1] geluiden hoorde alsof de trekker van dat pistool
meerdere malen werd overgehaald) en/of
-(mede)verdachte(n) die [benadeelde 1] naar de grond werkten en/of (vervolgens) boven
op die [benadeelde 1] ging(en) zitten, waarbij werd geroepen/gezegd dat die [benadeelde 1]
stil moest blijven en/of niet hard mocht praten en/of schreeuwen en/of
-tegen die [benadeelde 1] is gezegd/geroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen,
waarbij/waarna die [benadeelde 1] nogmaals meerdere malen, althans eenmaal, (met
kracht) met voornoemde honkbalknuppel, althans het daarop gelijkende metalen
voorwerp, op/tegen het hoofd werd geslagen (waarna (vervolgens) voornoemde
goederen van die [benadeelde 1] werden weggenomen/afgepakt);
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 17 februari 2014 te Utrecht en/of 's-Heerenberg, gemeente
Montferland, in elk geval in Nederland, opzettelijk door middel van het
openlijk tentoonstellen en/of aanslaan van (een)
geschrift(en), de eer en/of de goede naam van (o.a.) [wijkagent 1] (te weten
wijkagent te 's-Heerenberg Oost) heeft aangerand door
telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om
daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel
op een (niet afgeschermde, althans voor meerdere personen toegankelijke)
Facebookpagina de hiernavolgende tekst geplaatst:
"Aan wijkagenten [wijkagent 2] jij bent een vieze kklijer wat dacht je nou je kan mij
beter komen opzoeken voor dat ik jou carriere na de klote help hoe zit het
nou met die kilo's die jij hebt afgepakt wat we met zn tweetjes zouden
regelen kk hond jou familie moet op zoutzuur en ff dat is een mening en die
mag geuit worden ik vind dat jij jzezelf moet ophangen dat verdien jij met
heel mijn hart je weet wat je me hebt geflikt dat zal ik jou ook flikken jij
kk hond sterven zal je in je pisbed moge mager heijn jou onthoofden met
vriendelijke groeten je zwarte neger gatz"(zie Proces Verbaal, pag. 736);
art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding van het onderzoek
Op 8 december 2013 om 01.00 uur ontvangt de politie een telefonische melding van een getuige, wonende aan [adres 3], dat een man aan de deur verzocht om de politie te bellen (p. 514). Deze man, die later blijkt te zijn genaamd [benadeelde 1], zegt dat hij in het park door twee mannen is beroofd van zijn kleding, telefoons, geld en tas met inhoud en daarvan aangifte wil doen. De politie ziet dat [benadeelde 1] geen broek aan heeft en op kousenvoeten loopt. Een van de twee overvallers, een negroïde man, zou hem hebben geslagen met een (honkbal)knuppel en de andere overvaller, een lichter getinte man, zou een pistool gehad hebben waarvan [benadeelde 1] tot tweemaal toe de trekker hoorde overgaan.
Door de politie wordt onder de naam Mergier een onderzoek gestart.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de onder het onder feit 1, ten eerste en onder feit 2 tenlastegelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen uitvoerig toegelicht en opgesomd.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat diefstal met geweld in vereniging gepleegd, bewezen kan worden verklaard. Verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van het geld, de verbale bedreiging: “ik ga schieten”, het richten van een wapen op het slachtoffer en het overhalen van de trekker, en het meermalen met kracht slaan van het slachtoffer. Met betrekking tot feit 2 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Aangezien verdachte bij de politie en ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig een
bekennende verklaring heeft afgelegd ten aanzien van deze feiten, zal worden volstaan met
een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van
Strafvordering.
Ten aanzien van feit 1 onder ten eerste is, naast de bekennende verklaring van verdachte,
voor het bewijs voorhanden de aangifte van het slachtoffer [benadeelde 1] [2] en de verklaring
van medeverdachte [medeverdachte].
De rechtbank acht onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden voor het tijdens de
beroving dreigen en hanteren van een pistool of een daarop gelijkend voorwerp.
Er is geen wapen aangetroffen en geen van de medeverdachten bevestigt de aanwezigheid
van een (nep)pistool. Eveneens ontbreekt overtuigend bewijs voor het wegnemen van geld.
Ten aanzien van feit 2 is naast de bekennende verklaring van verdachte bij de politie [3] en ter
terechtzitting voorhanden de aangifte van wijkagent [wijkagent 1] [4] en een afdruk van de
facebookpagina met de betreffende tekst [5] .
De rechtbank komt op basis van vorenstaande tot een bewezenverklaring van deze aan
verdachte tenlastegelegde feiten.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.(ten eerste):
hij op 08 december 2013 te 's-Heerenberg, gemeente Montferland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de openbare weg, te weten [adres 3], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- kledingstukken, te weten een spijkerbroek en een trainingsbroek en
- een paar schoenen, merk Nike, type Airmax en
- twee mobiele telefoons en
- een tas met inhoud, te weten een paspoort en bankpassen en
- een rugtas, merk Brittain, met inhoud, te weten slipper, merk Adidas en
- een jas, merk South Pool, kleur zwart, met witte vlekjes, in elk geval enig goed, toebehorende aan [benadeelde 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat
-die [benadeelde 1] met een metalen voorwerp, op het hoofd is geslagen en
-die [benadeelde 1] naar de grond is gewerkt en vervolgens boven op die [benadeelde 1] ging zitten, waarbij werd geroepen/gezegd dat die [benadeelde 1] stil moest blijven en niet hard mocht praten en/of schreeuwen en
-tegen die [benadeelde 1] is gezegd/geroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen, waarbij/waarna die [benadeelde 1] nogmaals met voornoemde metalen voorwerp, tegen het hoofd werd geslagen waarna vervolgens voornoemde goederen van die [benadeelde 1] werden weggenomen/afgepakt;
2.
hij omstreeks 17 februari 2014 te Utrecht en 's-Heerenberg, gemeente Montferland, opzettelijk door middel van het openlijk tentoonstellen van een geschrift, de eer en de goede naam van [wijkagent 1] (wijkagent te 's-Heerenberg Oost) heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel op een voor meerdere personen toegankelijke Facebookpagina de hiernavolgende tekst geplaatst:
"Aan wijkagenten [wijkagent 2] jij bent een vieze kklijer wat dacht je nou je kan mij
beter komen opzoeken voor dat ik jou carriere na de klote help hoe zit het
nou met die kilo's die jij hebt afgepakt wat we met zn tweetjes zouden
regelen kk hond jou familie moet op zoutzuur en ff dat is een mening en die
mag geuit worden ik vind dat jij jzezelf moet ophangen dat verdien jij met
heel mijn hart je weet wat je me hebt geflikt dat zal ik jou ook flikken jij
kk hond sterven zal je in je pisbed moge mager heijn jou onthoofden met
vriendelijke groeten je zwarte neger gatz"
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1, onder ten eerste:diefstal, voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een ander hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit gepleegd wordt gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de openbare weg, door twee of meer verenigde personen;
Feit 2:smaadschrift;
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden, met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft onder meer aangevoerd dat hij - gezien het feit dat eerdere voorwaardelijke veroordelingen geen resultaat hebben opgeleverd - nu geen aanleiding ziet in het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte uit eigen beweging openheid van zaken heeft gegeven en de feiten heeft bekend. Verdachte is nu op een punt gekomen om zijn leven een andere wending te geven. De raadsman stelt zich op het standpunt dat de LOVS-richtlijnen met betrekking tot de straatroof meer recht doen aan het onder feit 1 tenlastegelegde, dan de richtlijnen voor de overval. Naar zijn mening is een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk of veertien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk op zijn plaats. Als bijzondere voorwaarden wil verdachte zich onder het door hem al eerder verzochte, maar nooit verkregen reclasseringstoezicht stellen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een zeer brutale straatroof.
Kort van te voren hebben zij samen het plan gemaakt de man - die dacht dat hij kennis kwam maken met zijn internetdate - te beroven van zijn gouden ketting die hij op de foto van de datingsite droeg en van geld. Nadat het slachtoffer die nacht onder valse voorwendselen naar het park was gelokt, heeft verdachte hem tweemaal met een ijzeren staaf op het hoofd geslagen. Het slachtoffer is beroofd en bijna geheel ontkleed achtergelaten. Dit is een ernstig feit. Door aldus te handelen heeft verdachte zich eigendommen van een ander toegeëigend en diens lichamelijke integriteit aangetast. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke delicten zich nog lang onveilig kunnen voelen als zij zich op straat begeven. Gezien het openlijke karakter van dit gepleegde strafbare feit kan het voorts gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving teweegbrengen.
Uit het uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder met justitie en politie voor soortgelijke geweldsdelicten in aanraking is geweest. Zijn laatste veroordeling dateert van oktober 2014.
Uit het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport blijkt dat er sprake is van agressieproblematiek. Verder zijn er financiële problemen en heeft verdachte een negatief sociaal netwerk. Het recidive risico wordt indien er geen begeleiding en behandeling plaatsvindt door de reclassering ingeschat als hoog/gemiddeld. Verdachte heeft naar eigen zeggen nu ingezien dat hij zijn leven wil en moet veranderen, waarbij zijn zoontje als beschermende factor kan worden gezien. Hij wil graag een goede vader worden. Verdachte heeft aangegeven gemotiveerd te zijn om mee te werken aan begeleiding en behandeling. Binnen een voorwaardelijk strafdeel kan verdachte met begeleiding en behandeling werken aan factoren die tot delicten leiden, met als doel recidivevermindering.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de inhoud van het reclasseringsrapport van 26 november 2014, waarin geadviseerd wordt om aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen onder de bijzondere voorwaarden dat verdachte zich dient te melden en zich dient te houden aan de opdrachten en aanwijzingen die hij krijgt van de reclassering. Huisbezoeken, urinecontroles, blaastesten en de methodiek “Stap voor Stap” kunnen onderdeel uitmaken van het toezicht waaraan verdachte medewerking dient te verlenen. Verder wordt verdachte verplicht om mee te werken aan behandeling voor zijn gedragsproblematiek en zijn eventuele psychische problematiek bij Kairos of soortgelijke ambulante forensische psychiatrische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat de navolgende straf passend en geboden is.
In het feit dat verdachte niet eerder onder reclasseringstoezicht heeft gestaan en zich niet eerder heeft laten behandelen ziet de rechtbank aanleiding - in tegenstelling tot de eis van de officier van justitie - een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen, met hieraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Dit met als doel verdachte voldoende structuur te geven en hem de mogelijkheid te bieden zijn leven positief te veranderen teneinde het gevaar voor herhaling te minimaliseren.
Vordering tot schadevergoeding
De gemachtigde van benadeelde mr. M.J.R. Roethof, advocaat te Arnhem, heeft namens de
benadeelde partij [benadeelde 1], met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.333,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 1 (ten eerste) tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering, daarbij stellende dat de vordering voldoende is onderbouwd. Tevens vordert de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toewijzing van de wettelijke rente.
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich refereert ten aanzien van het eigen risico en de immateriële schade, maar dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard voor de posten diefstal van 100 euro, advocaatkosten en kosten rechtsbijstand. Voor de diefstal van het geld is geen wettig en overtuigend bewijs geleverd. De advocaatkosten voor het oproepen als getuige zijn niet van toepassing in deze zaak en de kosten rechtsbijstand vallen onder de toevoeging. Voor de posten telefoons, kleding en slippers verzoekt hij de rechtbank een schatting toe te passen.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, tot na te melden bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank begroot het bedrag van de telefoons, rekening houdende met een afschrijving, op totaal € 150,00 en de slipper op € 10,00. Het eigen risico dat benadeelde heeft moeten betalen (€ 360,00) komt eveneens voor vergoeding in aanmerking. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover de vordering ziet op de spijkerbroek (kan teruggegeven worden aan de benadeelde partij), het geldbedrag van
€ 100,00 (geen wettig en overtuigend bewijs) en de advocaatkosten voor bijstand bij getuigenverhoor (te ver verwijderd belang).
De rechtbank zal het smartengeld in redelijkheid en billijkheid stellen op € 1.500,00. De rechtbank acht niet bewezen dat bij de beroving een (vuur)wapen is gebruikt, terwijl de door de raadsvrouw overgelegde casus, waarnaar zij in dit verband verwijst, daarop geënt zijn.
Zij zal de benadeelde partij voor het meergevorderde in de vordering niet-ontvankelijk verklaren, nu dit deel niet zo eenvoudig van aard is dat het zich leent voor afdoening door de strafrechter.
Met betrekking tot de kosten van rechtsbijstand voor de benadeelde partij overweegt de rechtbank dat deze, gelet op de toegekende schadevergoeding, vallen binnen het zogenaamde eerste liquidatietarief in civiele zaken. Er worden twee punten toegekend (indienen vordering en bijwonen zitting). De waarde per punt is € 384,00, zodat verdachte wordt veroordeeld tot betaling van € 768,00 aan proceskosten.
De rechtbank ziet, gelet op hetgeen is overwogen omtrent de vordering tot schadevergoeding aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van na te melden som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 57, 63, 310, 261 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1. (ten eerste) en onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1, onder ten eerste:diefstal, voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een ander hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit gepleegd wordt gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de openbare weg, door twee of meer verenigde personen;
Feit 2:smaadschrift;
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
 bepaalt, dat een
gedeeltevan deze gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de navolgende algemene dan wel bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
 legt als
algemene voorwaardenop dat de veroordeelde:
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
o medewerking verleent aan reclasseringstoezicht. Veroordeelde dient zich te houden aan de opdrachten en aanwijzingen die hij krijgt van de reclassering. Huisbezoeken, urinecontroles, blaastesten en de methodiek “Stap voor Stap” kunnen onderdeel uit maken van het toezicht waaraan veroordeelde medewerking dient te verlenen;
 legt als
bijzondere voorwaardenop dat de veroordeelde:
o zich binnen twee dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis persoonlijk zal melden bij de reclassering Iriszorg in Arnhem, Nieuwe Oeverstraat 65 te Arnhem. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde wordt verplicht om mee te werken aan behandeling voor zijn gedragsproblematiek en zijn eventuele psychische problematiek bij Kairos of soortgelijke ambulante forensische psychiatrische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven;
 geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
 beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1. (ten eerste), tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 1], van een bedrag van
€ 2.020,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2013 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 768,00;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], een bedrag te betalen van € 2.020,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2013, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 40 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
Aldus gewezen door:
mr. Prisse, voorzitter,
mr. Gerbranda en mr. Cremers rechters,
in tegenwoordigheid van De Badts, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, dossiernummer 2013166049, politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, gesloten en ondertekend op 14 oktober 2014(p. 417-448).
2.Proces-verbaal aangifte [benadeelde 1], met foto’s,p. 483-488.
3.Proces-verbaal verhoor [verdachte], p. 242-243
4.Proces-verbaal van aangifte [wijkagent 1], p. 733-735
5.Afdruk van de facebookpagina, p. 736