ECLI:NL:RBGEL:2014:7965

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 december 2014
Publicatiedatum
23 december 2014
Zaaknummer
05/720148-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Prisse
  • mr. Gerbranda
  • mr. Cremers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld tegen personen, gepleegd door twee of meer verenigde personen tijdens de nachtrust op de openbare weg

Op 16 december 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 8 december 2013 te 's-Heerenberg, waar de verdachte samen met anderen een man beroofde van zijn persoonlijke bezittingen, waaronder kleding, mobiele telefoons en geld. De beroving vond plaats gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op de openbare weg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, geweld heeft gebruikt tegen het slachtoffer, waaronder het slaan met een honkbalknuppel en het dreigen met een pistool. De verdachte heeft tijdens de zitting een bekennende verklaring afgelegd, wat heeft bijgedragen aan de bewezenverklaring van de tenlastelegging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling bij een forensische zorginstelling. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer, die als gevolg van de beroving schade heeft geleden. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen en de verdachte aansprakelijk gesteld voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/720148-14
Uitspraak d.d.: 16 december 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum],
geen GBA-adres bekend, verblijft bij zijn moeder: [adres 1],
verblijvende PI [adres 2].
Raadsman: mr. Palanciyan, advocaat te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van de onderzoeken op de terechtzittingen van
6 oktober 2014 en 2 december 2014
De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt
na de vordering nadere omschrijving tenlastelegging,tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 08 december 2013 te 's-Heerenberg, gemeente Montferland,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op/aan de openbare weg (te weten
[adres 3]), tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen
-een of meerdere kledingstuk(ken)(te weten een spijkerbroek en/of een
trainingsbroek) en/of
-een paar schoenen, merk Nike, type Airmax en/of
-twee mobiele telefoons(merk Blackberry en/of Apple I-phone) en/of
-een hoeveelheid geld (te weten 100,- euro) en/of
-een tas met inhoud(te weten een paspoort en/of bankpassen) en/of
-een rugtas (merk Brittain) met inhoud (te weten slippers, merk Adidas en/of
een broekriem, kleur zwart) en/of
-sieraden (te weten twee oorbellen), merk Versace, en/of
-een jas, merk South Pool, kleur zwart (met witte vlekjes) in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
-die [benadeelde] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een honkbalknuppel,
althans een daarop gelijkend (metalen) voorwerp, op tegen het hoofd en/of het
lichaam is geslagen en/of
-er is geroepen door een van de (mede)daders, "ik ga je schieten" en/of
-die [benadeelde] (vervolgens) een zwart en/of zilverkleurig pistool, althans een
daarop gelijkend voorwerp, op zich gericht zag en/of gericht zag
gehouden(waarbij die [benadeelde] geluiden hoorde alsof de trekker van dat pistool
meerdere malen werd overgehaald) en/of
-(mede)verdachte(n) die [benadeelde] naar de grond werkten en/of (vervolgens) boven
op die [benadeelde] ging(en) zitten, waarbij werd geroepen/gezegd dat die [benadeelde]
stil moest blijven en/of niet hard mocht praten en/of schreeuwen en/of
-tegen die [benadeelde] is gezegd/geroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen,
waarbij/waarna die [benadeelde] nogmaals meerdere malen, althans eenmaal, (met
kracht) met voornoemde honkbalknuppel, althans het daarop gelijkende metalen
voorwerp, op/tegen het hoofd werd geslagen (waarna (vervolgens)voornoemde
goederen van die [benadeelde] werden weggenomen/afgepakt);
of
hij op of omstreeks 08 december 2013 te 's-Heerenberg, gemeente Montferland,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op/aan de openbare weg (te weten
[adres 3]), tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld[benadeelde] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van
-een of meerdere kledingstuk(ken)(te weten een spijkerbroek en/of een
trainingsbroek) en/of
-een paar schoenen, merk Nike, type Airmax en/of
-twee mobiele telefoons(merk Blackberry en/of Apple I-phone) en/of
-een hoeveelheid geld (te weten 100,- euro) en/of
-een tas met inhoud(te weten een paspoort en/of bankpassen) en/of
-een rugtas (merk Brittain) met inhoud (te weten slippers, merk Adidas en/of
een broekriem, kleur zwart) en/of
-sieraden (te weten twee oorbellen), merk Versace, en/of
-een jas, merk South Pool, kleur zwart (met witte vlekjes), in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
-die [benadeelde] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een honkbalknuppel,
althans een daarop gelijkend (metalen) voorwerp, op tegen het hoofd en/of het
lichaam is geslagen en/of
-er is geroepen door een van de (mede)daders, "ik ga je schieten" en/of
-die [benadeelde] (vervolgens) een zwart en/of zilverkleurig pistool, althans een
daarop gelijkend voorwerp, op zich gericht zag en/of gericht zag
gehouden(waarbij die [benadeelde] geluiden hoorde alsof de trekker van dat pistool
meerdere malen werd overgehaald) en/of
-(mede)verdachte(n) die [benadeelde] naar de grond werkten en/of (vervolgens) boven
op die [benadeelde] ging(en) zitten, waarbij werd geroepen/gezegd dat die [benadeelde]
stil moest blijven en/of niet hard mocht praten en/of schreeuwen en/of
-tegen die [benadeelde] is gezegd/geroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen,
waarbij/waarna die [benadeelde] nogmaals meerdere malen, althans eenmaal, (met
kracht) met voornoemde honkbalknuppel, althans het daarop gelijkende metalen
voorwerp, op/tegen het hoofd werd geslagen (waarna (vervolgens) voornoemde
goederen van die [benadeelde] werden weggenomen/afgepakt);
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding van het onderzoek
Op 8 december 2013 om 01.00 u ontvangt de politie een telefonische melding van een getuige, wonende [adres 3] te ’s-Heerenberg, dat een man aan de deur verzocht om de politie te bellen (p. 514). Deze man, die later blijkt te zijn genaamd [benadeelde], zegt dat hij in het park is beroofd door twee mannen van zijn kleding, telefoons, geld en tas met inhoud en daarvan aangifte wil doen. Politie ziet dat [benadeelde] geen broek aan heeft en op kousenvoeten loopt. Een van de twee overvallers, een negroïde man, zou hem hebben geslagen met een (honkbal)knuppel en de andere overvaller, een lichtere getinte man zou een pistool gehad hebben waarvan hij tot tweemaal toe de trekker hoorde overgaan.
Door de politie wordt onder de naam Mergier een onderzoek gestart.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de onder het onder feit 1, ten eerste tenlastegelegde feit. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen uitvoerig toegelicht en opgesomd.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat diefstal met geweld in vereniging gepleegd bewezen kan worden verklaard. Verdachte was een meeloper en dient te worden vrijgesproken van alles volgend na het gedachtestreepje “er is geroepen……”
Voor de diefstal van het geldbedrag van € 100,00 is behalve de verklaring van aangever geen wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig aldus de raadsman.
Beoordeling door de rechtbank
Aangezien verdachte ter terechtzitting van heden duidelijk en ondubbelzinnig een
bekennende verklaring heeft afgelegd ten aanzien van dit feit, zal worden volstaan met
een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van
Strafvordering.
Ten aanzien van feit 1 onder ten eerste is, naast de bekennende verklaring van verdachte [2] ,
voor het bewijs voorhanden de aangifte van het slachtoffer[benadeelde] [3] , de verklaring van
medeverdachte [medeverdachte 2] en de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]
bij de politie. [4]
De rechtbank acht onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden voor het tijdens de beroving
Dreigen met- en hanteren van een pistool of een daarop gelijkend voorwerp. Er is geen
wapen aangetroffen en geen van de medeverdachten bevestigt de aanwezigheid van een
(nep)pistool. Eveneens ontbreekt overtuigend bewijs voor het wegnemen van geld.
De rechtbank komt op basis van vorenstaande tot een bewezenverklaring van dit aan
verdachte tenlastegelegde feit.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 08 december 2013 te 's-Heerenberg, gemeente Montferland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de openbare weg, te weten de [adres 3] ter hoogte van perceelnummer [nummer], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- kledingstukken, te weten een spijkerbroek en een trainingsbroek en
- een paar schoenen, merk Nike, type Airmax en
- twee mobiele telefoons en
- een tas met inhoud, te weten een paspoort en bankpassen en
- een rugtas, merk Brittain, met inhoud, te weten slipper, merk Adidas en
- een jas, merk South Pool, kleur zwart, met witte vlekjes, in elk geval enig goed, toebehorende aan[benadeelde], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat
-die [benadeelde] met een metalen voorwerp, op het hoofd is geslagen en
-die [benadeelde] naar de grond is gewerkt en vervolgens boven op die [benadeelde] ging zitten, waarbij werd geroepen/gezegd dat die [benadeelde] stil moest blijven en niet hard mocht praten en/of schreeuwen en
-tegen die [benadeelde] is gezegd/geroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen, waarbij/waarna die [benadeelde] nogmaals met voornoemde metalen voorwerp, tegen het hoofd werd geslagen waarna vervolgens voornoemde goederen van die [benadeelde] werden weggenomen/afgepakt.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een ander hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit
gepleegd wordt gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de openbare weg,
door twee of meer verenigde personen;
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden, met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft onder meer aangevoerd dat hij - gezien het feit dat eerdere voorwaardelijke veroordelingen geen resultaat hebben opgeleverd - nu geen aanleiding ziet in het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte aanvankelijk niet heeft willen verklaren uit schaamte voor zijn zoontje. Iemand beroven tijdens een date is een vervelend feit,
verdachte was een meeloper, hij heeft alleen erbij gestaan en heeft niets gekregen van de buit. Volgens de richtlijnen is een gevangenisstraf van 36 maanden de norm voor een overval en 8 tot12 maanden een gebruikelijke straf voor een straatroof. Dit was een impulsieve actie. Het voorstel van de raadsman is verdachte te veroordelen tot een straf gelijk aan het voorarrest en een voorwaardelijk deel met als voorwaarde reclasseringscontact. Het advies van de reclassering is positief. Verdachte heeft geen fijne jeugd gehad, maar is nu al goed bezig, hetgeen door verdachte ter terechtzitting wordt bevestigd.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een zeer brutale straatroof.
Kort van te voren hebben zij samen het plan gemaakt de man - die dacht dat hij kennis kwam maken met zijn internetdate - te beroven van zijn gouden ketting die hij op de foto van de datingsite droeg en van geld. Nadat het slachtoffer die nacht onder valse voorwendselen naar het park was gelokt, is hij met een ijzeren staaf op het hoofd geslagen, beroofd en bijna geheel ontkleed achtergelaten.
Dit is een ernstig feit. Door aldus te handelen heeft verdachte zich de eigendommen van een ander toegeëigend en diens lichamelijke integriteit aangetast. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke delicten zich nog lang onveilig kunnen voelen als zij zich op straat begeven. Gezien het openlijke karakter van dit gepleegde strafbare feit kan het voorts gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving teweegbrengen.
Uit het uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder met justitie en politie voor soortgelijke geweldsdelicten in aanraking is geweest. Zijn laatste veroordeling dateert van oktober 2014.
Uit het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport blijkt dat verdachte opgenomen is in de top 600 van overlast veroorzakende jongeren. Gezien de vele levensgebieden waarop zich problemen afspelen is een toezicht geïndiceerd. Het recidive risico wordt door de reclassering ingeschat als hoog.
Ter terechtzitting heeft verdachte te kennen gegeven dat hij met dit feit een domme keuze heeft gemaakt en zijn leven in positieve zin wil veranderen. Hij was al op de goede weg, had werk, volgde een opleiding en wil verder met zijn behandeling bij De Waag.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de inhoud van het reclasseringsrapport van 30 september 2014, waarin geadviseerd wordt om aan verdachte op te leggen een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf onder de bijzondere voorwaarden dat verdachte zich dient te melden en zich dient te laten behandelen bij De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat de navolgende straf passend en geboden is.
Ofschoon de rol van deze verdachte bij de uitvoering van de beroving enigszins ondergeschikt is aan die van mededaders en hij het slachtoffer niet geslagen heeft, is de rechtbank van oordeel dat zijn aanzienlijk omvangrijker terzake dienende strafblad een gelijke strafoplegging rechtvaardigt.
Verder is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf, met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, zinvol is om het recidiverisico te verkleinen en verdachte voldoende structuur te geven om zijn leven positief te veranderen teneinde het gevaar voor herhaling te minimaliseren.
Vordering tot schadevergoeding
De gemachtigde van benadeelde mr. M.J.R. Roethof, advocaat te Arnhem, heeft zich namens de
benadeelde partij[benadeelde], met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.333,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder het eerste tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering, daarbij stellende dat de vordering voldoende is onderbouwd. Tevens vordert de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toewijzing van de wettelijke rente.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld, dat de vordering van de benadeelde partij gematigd moet worden. De dagwaarde van de telefoons is onbekend, voor het weggenomen geld is geen wettig bewijs en de kosten rechtsbijstand vallen onder een toevoeging. Voor de immateriële schade is een bedrag van € 500,00 tot € 1.000,00 redelijk en voor de overige posten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Naar het oordeel van de rechtbank, is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, tot na te melden bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank begroot het bedrag van de telefoons, rekening houdende met een afschrijving, op totaal € 150,00 en de slipper op € 10,00. Het eigen risico dat benadeelde heeft moeten betalen (€ 360,-00) komt eveneens voor vergoeding in aanmerking. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover de vordering ziet op de spijkerbroek (kan voor zover dit nog niet is gebeurd teruggegeven worden aan de benadeelde partij), het geldbedrag van € 100,00 (geen wettig en overtuigend bewijs) en de advocaatkosten voor bijstand bij getuigenverhoor (te ver verwijderd belang).
De rechtbank zal het smartengeld in redelijkheid en billijkheid stellen op € 1.500,00. De rechtbank acht niet bewezen dat bij de beroving een (vuur)wapen is gebruikt, terwijl de door de raadsvrouw overgelegde casus, waarnaar zij in dit verband verwijst, daarop geënt zijn.
Zij zal de benadeelde partij voor het meergevorderde in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaren, nu dit deel niet zo eenvoudig van aard is dat het zich leent voor afdoening door de strafrechter.
Met betrekking tot de kosten van rechtsbijstand voor de benadeelde partij overweegt de rechtbank dat deze, gelet op de toegekende schadevergoeding, vallen binnen het zogenaamde eerste liquidatietarief in civiele zaken. Er worden twee punten toegekend (indienen vordering en verschijnen ter zitting). De waarde per punt is € 384,00, zodat verdachte wordt veroordeeld tot betaling van € 768,00 aan proceskosten.
De rechtbank ziet, gelet op hetgeen is overwogen omtrent de vordering tot schadevergoeding aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van na te melden som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het onder het ten eerste tenlastegelegde heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een ander hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit gepleegd wordt gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, op de openbare weg, door twee of meer verenigde personen;
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
 bepaalt, dat een
gedeeltevan deze gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de navolgende algemene dan wel bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
 legt als
algemene voorwaardenop dat de veroordeelde:
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
o medewerking verleent aan reclasseringstoezicht.
 legt als
bijzondere voorwaardenop dat de veroordeelde:
o zich na een oproep direct dient te melden bij Reclassering Nederland, locatie Amsterdam. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
o verplicht wordt om zich te laten behandelen bij De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven;
 geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
 beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder ten eerste tenlastegelegde, tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[benadeelde], van een bedrag van
€ 2.020,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2013 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot € 768,00;
 verklaart de benadeelde partij[benadeelde] voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer[benadeelde], een bedrag te betalen van € 2.020,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2013, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 40 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
Aldus gewezen door:
mr. Prisse, voorzitter,
mr. Gerbranda en mr. Cremers rechters,
in tegenwoordigheid van De Badts, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, dossiernummer 2013166049, politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, gesloten en ondertekend op 14 oktober 2014(p. 417-448).
2.Proces-verbaal ter terechtzitting van 2 december 2014.
3.Proces-verbaal aangifte [benadeelde], met foto’s,p. 483-488.
4.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 233-235