ECLI:NL:RBGEL:2014:7967

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 november 2014
Publicatiedatum
23 december 2014
Zaaknummer
05/800145-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in strafzaken van woninginbraken, heling en witwassen met betrekking tot jongeren uit Tiel

De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, heeft op 17 november 2014 vonnis gewezen in de strafzaken van zeven verdachten die betrokken waren bij woninginbraken, heling en witwassen. Dit vonnis is het resultaat van het zogenaamde Boxer-onderzoek, dat zich richtte op een groep jongeren uit Tiel, die al langere tijd hinderlijk en crimineel gedrag vertoonden. Tijdens de rechtszittingen, die in totaal acht dagen in beslag namen, zijn de verdachten beoordeeld op hun betrokkenheid bij de misdrijven. Eén van de verdachten is vrijgesproken, terwijl de anderen zijn veroordeeld.

De tenlastelegging tegen de verdachte omvatte het verwerven, voorhanden hebben en/of overdragen van een kluis en andere goederen, waarvan hij en/of zijn mededaders wisten of redelijkerwijs moesten vermoeden dat deze goederen door misdrijf verkregen waren. De rechtbank heeft de zaak op 3 november 2014 ter terechtzitting behandeld, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. A.C. Vingerling, aanwezig waren. De officier van justitie, mr. H.G. Kuipers, heeft gerekwireerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een kluis had verworven die afkomstig was van een inbraak. Tijdens een doorzoeking van de bergruimte van de verdachte werd de kluis aangetroffen, met daarop een plastic tas waarop een vingerafdruk van de verdachte was gevonden. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij het opslaan van de kluis. De tapgesprekken gaven geen overtuigend bewijs van zijn wetenschap over de kluis. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

De benadeelde partijen, waaronder een reisbureau, hebben zich in het strafproces gevoegd voor schadevergoeding. De rechtbank heeft deze partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering, omdat er geen straf of maatregel werd opgelegd voor enig bewezen verklaard feit. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. K.A.M. van Hoof, en de andere rechters mr. P.C. Quak en mr. F.J.H. Hovens.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/800145-14
Data zittingen : 23 mei 2014 (regie) en 3 november 2014
Datum uitspraak : 17 november 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
raadsman : mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 november 2013 tot en met 09 december
2013 te Maurik, gemeente Buren en/of Tiel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een kluis (met inhoud) en/of ander(e) goed(eren), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren)
wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof (zaaksdossier 34).

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 3 november 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd en zijn ter terechtzitting verschenen:
 [benadeelde]
 [benadeelde], wettelijk vertegenwoordiger van [naam reisbureau] Reisbureau.
De officier van justitie, mr. H.G. Kuipers, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij een kluis heeft verworven of voorhanden heeft gehad, die afkomstig was van een inbraak aan de [adres 2]. Tijdens de doorzoeking van de bergruimte die behoort bij de woning van verdachte, is de kluis daar aangetroffen. Op de kluis lag een plastic draagtas waarop een vingerafdruk van verdachte is aangetroffen. Verdachte heeft echter ontkend dat hij enige wetenschap had van de aanwezigheid van de kluis in zijn bergruimte.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit de tapgesprekken onvoldoende blijkt van betrokkenheid van verdachte bij het opslaan van de kluis in de bergruimte. Weliswaar heeft medeverdachte [medeverdachte 1], zijnde de broer van verdachte, met anderen besproken of in de schuur van zijn broer een kluis geopend kan worden, maar uit geen van de afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat dit ook met verdachte zelf is besproken. Verder blijkt uit het afgeluisterde telefoongesprek met sessienummer 1129 enkel dat verdachte op enig moment op verzoek van [medeverdachte 2] vanuit zijn woning naar beneden is gelopen. Het doel van dat verzoek komt echter niet ter sprake.
Wat betreft de op de plastic tas aangetroffen vingerafdruk geldt voorts dat niet uitgesloten kan worden dat deze tas, met daarop een vingerafdruk van verdachte, al in de bergruimte lag en door degene die de kluis daar heeft neergezet op de kluis is gelegd.
Het vorenstaande maakt dat de rechtbank niet de overtuiging heeft dat verdachte enige wetenschap heeft gehad of zelfs maar moest vermoeden dat de kluis in zijn bergruimte stond. Verdachte zal derhalve worden vrijgesproken.
De benadeelde partijen [benadeelde] en [naam reisbureau] Reisbureau hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu geen straf of maatregel voor enig bewezen verklaard feit wordt opgelegd.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrijvan het ten laste gelegde feit.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaartde benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam reisbureau] Reisbureau
Verklaartde benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering
Aldus gewezen door:
mr. K.A.M. van Hoof (voorzitter), mr. P.C. Quak en mr. F.J.H. Hovens, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Terlouw-Boeijink en mr. D. G. Wessels-Harmsen, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 november 2014.