Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- een computer, merk Lenovo X201, inclusief lader;
- een computer, merk Dell Inspiron 6000, inclusief lader;
- een tablet, merk Apple Ipad2, inclusief lader;
- bestek (cassette);
- een geldkist;
- een blik met muntgeld;
- geld in diverse coupures en valuta.
De rechtbank acht de herkenning door de verbalisanten betrouwbaar, gezien de door hen gegeven toelichting, mede in aanmerking genomen de waarneming van de rechtbank ten aanzien van de camerabeelden, die ter terechtzitting is gedaan. De rechtbank heeft op die beelden namelijk gezien dat de door de verbalisanten genoemde uiterlijke kenmerken van de man in kwestie inderdaad zichtbaar zijn, te weten: houding, postuur, kleding en linker zijkant van het gezicht met bakkebaard. [26]
- dat over de schouder van de man een donkerkleurige schoudertas hangt;
- dat de man de schoudertas opent en de ritssluiting opent van een zich daarin bevindend tasje en dat hij iets uit het tasje pakt en onder het veiligheidsglas door naar de baliemedewerkster schuift;
- dat de man viermaal een plastic zakje uit de tas pakt en eenmaal iets dat op een enveloppe lijkt;
- dat de man de plastic zakjes leeg stort in de schuiflade;
- dat de baliemedewerkster bankbiljetten heeft gesorteerd en een stapel terug schuift naar de man, die deze aanneemt en terug stopt in de tas;
- dat op de tafel van de baliemedewerkster diverse stapels bankbiljetten liggen in verschillende kleuren;
- dat de baliemedewerkster een stapeltje bankbiljetten door de schuiflade schuift, die de man aanpakt en in de schoudertas stopt.
Uit het tapgesprek met sessienummer 954 kan naar het oordeel van de rechtbank voorts worden afgeleid dat [medeverdachte 3], de beller en daarmee de eerste die spreekt, [verdachte] opdraagt alles in een tas klaar te leggen. Hieruit maakt de rechtbank op dat de bij de inbraak op 12 november 2013 buitgemaakte spullen, reeds enkele uren na de inbraak, kennelijk bij [verdachte] liggen en dat hij deze moet inpakken om mee te nemen naar Utrecht.
Al het voorgaande leidt de rechtbank tot de slotsom dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [medeverdachte 3] en [verdachte] zich in nauwe en bewuste samenwerking schuldig hebben gemaakt aan de inbraak in de woning aan de [adres 2] te Tiel.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De motivering van de sanctie(s)
30 september 2014; en
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
het verrichten van een werkstraf gedurende 150 (honderdvijftig) uren.
75 (vijfenzeventig)dagen.
36 (zesendertig) uren, zijnde 18 (achttien) dagen hechtenis.