Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de wijzigingen van eis
- de pleitnota van [gedaagde]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
rechtsmacht
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland werd behandeld, vorderde eiser, een ondernemer uit Duitsland, dat gedaagde, zijn voormalige werkgever, zou worden verplicht om medewerking te verlenen aan de overdracht van domeinnamen en e-mailaccounts die verbonden zijn aan het garagebedrijf dat eiser van gedaagde had overgenomen. De partijen hadden in maart 2014 een koopovereenkomst gesloten waarin de activa en passiva van het garagebedrijf waren opgenomen, inclusief de intellectuele eigendomsrechten. Eiser stelde dat gedaagde zich niet hield aan de afspraken uit deze overeenkomst, waardoor hij geen toegang had tot de benodigde e-mailadressen en domeinnamen voor zijn bedrijfsvoering.
De rechtbank oordeelde dat de intellectuele eigendomsrechten, inclusief de domeinnamen, inderdaad aan eiser waren overgedragen en dat gedaagde geen voorbehoud had gemaakt over het gebruik van zijn naam. De vordering van eiser om gedaagde te verplichten tot medewerking aan de overdracht van de domeinnamen werd dan ook toegewezen. Daarnaast vorderde eiser dat gedaagde niet langer het garagebedrijf zou betreden, wat ook werd toegewezen, gezien de afspraken in de huurovereenkomst en de koopovereenkomst. Eiser had ook vorderingen ingediend voor de teruggave van ontvreemde goederen, waaronder een gereedschapskist en een acculader, welke eveneens werden toegewezen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde in de proceskosten werd veroordeeld, en dat hij een dwangsom moest betalen voor iedere dag dat hij niet voldeed aan de hoofdveroordelingen. Dit vonnis werd uitgesproken op 8 december 2014.