3.1.De erven vorderen dat de voorzieningenrechter
primair
de DLG en het BBL verbiedt om enige werkzaamheid op de percelen (kadastraal bekend gemeente Leuth sectie D nummers 211, 212 en 213 op te dragen en/of toe te staan en/of te verrichten die de vaststelling van de kwaliteit en kwantiteit van de aanwezige specie belemmert, totdat middels deskundigenonderzoek de kwaliteit en kwantiteit van de aanwezige specie is vastgesteld,
de DLG en het BBL gebiedt om gezamenlijk met de erven binnen veertien dagen na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, een onafhankelijke deskundige te benoemen die de kwaliteit, kwantiteit en de waarde c.q. netto-opbrengst van de nog te winnen specie, alsmede de al gewonnen specie op de voormalige percelen van de erven vaststelt,
de DLG en het BBL gebiedt om binnen zeven dagen na benoeming van een onafhankelijk deskundige, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, ter beschikking te stellen aan de erven en de onafhankelijke deskundige de overeenkomst die is gesloten met de aannemer, en/of andere documentatie waaruit blijkt:
welke ontzandingswerkzaamheden zullen worden verricht,
welke percelen bij de werkzaamheden betrokken zullen zijn,
om hoeveel kubieke meter specie het gaat,
welke vergoeding voor de specie wordt betaald,
in welke mate de vrijkomende specie wordt aangewend binnen de door Boskalis/Van de Wetering in combinatie met K3Delta uit te voeren werken met betrekking tot rivierverruimende maatregelen/ontzanding via omputten,
welke kwaliteit specie het betreft door onder andere bodemgegevens ter beschikking te stellen, waaronder boorgegevens,
het BBL gebiedt aan de erven binnen zeven dagen na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, ter beschikking te stellen de koopovereenkomst behorende bij de leveringsakte gedateerd 28 december 2006, waaruit blijkt of het BBL het kettingbeding en het speciebeding heeft opgenomen toen zij de percelen die voorheen eigendom waren van de erven aan Staatsbosbeheer heeft verkocht,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede jusitie te bepalen bedrag, voor iedere dag of dagdeel dat de DLG en het BBL na betekening van dit vonnis in gebreke zullen blijven met de nakoming van het verbod en/of het/de gebod(en),
subsidiair
de DLG en het BBL verbiedt om enige werkzaamheid op de percelen (kadastraal bekend gemeente Leuth sectie D nummers 211, 212 en 213 op te dragen en/of toe te staan en/of te verrichten die de vaststelling van de kwaliteit en kwantiteit van de aanwezige specie belemmert, totdat middels deskundigenonderzoek de kwaliteit en kwantiteit van de aanwezige specie is vastgesteld,
de DLG en het BBL gebiedt om de erven toe te staan om binnen een maand na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, een deskundigenonderzoek ter plaatse van de voormalige percelen van de erven te laten verrichten door een of meerdere door de voorzieningenrechter aan te wijzen deskundige(n) naar de kwaliteit en kwantiteit van de nog te winnen specie,
de DLG en het BBL gebiedt om binnen zeven dagen na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, ter beschikking te stellen aan de erven en de onafhankelijke deskundige de overeenkomst die is gesloten met de aannemer, en/of andere documentatie waaruit blijkt:
welke ontzandingswerkzaamheden zullen worden verricht,
welke percelen bij de werkzaamheden betrokken zullen zijn,
om hoeveel kubieke meter specie het gaat,
welke vergoeding voor de specie wordt betaald,
in welke mate de vrijkomende specie wordt aangewend binnen de door Boskalis/Van de Wetering in combinatie met K3Delta uit te voeren werken met betrekking tot rivierverruimende maatregelen/ontzanding via omputten,
welke kwaliteit specie het betreft door onder andere bodemgegevens ter beschikking te stellen, waaronder boorgegevens,
I. het BBL gebiedt aan de erven binnen zeven dagen na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, ter beschikking te stellen de koopovereenkomst behorende bij de leveringsakte gedateerd 28 december 2006, waaruit blijkt of het BBL het kettingbeding en het speciebeding heeft opgenomen toen zij de percelen die voorheen eigendom waren van de erven aan Staatsbosbeheer heeft verkocht,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede jusitie te bepalen bedrag, voor iedere dag of dagdeel dat de DLG en het BBL na betekening van dit vonnis in gebreke zullen blijven met de nakoming van het verbod en/of het/de gebod(en).
Alles met veroordeling van de DLG en het BBL in de kosten van het geding.