Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 19 december 2014
- het schriftelijke verweer van mr. T.C. Henniphof (hierna: de rechter)
.De rechter heeft eveneens laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 23 december 2014 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. Baltus, tegen mr. T.C. Henniphof, die als rechter optrad in een civiele procedure. De wraking was gericht tegen de beslissing van de rechter om een verzoek tot uitstel van de zitting af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen, tenzij er sprake is van vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete feiten of omstandigheden waren die duidden op vooringenomenheid van de rechter. De verzoeker had aangevoerd dat zijn verhinderdata niet waren meegewogen en dat dit een schending van zijn procesrechten inhield. De rechtbank benadrukte dat rechters de vrijheid hebben om de goede procesorde te bewaken en dat negatieve procesbeslissingen op zich geen grond voor wraking vormen. De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de rechter adequaat was gemotiveerd en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van partijdigheid. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en de rechtbank verklaarde dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstond.