ECLI:NL:RBGEL:2014:8215

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 oktober 2014
Publicatiedatum
3 november 2015
Zaaknummer
2610710
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H. van Empel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van Vereniging van Eigenaars inzake maandelijkse voorschotbedragen en tegeneis van appartementseigenaar

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) een vordering ingesteld tegen een appartementseigenaar wegens het niet betalen van maandelijkse voorschotbedragen. De VvE vorderde een totaalbedrag van € 12.038,62, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de appartementseigenaar, als lid van de VvE, verplicht was om deze bedragen te voldoen. De appartementseigenaar had echter een bedrag van € 10.983,00 onbetaald gelaten van januari 2012 tot mei 2014, ondanks herhaalde aanmaningen van de VvE. De appartementseigenaar voerde verweer en stelde dat de VvE in gebreke was met het herstel van gebreken aan het gebouw, wat hem zou rechtvaardigen om de betaling op te schorten.

De kantonrechter heeft de procedure gezamenlijk beoordeeld, zowel de vordering in conventie als de tegeneis in reconventie van de appartementseigenaar. De appartementseigenaar had in reconventie vorderingen ingesteld tegen de VvE, waaronder herstelwerkzaamheden en schadevergoeding. De VvE betwistte deze vorderingen en stelde dat de appartementseigenaar de verkeerde juridische weg had gekozen. De kantonrechter oordeelde dat de appartementseigenaar niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn claims en dat hij niet de juiste procedure had gevolgd om zijn vorderingen te onderbouwen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de VvE toegewezen, waarbij de appartementseigenaar werd veroordeeld tot betaling van € 11.955,35, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De vorderingen van de appartementseigenaar in reconventie werden afgewezen. De appartementseigenaar werd ook veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter W.H. van Empel op 8 oktober 2014.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 2610710 \ CV EXPL 13-19546 \ 572
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de vereniging
Vereniging van eigenaars Appartementengebouw [naam VvE]
gevestigd te [vestigingsplaats]
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
gemachtigde mr. N.L.J.M. Rijssenbeek
tegen
[appartementseigenaar]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
procederend in persoon
Partijen worden hierna VvE en [appartementseigenaar] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 februari 2014 en de daarin genoemde processtukken
- de ten behoeve van de comparitie overgelegde producties van de zijde van VvE
- de akte in conventie, tevens akte vermeerdering van eis en de conclusie van antwoord in reconventie, met producties
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 26 mei 2014, inclusief de pleitaantekeningen van de zijde van [appartementseigenaar]
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie met producties
- de conclusie van dupliek in reconventie.

2.De vordering en het verweer in conventie

2.1.
De VvE vordert, na vermeerdering van eis, een bedrag van € 12.038,62 (bestaande uit een hoofdsom van € 10.983,00 minus een bedrag van € 110,00 voor elektraverbruik, buitengerechtelijke kosten van € 1.037,45 en € 128,17 aan rente), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 9.648,00 vanaf de datum van de dagvaarding en de proceskosten.
2.2.
De VvE legt aan haar vordering ten grondslag dat [appartementseigenaar] als eigenaar van het appartementsrecht op de onroerende zaak aan de [adres] (met als kadastrale aanduiding [nummer] ) van rechtswege lid is van de VvE.
Op grond van dit lidmaatschap dient [appartementseigenaar] maandelijkse voorschotbedragen aan de VvE te voldoen. Gerekend vanaf 1 januari 2012 tot en met mei 2014 heeft [appartementseigenaar] echter een bedrag van € 10.983,00 (inclusief een bedrag van € 50,00 aan aanmaningskosten) onbetaald gelaten. Omdat betaling daarvan, ondanks aanmaningen, is uitgebleven heeft de VvE [appartementseigenaar] in rechte betrokken.
2.3.
[appartementseigenaar] voert verweer waarop hierna, voor zover relevant, zal worden ingegaan.
Het door [appartementseigenaar] ingediende ‘Beroep op het gezag van gewijsde’ is in de loop van deze procedure door [appartementseigenaar] ingetrokken en zal daarom in het navolgende buiten beschouwing worden gelaten.

3.De vordering en het verweer in reconventie

3.1.
[appartementseigenaar] vordert dat de VvE in reconventie wordt veroordeeld tot het verrichten van al die werkzaamheden die in de conclusie van antwoord in reconventie zijn genoemd, noodzakelijk voor het herstel, danwel om [appartementseigenaar] een schadevergoeding toe te kennen en te veroordelen tot terugbetaling van de door [appartementseigenaar] onverschuldigd betaalde bedragen, met vaststelling van dwangsommen voor zover de wet toestaat.
3.2.
Voorts vordert [appartementseigenaar] , kort gezegd, herstel van de dak lekkages aan de serre, vervanging van de dak zonwering, danwel een plaatsvervangende schadevergoeding, herstel van de schade die is ontstaan door de vernieuwing van het dakterras, terugbetaling van het door [appartementseigenaar] reeds betaalde bedrag van € 830,57 voor schilderwerk aan de serre, terugbetaling van een bedrag van € 500,00 voor het terugplaatsen van het tuinhuis en vervanging van de gesloopte gewapend betonplaat van het tuinhuis, danwel een schadevergoeding van € 1.200,00, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3.3.
De VvE heeft de vorderingen gemotiveerd betwist en daartoe, kort samengevat, aangevoerd dat [appartementseigenaar] de verkeerde gerechtelijke ingang heeft gekozen en de mogelijkheid heeft en had om op de voet van artikel 5:121 BW en artikel 5:130 BW actie te ondernemen. Subsidiair heeft de VvE de verschuldigdheid van de vorderingen betwist. Hierop zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie

4.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
4.2.
Allereerst overweegt de kantonrechter dat hij alle ingediende stukken bij de beoordeling zal betrekken. Tijdens de comparitie heeft [appartementseigenaar] terecht aangevoerd dat de VvE haar stukken voor de comparitie te laat heeft ingediend. Derhalve is hij en daarna de VvE na de comparitie in de gelegenheid gesteld om op stukken schriftelijk te reageren, zodat beide partijen voldoende in de gelegenheid zijn gesteld om hun standpunten uiteen te zetten.
4.3.
Ten aanzien van de vordering van de VvE in conventie oordeelt de kantonrechter als volgt. Naar de kantonrechter begrijpt heeft [appartementseigenaar] betaling van de voorschotbedragen (zoals die in conventie zijn gevorderd) opgeschort omdat de VvE volgens [appartementseigenaar] in gebreke is gebleven met herstel van gebreken danwel met terugbetaling van door [appartementseigenaar] – volgens hem – ten onrechte betaalde bedragen. (zoals die onder ro. 3.2 zijn weergegeven).
4.4.
De door de VvE gevorderde hoofdsom is voor het overige niet betwist. Voor zover in het verweer van [appartementseigenaar] een beroep op verrekening met zijn tegenvordering moet worden gelezen, oordeelt de kantonrechter dat, gelet op de gemotiveerde betwisting van de tegenvordering van [appartementseigenaar] , verrekening niet mogelijk is.
4.5.
Niet, althans onvoldoende concreet, is gesteld of gebleken dat [appartementseigenaar] de door hem gestelde gebreken en de in dat kader noodzakelijke werkzaamheden op een vergadering aan de orde heeft gesteld én dat daarover door de VvE een besluit is genomen. Indien [appartementseigenaar] het oneens zou zijn met een dergelijk besluit kan hij dat aan de kantonrechter voorleggen. Van een dergelijk besluit is echter niet gebleken. De kantonrechter is het dan ook met de VvE eens dat [appartementseigenaar] niet de juiste (rechts)gang heeft bewandeld en concludeert dan ook tot afwijzing van de vorderingen.
Ten overvloede oordeelt de kantonrechter dat tegenover de gemotiveerde betwisting van de VvE (vooralsnog) niet, althans onvoldoende is komen vast te staan dat de VvE aansprakelijk kan worden gesteld voor de door [appartementseigenaar] in reconventie genoemde punten. VvE heeft betwist dat er thans nog sprake is van lekkages. Evenmin is, gelet op de gemotiveerde betwisting van de VvE en bij gebreke van een concreet bewijsaanbod van de zijde van [appartementseigenaar] , komen vast te staan dat de VvE aansprakelijk kan worden gehouden voor de andere door [appartementseigenaar] gestelde posten.
4.6.
Op grond van het voorgaande luidt de conclusie dat [appartementseigenaar] betaling van de maandelijkse voorschotbedragen onterecht heeft opgeschort. De gevorderde hoofdsom (bedragende € 10.823,00 (€ 10.983,00 minus € 110,00 en minus € 50,00 en aanmaningskosten), die voor het overige niet is betwist, zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met rente. Ten aanzien van de gevorderde aanmaningskosten overweegt de kantonrechter dat die vallen onder nagenoemde kosten.
In deze lijn ligt dat de vordering in reconventie moet worden afgewezen.
4.7.
De kantonrechter acht voldoende aannemelijk gemaakt dat de VvE buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt.
De hoogte van het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten is niet in overeenstemming met de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en die geacht worden redelijk te zijn. Op basis van deze tarieven (uitgaande van een oorspronkelijke hoofdsom van € 9.098,00) wijst de kantonrechter een bedrag toe van € 1.004,18.
4.8.
[appartementseigenaar] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom in conventie en reconventie de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [appartementseigenaar] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de VvE te betalen een bedrag van € 11.955,35 (bestaande uit € 10.823,00 aan hoofdsom, € 1.004,18 aan buitengerechtelijke kosten en € 128,17 aan rente) te vermeerderen met de wettelijke rente over € 9.648,00 vanaf 3 december 2013 tot de dag van betaling;
5.2.
veroordeelt [appartementseigenaar] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van de VvE begroot op € 92,82 aan dagvaardingskosten, € 448,00 aan griffierecht en € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af;
5.6.
veroordeelt [appartementseigenaar] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van de VvE begroot op € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. W.H. van Empel en in het openbaar uitgesproken op