Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
COÖPERATIEVE RABOBANK RANDMEREN U.A.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 september 2013
- de mondelinge conclusie van antwoord in reconventie ter comparitie
- het proces-verbaal van comparitie van 21 november 2013
2.De feiten
€ 68.067,00). De overeenkomst is ten bewijze van toestemming als bedoeld in artikel 88 Boek 1 BW mede ondertekend door [naam], echtgenote van [gedaagde].
ƒ 230.000,00 overgeboekt naar de zakelijke rekening met nummer 3680.38.599. Bij brief van 2 mei 2000 heeft Rabobank aan Handelsonderneming geschreven dat het krediet is ingeperkt met ƒ 230.00,00 en dat het krediet, nu groot ƒ 120.000,00, loopt tot wederopzegging.
3.Het geschil
in conventie
€ 5.000,00 ten titel van schadevergoeding als gevolg van schuldeisersverzuim. Voorts vordert hij een verklaring voor recht dat Rabobank jegens [gedaagde] haar zorgplicht heeft geschonden zoals neergelegd in onder meer art. 2 van de Algemene Bankvoorwaarden, met veroordeling van Rabobank in de door [gedaagde] geleden schade, nader op te maken bij staat, één en ander vermeerderd met rente en kosten.
4.De beoordeling
in conventie
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)