ECLI:NL:RBGEL:2014:912
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van digitaal ingediend beroepschrift in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 februari 2014 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een digitaal ingediend beroepschrift door eiser, wonende te [Z], tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Overbetuwe. Eiser had beroep ingesteld tegen de vastgestelde waarde van zijn onroerende zaak, die door verweerder was vastgesteld op € 334.000 voor het kalenderjaar 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de waarde en de daarop gebaseerde aanslag onroerende-zaakbelasting had gehandhaafd bij uitspraak op bezwaar van 15 mei 2013. Eiser stelde dat hij op 30 mei 2013 via zijn DigiD een beroepschrift had ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat dit beroepschrift tijdig was ingediend.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze termijn vangt aan met de dag na de bekendmaking van het besluit. De rechtbank concludeerde dat het beroepschrift, dat op 17 juli 2013 was gedateerd en op 22 juli 2013 door de rechtbank was ontvangen, buiten de termijn was ingediend. Eiser had geen digitale bevestiging of andere onderbouwing kunnen overleggen die zijn stelling ondersteunde dat hij het beroepschrift tijdig had ingediend.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat eiser niet had aangetoond dat hij tijdig beroep had ingesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep kunnen instellen.