ECLI:NL:RBGEL:2014:990
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige omgevingsvergunning voor tijdelijke fietsenstalling bij station Elst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 13 februari 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning die op 9 oktober 2013 was verleend aan Prorail B.V. voor de bouw van een tijdelijke fietsenstalling bij het station in Elst. De vergunning werd betwist door Vereniging Comité Verantwoord Beleid Overbetuwe en een individuele verzoeker, die bezwaar maakten tegen de vergunning. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had eerder aangegeven dat de tijdelijke fietsenstalling in strijd was met het bestemmingsplan, wat leidde tot de vraag of de verleende vergunning rechtmatig was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vergunning onrechtmatig was, omdat er geen omgevingsvergunning was verleend om af te wijken van het bestemmingsplan. Desondanks werd vastgesteld dat het gebrek in bezwaar kon worden hersteld, aangezien verweerder een procedure had opgestart om de benodigde vergunning te verkrijgen. De voorzieningenrechter woog de belangen van de partijen en concludeerde dat de belangen van de vergunninghouder, Prorail B.V., zwaarder wogen dan die van de verzoekers. De verplaatsing van de fietsenstalling was noodzakelijk voor de aanleg van een derde spoor, waarvoor een strakke planning gold.
De verzoekers gaven aan geen bezwaren te hebben tegen de komst van het derde spoor, maar waren bezorgd over de bredere ontwikkeling aan de oostzijde van het station. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de verzoekers niet in het geding waren bij de verplaatsing van de fietsenstalling en dat de verzoeken om voorlopige voorziening moesten worden afgewezen. De uitspraak werd gedaan zonder proceskostenveroordeling, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.