Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Stichting Standvast Wonen
Rechtbank Gelderland
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een huurder en de Stichting Standvast Wonen over de huurverhoging van een geliberaliseerde woning. De huurder, die sinds december 2009 een woning huurt van Standvast, betwist de huurverhoging die per 1 juli 2013 is aangekondigd. In de huurovereenkomst is bepaald dat de huur jaarlijks wordt aangepast aan het door het ministerie van VROM vastgestelde huurprijsverhogingspercentage, verhoogd met 1%. De huurder stelt dat dit percentage gelijk is aan het inflatiepercentage, terwijl Standvast zich baseert op het inkomensafhankelijke huurverhogingsbeleid van de overheid. De huurder vordert dat de kantonrechter verklaart dat de huurverhoging niet meer dan 3,5% mag bedragen, en dat de verhoging per 1 juli 2013 onterecht is toegepast. De kantonrechter oordeelt dat de huurprijs van de woning boven de liberalisatiegrens ligt en dat partijen niet gebonden zijn aan de door het ministerie van VROM vastgestelde huurprijsgrenzen. De kantonrechter concludeert dat de huurovereenkomst moet worden uitgelegd volgens de letterlijke tekst, en dat het door het ministerie van VROM vastgestelde huurverhogingspercentage moet worden gevolgd, ook als dit hoger is dan het inflatiepercentage. De vorderingen van de huurder worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.