ECLI:NL:RBGEL:2015:134
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Groverman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een omgevingsvergunning voor een vleermuizentoren en de beoordeling van onjuiste opgave bij aanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst. Eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een vleermuizentoren op zijn perceel. Deze vergunning was eerder verleend, maar op 31 maart 2014 heeft verweerder deze vergunning ingetrokken, omdat eiser volgens verweerder een onjuiste of onvolledige opgave had gedaan bij de aanvraag. Verweerder stelde dat eiser niet de intentie had om een vleermuizentoren te bouwen, wat zou blijken uit zijn uitlatingen in de media.
Eiser heeft tegen de intrekking van de vergunning bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 18 november 2014 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij werd bijgestaan door een vertegenwoordiger. Verweerder werd vertegenwoordigd door twee gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat het aan verweerder is om aan te tonen dat eiser een onjuiste of onvolledige opgave heeft gedaan. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had aangetoond dat het bouwwerk feitelijk ongeschikt was voor het gebruik als vleermuizentoren. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en moet het betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Groverman, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Mengerink, griffier.