ECLI:NL:RBGEL:2015:1538

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 februari 2015
Publicatiedatum
10 maart 2015
Zaaknummer
259465
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een deskundige in het kader van vereffening en verdeling van een vennootschap voor het opmaken van een slotbalans

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 11 februari 2015, is de benoeming van een deskundige aan de orde in het kader van de vereffening en verdeling van een vennootschap. De eiseres, wonende te Silvolde, heeft verzocht om de benoeming van een deskundige voor het opmaken van een slotbalans en het realiseren van de vereffening en verdeling. De gedaagde, wonende te Beuningen, is van mening dat eerst volstaan kan worden met het opmaken van de slotbalans door de deskundige, waarna partijen in onderling overleg de vereffening en verdeling kunnen realiseren. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 1 oktober 2014 reeds overwogen dat de benoeming van een deskundige noodzakelijk is, maar heeft ook geconstateerd dat er geen overeenstemming is bereikt over de persoon van de deskundige. De rechtbank heeft daarom zelf een deskundige benaderd, drs. [naam] RA van De Jong&Laan Corporate Finance B.V., die bereid is het onderzoek te verrichten. De rechtbank heeft de deskundige de opdracht gegeven om de slotbalans per 31 maart 2013 op te maken en eventuele veranderingen sindsdien te rapporteren. Tevens dient de deskundige andere relevante punten aan de rechtbank te rapporteren. De kosten van de deskundige bedragen € 4.500,-- inclusief btw, welke door de eiseres ter griffie moeten worden gedeponeerd. De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak na indiening van het deskundigenrapport opnieuw op de rol zal komen voor verdere behandeling. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 11 februari 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/259465 / HA ZA 14-100
Vonnis van 11 februari 2015
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Silvolde, Gemeente Oude IJsselstreek,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. L.A. Hauwert te Doetinchem,
tegen
[gedaagde]
wonende te Beuningen,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. P.H. Vestiens te Doetinchem.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 1 oktober 2014
  • de akte van [eiseres]
  • de antwoordakte van [gedaagde].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie

2.1.
De rechtbank blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van
1 oktober 2014.
in conventie
2.2.
In het tussenvonnis van 1 oktober 2014 is [eiseres] in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of zij benoeming van een deskundige wenst en, zo ja, of zij wenst te volstaan met het opmaken van een slotbalans door de deskundige of dat zij wenst dat de deskundige ook de vereffening en verdeling ter hand neemt. Zij is in de gelegenheid gesteld zich daarbij tevens uit te laten over de aan de deskundige te stellen vragen en de persoon van de deskundige. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld bij akte te reageren.
2.3.
[eiseres] heeft bij akte te kennen gegeven benoeming van een deskundige te wensen voor zowel het opmaken van een slotbalans als het realiseren van de vereffening en verdeling. [gedaagde] is van mening dat eerst kan worden volstaan met het opmaken van de slotbalans door de deskundige en meent dat partijen vervolgens in staat moeten worden geacht in onderling overleg de vereffening en verdeling te realiseren.
2.4.
De rechtbank zal vooralsnog volstaan met het benoemen van een deskundige voor het opmaken van de slotbalans. Aan de hand van de slotbalans zijn partijen mogelijk in staat om zelf, ter besparing van verdere kosten, de vereffening en verdeling van de vennootschap ter hand te nemen.
2.5.
[eiseres] wenst benoeming van mevrouw[naam] (hierna: [naam]) of een andere administrateur/boekhouder van FAD B.V. als deskundige. Deze wens is met name ingegeven uit het oogpunt van kostenbesparing nu [naam] als boekhouder betrokken is geweest bij de vennootschap, maar daarnaast ook kennis en wetenschap heeft van de afgesproken winstverdeling, de activa en de crediteuren en debiteuren. Ook is zij bekend met de financiële situatie van de vennootschap en is haar manier van declareren bekend bij [eiseres]. [gedaagde] verzet zich uitdrukkelijk tegen benoeming van [naam], omdat zij niet onafhankelijk is, maar nauw heeft samengewerkt met [eiseres].
2.6.
De rechtbank acht [naam] of één van haar collega’s niet voldoende onafhankelijk om te worden benoemd als deskundige in deze. Het zijn kennelijk mede de bezwaren van [gedaagde] tegen de persoon van [naam] die hebben gemaakt dat de liquidatie is gestagneerd. Nu partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de persoon van de te benoemen deskundige, heeft de rechtbank zelf een deskundige benaderd en bereid gevonden om de naar het oordeel van de rechtbank relevante vragen te beantwoorden. Het betreft de heer drs.[naam] RA, werkzaam bij De Jong&Laan Corporate Finance B.V. Hij heeft desgevraagd verklaard dat hij bereid en in staat is het onderzoek te verrichten en dat hij vrij staat ten opzicht van partijen.
2.7.
[eiseres] zou graag de deskundige de navolgende vragen willen stellen:
1. Wat is naar heden de omvang van de regresvordering van [eiseres] op [gedaagde] aangaande het aandeel in het ondernemingsvermogen?
2. Wat is naar heden de omvang van de regresvordering van [eiseres] op [gedaagde] in het kader van de interne verhouding ten aanzien van de betalingen van [eiseres] aan crediteuren?
3. Kan, om de omvang van de openstaande schulden te reduceren, een voorstel worden geformuleerd aan de schuldeisers waarbij een percentage van de vordering tegen finale kwijting wordt voldaan?
4. Wat zijn de financiële mogelijkheden van [gedaagde] om de gemeenschapsschulden te voldoen en om het aandeel van [eiseres] in het ondernemingsvermogen te voldoen?
2.8.
[gedaagde] acht vraag één en twee niet relevant, omdat een regresvordering pas kan worden vastgesteld nadat de slotbalans is opgemaakt en er is vereffend. Bij vraag drie vraagt [gedaagde] zich af wat hierbij de rol van de deskundige dient te zijn, nu de vennoten de schuldeisers een voorstel kunnen doen zodra de slotbalans is opgemaakt. Tot slot begrijpt [gedaagde] niet wat een deskundige kan zeggen over zijn financiële situatie.
2.9.
De rechtbank zal de volgende vragen aan de deskundige voorleggen:
1) Hoe luidt de slotbalans per 31 maart 2013?
2) In hoeverre hebben er zich sindsdien veranderingen voorgedaan?
3) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
Op basis van de antwoorden valt vervolgens het nodige te zeggen over de door [eiseres] opgeworpen vragen één en twee. Naar het oordeel van de rechtbank betreft vraag drie van [eiseres] een kwestie die partijen zelf op elk gewenst moment kunnen oppakken. Tot slot acht de rechtbank het niet nodig voor de beslissing in de onderhavige zaak dat de deskundige een verhaalsonderzoek verricht naar [gedaagde].
2.10.
Het voorschot van de deskundige bedraagt € 4.500,-- inclusief btw. Dit bedrag dient, gezien artikel 195 Rv., ter griffie worden gedeponeerd door [eiseres].
in reconventie
2.11.
In het tussenvonnis van 1 oktober 2014 is reeds overwogen dat de vordering in reconventie te zijner tijd bij eindvonnis zal worden afgewezen. De rechtbank zal iedere verdere beslissing in reconventie aanhouden in afwachting van de conventie.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1) Hoe luidt de slotbalans per 31 maart 2013?
2) In hoeverre hebben er zich sindsdien veranderingen voorgedaan?
3) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
Drs.[naam] RA
De Jong&Laan Corporate Finance B.V.
Grote Voort 225, 8041 BK Zwolle
Postbus 40027, 8004 DA Zwolle
T: 038-4553011
M: 06-51431446
E:[naam]@jonglaan.nl
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.4.
bepaalt dat [eiseres] binnen twee weken na datum van dit vonnis (kopieën van) de overige processtukken aan de rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, civiele roladministratie, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem zal doen toekomen,
3.5.
bepaalt dat [eiseres] binnen twee weken na datum van dit vonnis als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige € 4.500,-- ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren door voldoening van de nota die het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal toesturen,
3.6.
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige binnen twee weken nadat hij bericht heeft gekregen dat het voorschot is gedeponeerd met de partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor een datum en tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden en die datum aan de rechtbank moet hebben doorgegeven, tenzij een dergelijke afspraak vanwege de aard van het onderzoek naar het oordeel van de deskundige niet nodig is,
3.8.
bepaalt dat indien een partij of de deskundige de aldus afgesproken datum voor het onderzoek wil wijzigen, die partij of de deskundige daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek moet doen aan de griffie van de rechtbank, met afschrift aan de andere betrokkenen,
3.9.
bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter mr. G.J. Meijer (bereikbaar via telefoonnummer [nummer]),
3.10.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.11.
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend conceptrapport zal inleveren ter griffie van deze rechtbank voor 8 april 2015, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige,
3.12.
verwijst de zaak naar de rolzitting van vier weken na de datum waarop het definitieve rapport ter griffie is ingeleverd voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiseres] of voor bepaling datum vonnis,
3.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2015.